Toets Bedrijfseconomie

Bedrijfseconomie in Balans 9e ed - Domein A Basisvaardigheden - H1 en 2 oefentoetsen & antwoorden

9e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: 

  • Bedrijfseconomisch rekenen

  • Rekenen met procenten

  • Rekenen met indexcijfers

  • Balans

  • Balansmutaties 

  • Winst-en-verlies rekening 

  • Liquiditeitsoverzicht

Examendomein A

Bedrijfseconomie in Balans 9e ed
Toets Bedrijfseconomie
Bedrijfseconomie in Balans 9e ed
Online maken
Toets afdrukken
Eindantwoord a)Een balans is een overzicht van alle bezittingen en het vermogen van een bedrijf op een bepaald moment. Op de debetzijde staan alle bezittingen (activa). Op de creditzijde staat met welk vermogen (eigen vermogen of vreemd vermogen) alle bezittingen op de activakant gefinancierd zijn. Hierdoor is het totaalbedrag van de activa (debetzijde) altijd hetzelfde als het totaalbedrag van de passiva (creditzijde) en is de balans ook daadwerkelijk in balans (in evenwicht). Eindantwoord b)De winst-en-verlies rekening (ook wel resultatenrekening) is een overzicht van alle omzetten en kosten van een bedrijf gedurende een bepaalde periode (meestal een maand of een jaar). Het verschil tussen omzet en kosten noemen we nettoresultaat. Wanneer de omzet > kosten is er sprake van een positief resultaat (winst).  Wanneer de omzet < kosten is er sprake van een negatief resultaat (verlies).  Dit overzicht kunnen we op twee manieren opstellen: in scontrovorm of in paginavorm. In scontrovorm houdt in dat de winst-en-verlies rekening net zo uitziet als de balans, met een debetzijde en een creditzijde. Op de debetzijde staan dan de kosten en op de creditzijde de omzetten.Wanneer de winst-en-verliesrekening in paginavorm wordt opgezet, wordt alles onder elkaar genoteerd. Omzet bovenaan en daaronder de kosten. Het grote verschil tussen deze twee vormen is dat bij de opzet in paginavorm ook de brutowinst zichtbaar wordt gemaakt. Dit is bij de scontrovorm niet het geval. Dit overzicht heeft betrekking op de post eigen vermogen op de balans en geeft in principe een specificatie van de verandering van de post eigen vermogen tussen een beginbalans en een eindbalans. Eindantwoord c) Het liquiditeitsoverzicht is een overzicht van alle inkomsten en uitgaven van een bedrijf gedurende een bepaalde periode (meestal een maand of een jaar). Dit overzicht heeft betrekking op de post liquide middelen op de balans en geeft in principe een specificatie van de verandering van de liquide middelen (bank en kas) tussen een beginbalans en een eindbalans. Een ander woord voor liquide middelen is geld.  Eindantwoord  Inventaris heeft betrekking op de inrichting van het bedrijf. Dit zijn materialen die gebruikt worden tijdens het productieproces. Denk aan meubilair, kasten, kassa’s etc. (voor machines wordt meestal een aparte balanspost gebruikt, die je in latere hoofdstukken zult tegenkomen). Voorraad heeft betrekking op materialen of producten die wél bedoeld zijn voor de verkoop. De post voorraad geeft de totale inkoopwaarde van deze producten/materialen. Debiteuren zijn klanten, waar al producten aan geleverd zijn, maar die deze producten nog moeten betalen. Het bedrijf heeft een vordering op deze klanten. Vorderingen worden gezien als een bezit van het bedrijf, ook al is het geld nog niet ontvangen, en staan dus aan de activakant van de balans.  Crediteuren zijn leveranciers, die nog betaald moeten worden. Het bedrijf heeft de producten al ontvangen, maar moet deze nog betalen aan de leverancier. Dit is een schuld en schulden van het bedrijf staan altijd aan de passivakant van de balans. Eigen vermogen is het verschil tussen alle bezittingen en schulden van een bedrijf. Je zou kunnen zeggen dat dit de bedrijfswaarde is, die ten goede komt aan de eigenaar/eigenaren van het bedrijf. Het eigen vermogen staat altijd aan de passivakant van de balans. Deze post wordt vaak gebruikt als salderingspost, oftewel de post waarmee de balans in evenwicht wordt gebracht.  