LWEO Financiële zelfredzaamheid 4e ed - Hoofdstuk 1 t/m 7 - oefentoetsen & antwoorden

A. Samengestelde interest is dat de interest wordt berekend over de hoofdsom plus de bijgeschreven interest uit eerdere jaren. B. Consumptief krediet is een lening die door een consument wordt afgesloten voor consumptieve doeleinden. C. Een annuïteit is een steeds gelijk bedrag dat een consument aan aflossing betaalt. D. Beleggen is het investeren van geld met als doel dat je investering in de toekomst meer waard wordt. E. Dividend is het gedeelte van de winst dat beschikbaar wordt gesteld aan de aandeelhouders. A3, B4, C2, D1 A. Bij een hypothecaire lening vraagt een bank onderpand (dekking) voor de lening. Bij een reguliere lening is hier geen sprake van. B. Stef is de hypotheekgever en de ABN-AMRO is de hypotheeknemer. A. Voorbeelden van een goed antwoord zijn: - Naast het loon is studeren ook goed om zelfstandiger te worden.- Door te studeren leert Ahmed ook een nieuwe stad kennen. - Ahmed blijft zichzelf ontwikkelen door te gaan studeren. B. Aangezien Ahmed vind dat je lesgeven vooral leert door te doen, zal hij kiezen voor een meer praktische leerroute, deze is op het hbo.  C. Stel dat er toch iets gebeurt, bijvoorbeeld een ongeluk of een ziekte. Dan is het goed dat Ahmed verzekerd is en dat hij niet voor de kosten van een eventuele operatie moet opdraaien.  A. Wanneer je investeert in de AEX dan wordt het risico verdeeld over 25 bedrijven, dit betekent dat eventuele waardedalingen van aandelen worden opgevangen door eventuele stijgingen van andere aandelen. Wanneer je investeert in aandelen van één bedrijf, kan je het risico niet spreiden. B. Als de emissiekoers hoger is dan de beurskoers, gaan beleggers de aandelen op de vrije markt kopen en niet bij Bam. Toelichting: Wanneer een aandeel op de vrije markt gekocht wordt, krijgt Bam hier geen geld voor. Alleen wanneer een aandeel direct bij Bam gekocht wordt (emissie) dan krijgt Bam hier geld voor. A. Voordeel: Isa hoeft niet ineens € 1.349,99 te betalen, maar kan elke maand een deel betalen.Nadeel: Isa zit 48 maanden lang vast aan een betaling. B. Er is sprake van koop op afbetaling aangezien Isa direct eigenaar is van de wasmachine. Bij huurkoop zou Isa pas eigenaar zijn na de laatste betaling. C. (48 * € 29,49) - € 1.349,99 = € 65,53 A. Enkelvoudig: € 50.000 + (0,0165 * € 50.000 * 14) = € 61.550,- Samengesteld: € 50.000 * 1,015^14 = € 61.587,79 Harold zal kiezen voor de spaarrekening op basis van samengestelde interest. Dit levert meer interest op. € 61.587,79 > € 61.550,-. Tip: Teken bij vragen zoals deze een tijdlijn, dit voorkomt fouten in het tellen. Zie bijvoorbeeld de volgende tijdlijn:  B. € 50.000 * 1,015^4,5 = € 53.464,71 € 53.464,71 - € 5.000 = € 48.464,71 € 48.464,71 * 1,015^3,5 = € 51.057,17 € 51.057,17 + € 7.500 = € 58.557,17 € 58.557,17 * 1,015^6 = € 64.028,94 Tip: Teken bij vragen zoals deze een tijdlijn, dit voorkomt fouten in het tellen. Zie bijvoorbeeld de volgende tijdlijn: C. € 70.000 / 1,015^6 = € 64.017,95 Of € 70.000 * 1,015^-6 = € 64.017,95 A. Totale kosten: 10 * € 193,62 = € 1.936,20 - Opbrengsten: 10 * € 218,54 = € 2.185,40 + Dividend 10 * € 0,94 = €        9,40  + Totaal rendement: €    258,60 B. (500 * € 15,99) + (500 * € 10,57) / (500 + 500) = € 13.280,- Of Kosten: (500 * € 15,99) + (500 * € 10,57) =  € 13.280,- Opbrengsten: 1.000 * € 13,28 = € 13.280,- Rendement: € 0,00Toelichting: De gemiddelde koers waartegen Marie de aandelen gekocht heeft is € 13,28. Wanneer de koers hierboven zal stijgen zal zij dus winst maken.  A. Stef en zijn verloofde zullen met beperkte gemeenschap van goederen gaan trouwen. Op deze manier blijven eventuele schulden vanuit de judovereniging voor Stef privé, zijn verloofde draait hier niet voor op.  B. Voor Stef is het trouwen in algehele gemeenschap van goederen. Zijn verloofde heeft namelijk al een flinke waarde aan bezittingen die dan eveneens Stef zijn bezit worden.  AnnuïteitenLineaireInterest jaar1€   7.500€   7.500Aflossing jaar 1€ 6.834€ 10.000Interest jaar 2€   7.329,15€   7.250Interest jaar 1 en 2€ 14.829,15€ 14.750Annuïteiten: Interest jaar 1: 0,025 * € 300.000 = € 7.500Aflossing jaar 1: Annuïteit = aflossing + interest Aflossing =  € 14.334 - € 7.500 = € 6.834Interest jaar 2: Schuldrest jaar 2: € 300.000 - € 6.834 = € 293.166 € 293.166 * 0,025 = €   7.329,15Interest jaar 1 en 2: € 7.500 + € 7.329,15 = € 14.829,15Lineaire:Interest jaar 1: 0,025 * € 300.000 = € 7.500Aflossing jaar 1: € 300.000 / 30 jaar = € 10.000 Interest jaar 2: Schuldrest jaar 2: € 300.000 - € 10.000 = € 290.000 € 290.000 * 0,025 = € 7.250Interest jaar 1 en 2: € 7.500 + € 7.250 = € 14.750