Compañeros 3 - Hoofdstuk 4 - De compras oefentoetsen & antwoorden

de sokkende uitnodigingspijt hebben (van)in de mode zijnde sneakersde beurstoevalligde kleermakerde oorbellende aanbieding el adornodescribirel cajero automáticomarcharsela cajael transporte públicolos apuntesel anillosofisticado/-ael defecto ¿En qué consiste la excursión?¿Quién puede participar?¿Qué necesitamos?¿Qué tenemos que hacer para empezar? … gebeurtenissen die op een concreet en afgerond moment hebben plaatsgevonden in het verleden.…gewoonten, beschrijvingen en gebeurtenissen die aan de gang waren in het verleden. bajavayaayudebebeescuchendecidhagaLet op! Er zitten in deze opdracht ook onregelmatige vervoegingen van het gebiedende wijs. Zorg ervoor dat je hier extra goed naar kijkt, omdat het dus op de toets ook door elkaar gevraagd kan worden.  No bajesNo vayaNo ayudeNo bebasNo escuchenNo digáisNo hagaLet op! De ontkennende gebiedende wijs begint altijd met een NO. Een handige tip is om tegelijkertijd de vervoegingen van de bevestigende en de ontkennende gebiedende wijs te leren. a.cierra (klinkerwisseling e → ie)leed no hagáis (ontkennend oregelmatig)ve (onregelmatig), compratraiga (onregelmatig)haz (onregelmatig)comprenb.cierra la puerta (= lijdend voorwerp) → ciérralaleed el libro (= lijdend voowerp) → leedlono hagáis mucho ruido (= lijdend voorwerp → no lo hagáis*compra la leche (= lijdend voorwerp) → cómpralatraiga el diccionario (= lijdend voorwerp) → tráigalohaz una pizza (= lijdend voorwerp) para nosotras (= meewerkend voorwerp) → haznoslacompren una tarta (= lijdend voorwerp) → cómprenlaToelichting:Hoe moet je dit onderdeel aanpakken?Vervoeg als eerst het werkwoord in de gebiedende wijs. Let op! Soms staat er al in de zin een NO, hieraan kun je zien dat je de ontkennende imperativo nodig hebt. Stel jezelf de vraag die hoort bij het zoeken van een lijdend of meewerkend voorwerp. Denk eraan: met de gebiedende wijs geef je een instructie of een bevel, dus is de zin een beetje anders geformuleerd:Ga eerst opzoek naar het hoofdwerkwoordStel de vraag wie of wat + werkwoordBijvoorbeeld zin a: wie of wat + cierra? la puertaVervolgens vervang je het lijdend voorwerp door lo, la, los, lasla puerta → la Dus het wordt: ciérrala. Let op de klemtoonregels. Zo ga je ook het meewerkend voorwerp zoeken, meestal staat er een ‘a’ of ‘para’ bij het meewerkend voorwerp. De vraag is dan: aan wie/wat of voor wie/wat? Dit vervang je met een persoonlijk voornaamwoordBijvoorbeeld zin f: para nos otras → wordt ‘nos’Dus: haz una pizza para nostras wordt: haz + nos + la = háznosla pretérito indefinidopretérito imperfectoYo camino para ir al supermercado. caminécaminabaMaría es una chica muy bonita. fueeraNosotros leemos un libro sobre la historia de España.leímosleíamosMis tíos estudian en la Universidad de UtrechtestudiaronestudiabanVosotros contáis una historia a la profesora. contastéiscontabáis Uitwerking:cenábamos (mientras=terwijl)   - beschrijft een gebeurtenis die aan de gang was in het verleden  llegó (eenmalige gebeurtenis in het verleden) fui (ayer=gisteren)- beschrijft een eenmalige gebeurtenis op een afgesloten moment in het verleden.compraba (siempre=altijd)- beschrijft een gewoonte in het verleden.llegó, se preparó, vio (el fin de semana pasado; afgelopen weekend)   - eenmalige gebeurtenissen die op een afgesloten moment in het verleden hebben plaatsgevonden. discutíamosbeschrijft een gebeurtenis die aan de gang was in het verleden (waren we aan het discussiëren)  - vimos, fuimos (de repente = opeens) beschrijft een eenmalige gebeurtenis in het verledentrabajaba (cuando mi padre era jóven=toen mijn vader jong was)- beschrijft een periode uit het verledenempezó (ayer = gisteren)   - gebeurtenis die op een afgesloten moment in het verleden plaatsvond.   - estaba (mientras = terwijl) beschrijft een eenmalige gebeurtenis die aan de gang was in het verleden (terwijl ik me aan het douchen was) era (pretérito imperfecto)  te zien aan tijdsaanduiding: cuando yo era niño = toen ik een jongetje was beschrijving van een periode in het verleden vivíamos (pretérito imperfecto) te zien aan: de zin gaat hier nog steeds over toen Marcos een jongetje was. beschrijving van een periode in het verleden jugábamos (pretérito imperfecto) te zien aan tijdsaanduiding: todos los días = elke dagbeschrijving van een gewoonte in het verleden estaba (pretérito imperfecto) te zien: de zin gaat hier nog steeds over dat ze elke dag speelden in het park dat dichtbij hun huizen was. beschrijving van het verledenjugábamos (pretérito imperfecto) te zien aan tijdaanduiding: mientras = terwijlbeschrijft een gebeurtenis die aan de gang was in het verledenllamó ((pretérito indefinido)te zien aan de zin die gaat hier over een eenmalige gebeurtenis tijdens een gebeurtenis die al aan de gang was in het verleden. Terwijl wij aan het spelen waren in het park dichtbij ons huis (gebeurtenis aan de gang), belde mijn moeder (eenmalige gebeurtenis)era (pretérito imperfecto) te zien aan de hele alineabeschrijving van moeder in het verledenpreparaba (pretérito imperfecto) te zien aan tijdsaanduiding: (que) siempre = altijd omschrijving in het verledencocinó (pretérito indefinido)te zien aan tijdsaanduiding: esa tarde = die avondeenmalige gebeurtenis in het verledencorrí (pretérito imperfecto) te zien aan de hele zin, tijdsaanduiding is leidendeenmalige gebeurtenis in het verleden.cenábamos (pretérito imperfecto) te zien aan tijdsaanduiding: mientras = terwijlbeschrijft een gebeurtenis die aan de gang was in het verledenllegó (pretérito indefinido) te zien aan de zin: terwijl we aan het avondeten waren, kwam mijn vader aan. eenmalige gebeurtenis in het verleden trabajaba (pretérito imperfecto)te zien aan de zin, omschrijvend beschrijft een periode in het verledenestaba (pretérito imperfecto)te zien aan de zin, omschrijft de werkplek van de vaderbeschrijft een plaatsaanduiding in het verledennos sentamos (pretérito indefinido)te zien aan tijdsaanduiding: después de la cena = na het avondetenbeschrijft een eenmalige gebeurtenis in het verleden. contamos (pretérito indefinido)te zien aan tijdsaanduiding: esa noche = die avond (vertelden we)eenmalige gebeurtenis in het verledentenía (pretérito imperfecto) te zien aan tijdsaaduiding: siempre = altijdbeschrijving van een gewoonte (hij had altijd de beste verhalen van toen hij jong was).era (pretérito imperfecto)te zien aan begin van de zin (hier gaat het over dat hij altijd de beste verhalen had van toen hij jong was → verleden tijd)beschrijving van een periode in het verleden. contó (preterito indefinido)te zien aan tijdsaanduiding: esa noche = die avondeenmalige gebeurtenis in het verledenconoció (pretérito indefinido)niet te zien aan tijdsaanduiding, maar het werkwoord ‘leren kennen’ → je leert iemand 1 keer voor het eerst kenneneenmalige gebeurtenis in het verleden