EindantwoordVaste activa zijn bezittingen die langer dan een jaar op de balans staan of langer dan één productieproces meegaan. Voorbeelden: gebouwen, machines, auto’s, inventaris. Vlottende activa zijn bezittingen die korter dan een jaar of maar één productieproces meegaan. Voorbeelden: voorraad goederen, voorraad grondstoffen, debiteuren, nog te ontvangen bedragen.Liquide middelen is een ander woord voor geld. Dit zijn de posten kas en bank. Eigen vermogen is het verschil tussen alle bezittingen en schulden van een bedrijf. Je zou kunnen zeggen dat dit de bedrijfswaarde is, die ten goede komt aan de eigenaar/eigenaren van het bedrijf. Het eigen vermogen staat altijd aan de passivakant van de balans. Deze post wordt vaak gebruikt als salderingspost, oftewel de post waarmee de balans in evenwicht wordt gebracht. Lang vreemd vermogen zijn schulden, die langer dan één jaar op de balans staan. Deze schulden hoeven het komende jaar niet terugbetaald te worden. Voorbeelden: hypothecaire lening, onderhandse lening, obligatielening, achtergestelde lening.In hoofdstuk 17 worden deze langlopende leningen verder toegelicht.  Kort vreemd vermogen zijn schulden, die binnen een jaar betaald moeten worden. Voorbeelden: crediteuren, rekening courant krediet, nog te betalen bedragen, nog te betalen belasting.  Werkwijze De omzet bereken je door de afzet (het aantal verkochte producten) te vermenigvuldigen met de verkoopprijs. Brutowinst per product = verkoopprijs – inkoopprijs Brutowinst per periode = omzet – inkoopwaarde van de omzet (IWO).De IWO = afzet x inkoopprijs. Het aantal producten dat wel is ingekocht, maar nog niet verkocht, vormen de voorraad van een bedrijf. De voorraad staat altijd tegen inkoopprijs op de balans. De brutowinstmarge bereken je als volgt: $\frac{brutowinst}{verkoopprijs} \times 100 \%$Eindantwoord25 fietsen x €400 = €10.000€400 - €150 = €250 Omzet = €10.000 (zie a)IWO = 25 fietsen x €150 = €3.750Brutowinst = €10.000 - €3.750 = €6.250 ofBrutowinst = 25 fietsen x (€400 – €150) = €6.250 Er zijn 15 fietsen niet verkocht. Er waren nog 5 fietsen op voorraad.De voorraad eind maart is dus 20 fietsen x €150 = €3.000 Brutowinst = €250 (zie b). Brutowinstmarge = $\frac{250}{400}$ x 100% = 62,5% Werkwijze a)Let op! De brutowinst is 20% van de verkoopprijs. De verkoopprijs is dus 100%!!! Dit betekent dus dat de inkoopprijs 80% van de verkoopprijs is!Bereken eerst 1%.  Werkwijze b)Een korting van 75% betekent dat er nog 25% overblijft. 25% in een perunage (kommagetal) = 0,25Werkwijze c)Wanneer de verkoopprijs lager is dan de inkoopprijs, wordt er verlies gemaakt op de stoel. Waarom zou een ondernemer dit doen? Eindantwoord€25 / 80 * 100 = €31,25€31,25 * 0,25 = €7,81 Er zijn meerdere berekeningen mogelijkBijvoorbeeld: €31,25 / 100 * 25 = €7,81 Let op! Had je het antwoord op vraag a niet goed, dan kun je deze vraag niet goed hebben. Er wordt dan gekeken of je de berekening wel goed hebt uitgevoerd (maar met het verkeerde begingetal). Als dat zo is, dan telt dit als een doorwerkfout en verdien je voor deze vraag alsnog alle punten. Dit is de standaard werkwijze binnen het vak bedrijfseconomie. Waarschijnlijk moet de onderneming van de stoel af. Hij is niet meer in de mode en staat nu alleen maar in de weg. Er moet ruimte worden gemaakt voor de nieuwe collectie. Dan liever een stoel verkopen met verlies, dan weggooien, want dan krijg je er helemaal niets meer voor terug. Een vraag als deze kan eigenlijk niet worden gekoppeld aan een paragraaf, maar gaandeweg dit vak wordt van jou verwacht dat je dit soort algemeen inzicht gaat ontwikkelen. WerkwijzeEen procentueel verschil wordt altijd berekend met de formule: $\frac{ nieuw - oud}{oud} \times 100 \%$Let op dat je altijd aangeeft of het een procentuele stijging of een daling betreft in je antwoord!De nieuwe prijs zal 60 euro hoger liggen.Een stijging van 20% betekent dat het aantal verkochte stuks dit jaar 120% zal zijn in vergelijking met het aantal van vorig jaar.  Een stijging van 20% kan worden berekend met behulp van de groeifactor 1,2 (= perunage van 120%)Omzet = afzet x verkoopprijs Eindantwoord$\frac{480-420}{420} \times 100 \%$ = 14,29 🡪 een stijging van 14,3%Omzet = afzet x verkoopprijsAfzet = 130 x 1,2 = 156 loungebanken Verkoopprijs = 420 + 60 = €480Verwachte omzet = 156 x 480 = €74.880.- WerkwijzeBij indexcijfers wordt het basisjaar altijd op 100 gesteld. De rekenwijze bij indexcijfers is gelijk aan die van procenten, alleen het procentteken wordt weggelaten. De omzet van 2020 van €240.000 wordt dus op 100 gesteld. Bij indexcijfers deel je het verslagjaar door het basisjaar om het indexcijfer te berekenen, oftewel de volgende formule:Indexcijfer = $\frac{verslagjaar}{basisjaar} \times 100$ Indexcijfer rond je meestal af op helen, mits anders aangegeven in de opgave.Let op dat het bij vraag b) gaat over het jaar 2022!Let op dat inkoopwaarde van de omzet (IWO) niet tot de bedrijfskosten wordt gerekend. Vind je dit lastig, werk dan met het volgende schema:Omzet IWO -Bruto winstBedrijfskosten -Netto winstEindantwoord a)Indexcijfer 2020 = 100 (basisjaar)Indexcijfer 2021 = $\frac{222 \, 000}{240 \, 000} \times 100 = 92$Indexcijfer 2022 = $\frac{264 \, 000}{240 \, 000} \times 100 = 110$Eindantwoord b) Omzet 264.000  (gegeven in opgave)IWO   92.400 - (gegeven in opgave)Bruto winstBedrijfskosten -Netto winst   88.000 (gegeven in opgave)De brutowinst = 264.000 – 92.400 = €171.600De bedrijfskosten zijn dan het verschil tussen de brutowinst en de nettowinst: 171.600 – 88.000 = €83.600  WerkwijzeBedenk dat bezittingen debet staan en schulden credit. Je kunt zien dat op de debetzijde alle posten zijn gegeven. Hiervan kun je dus eenvoudig het totaal berekenen. Het totaal van de debetzijde dient overeen te komen met het totaal van de creditzijde. Het eigen vermogen bereken je door de totale bezittingen minus de totale schulden (vreemd vermogen lang + vreemd vermogen kort) te doen. De vaste activa zijn bezittingen die langer dan een jaar op de balans staan, zoals gebouwen, inventaris, machines en bedrijfswagens. Het vreemd vermogen kort zijn de schulden die je binnen een jaar moet betalen, zoals crediteuren, nog te betalen bedragen en een rekening courant krediet.  EindantwoordWanneer er een positief saldo op de rekening staat, heb je een vordering op de bank. Er staat nog geld op je rekening. De post bank staat dan debet. Wanneer er een negatief saldo op de rekening staat, heb je een schuld bij de bank. Je staat dan in de min/in het rood. De post bank staat dan credit. Totale activa = 320.000 + 110.000 + 28.000 + 7.200 + 4.000 +1.200 = €470.400Dan moet de totale passiva dus ook €470.400 zijn. Eigen vermogen = 470.400 -  alle schulden = 470.400 – 220.000 – 2.800 – 18.000 – 2.000 = €227.600 320.000 + 110.000 + 28.000 = €458.0002.800 + 18.000 + 2.000 = €22.800 Eindantwoord a)Voorraad + 6.000 (40 fietsen x €150 inkoopprijs)Crediteuren + 4.500 (75% van 6.000)Bank + 1.500 (25% van 6.000)Doordat er een schuld op de bank staat, neemt deze schuld toe. Voorraad – 8.700 (58 fietsen x €150 inkoopprijs)Kas + 4.800 (12 fietsen x €400 verkoopprijs)Bank + 16.000 (40 fietsen x €400 verkoopprijs)Debiteuren + 2.400 (6 fietsen x €400 verkoopprijs)Eigen vermogen + 14.500 (brutowinst van 58 fietsen x (400 – 150)) De bank zal na deze toevoeging van €16.000 verplaatsen naar de debetzijde van de balans. Na de inkopen van het vorige feit stond de bank €3.500 in de min. Nu staat de bank €12.500 in de plus. Verkopen op rekening betekent dat er later wordt betaald, maar wel al wordt geleverd. Dit heeft dus altijd betrekking op de post debiteuren. (Bij inkopen op rekening verandert altijd de post crediteuren.) Debiteuren – 3.600Bank  + 3.600 Crediteuren  - 2.200Bank  - 2.200 Eigen vermogen – 4.200Bank  - 4.200 Kosten zorgen altijd voor een afname van het eigen vermogen!Hypothecaire lening – 2.000 Eigen vermogen – 800 Bank – 2.800 Door aflossingen nemen schulden af. Dit gedeelte is nu terugbetaald. Rente (of interest) zijn kosten. Kosten zorgen altijd voor een afname van het eigen vermogen!Bedrijfsauto – 1.000Eigen vermogen – 1.000 Afschrijvingen zijn kosten. Kosten zorgen altijd voor een afname van het eigen vermogen!Eigen vermogen – 3.500Bank – 3.500 Kosten zorgen altijd voor een afname van het eigen vermogen!Eigen vermogen  - 4.000Kas  - 4.000 Door een privé opname neemt het eigen vermogen af. Dit zijn echter geen kosten! Het is een stukje van de winst, die de eigenaar zich al toe-eigent. Eindantwoord b)Aan de hand van de balansmutaties kan per post worden gekeken wat er is veranderd:Gebouwen blijft 320.000Inventaris blijft 110.000Bedrijfsauto: 28.000 – 1.000 = 27.000Voorraad: 7.200 + 6.000 (inkopen) – 8.700 (IWO) = 4.500Debiteuren: 4.000 + 2.400 – 3.600 = 2.800Bank: - 2.000 +/– 1.500 + 16.000 + 3.600 – 2.200 – 4.200 – 2.800 – 3.500 = 3.400 (debet)Kas 1.200 + 4.800 – 4.000 = 2.000 Eigen vermogen = 227.600 + 14.500 (brutowinst) – 4.200 – 800 – 1.000 – 3.500 – 4.000 (privé opname) = 228.600Hypothecaire lening 220.000 – 2.000 (aflossing) = 218.000Crediteuren: 2.800 + 4.500 – 2.200 = 5.100Nog te betalen belasting blijft 18.000De post bank staat nu aan de debetzijdeOf alle posten correct zijn is eenvoudig te controleren. Het totaal van de debetkant moet overeenkomen met het totaal van de creditkant van de balans. De nieuwe balans krijgt de datum 1 mei, daar de maand april nu verwerkt is. De eindbalans van de vorige periode is uiteraard de beginbalans van de nieuwe periode. Balans fietsenzaak Spinning per 1 mei 2023 (bedragen in €)Gebouw320.000Eigen vermogen228.600Inventaris 110.000Hypothecaire lening218.000Bedrijfsauto27.000Voorraad4.500Crediteuren5.100Debiteuren2.800Nog te betalen belasting18.000Bank3.400Kas2.000TOTAAL469.700TOTAAL469.700Eindantwoord c)Winst-en-verliesrekening in euro (€)Dit overzicht geeft alle omzetten en kosten. Het is hiermee eigenlijk een specificatie van de verandering van het eigen vermogen.Alle balansposten waar het eigen vermogen verandert, komen in de winst-en-verlies rekening terecht Met uitzondering van privé stortingen en/of privé opnames. Omzet23.20058 fietsen x €400Inkoopwaarde (IWO)  8.70058 fietsen x €150Bruto winst14.500Personeelskosten  4.200Interestkosten    800Afschrijvingskosten  1.000Algemene kosten  3.500Netto winst  5.000Eindantwoord d)Nieuw EV = Oud EV + nettowinst – privé opnames 227.600 + 5.000 – 4.000 = 228.600  Dit komt overeen met de eindbalans en is dus correct.Eindantwoord e)Liquiditeitsoverzicht in euro (€)Dit overzicht geeft alle ontvangsten en uitgaven en is daarmee een specificatie van de verandering van de liquide middelen (geld). Alle posten waar kas of bank verandert, komen in principe op het liquiditeitsoverzicht terecht.Echter wanneer de post bank credit staat is er sprake van een schuld. Wanneer deze schuld groter wordt, zijn er geen liquide middelen van het bedrijf uitgegeven. Alleen de schuld aan de bank is groter geworden. Hierdoor staat de eerste betaling aan crediteuren niet op het overzicht. Doordat de bank toen verder in het rood ging, zijn er geen liquide middelen uitgegeven van het bedrijf. Van de betalingen per pin (€16.000) is eerst de roodstand op de bank opgeheven (€3.500). Daarna ontstond er een positief saldo op de bank van €12.500. Dit zijn dus de ontvangen liquide middelen van de betalingen per pin. Saldo liquide middelen per 1 april €  1.200OntvangstenContante verkopen€   4.80012 fietsen x €400Betalingen per pin € 12.500Na verrekening roodstand bankBetaling van debiteuren€ 3.600Totale ontvangsten€20.900UitgavenBetaling aan crediteuren€2.200Betaling van personeelskosten€4.200Betaling van aflossing € 2.000Betaling van rente € 800Betaling van algemene kosten€3.500Privé opname uit kas€ 4.000Totale uitgaven€16.700Mutatie liquide middelen +  €4.200Ontvangsten min uitgaven Saldo liquide middelen per 1 mei€  5.4001.200 + 4.200 ControleDit saldo komt overeen met de posten kas (€2.000) en bank (€3.400) op de eindbalans, dus correct!

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in