Werk, vroeger en nu (primaire sector, secundaire sector, tertiaire sector, vestigingsplaatsen, arbeidsintensief, kapitaalintensief).
Toets Maatschappijleer
Plein M 4e ed. deel 2A+2B
Online maken
Toets afdrukken
Iemand die met een eigen bedrijf zijn inkomen verdient.Iets wat energie geeft, zoals aardolie, steenkool, water, wind en zon. Gebied waar producten verkocht worden. Volk, groep mensen die zich met elkaar verbonden voelt.De wetenschap die het ontstaan van de aarde, de samenstelling van de aardkorst en de ontwikkeling van het leven bestudeert. Een (versteend) overblijfsel of afdruk van een dier of plant. Delfstoffen winnen in ondergrondse mijnen. Iets wat verbrand wordt om warmte of energie te geven, zoals benzine of kolen. weinig. huisnijverheid. eigen spierkracht. de moderne tijd. stoommachine. werknemers. industriële revolutie. continuïteit. Rond 1800 werd onder andere katoen en suiker door handelaren vanuit koloniën naar Europa gebracht. Veel boeren hadden in de winter (a) weinig werk. Daarom wilde ze graag iets bij verdienen. Ze kochten katoen en maakte daarvan lappen stof om kleding me te maken. Vervolgens werd het textiel door ambachtslieden geverfd en door kleermakers tot kleding vermaakt. Later deden deze mensen dit werk het hele jaar door vanuit huis. Dit werken vanuit huis noem je (b) huisnijverheid. Bij dit soort werk gebruiken mensen hun (c) eigen spierkracht. Zo ontstonden de eerste kleine bedrijfjes en ontstond een nieuwe periode waarbij steeds minder mensen in de landbouw werken en steeds meer mensen een eigen bedrijfje hebben, deze periode noem je (d) de moderne tijd. Later werd de (e) stoommachine uitgevonden. Vanaf dat moment besluiten ondernemers fabrieken te bouwen. In deze fabrieken werken veel (f) werknemers. Deze mensen hadden het vaak zwaar en deden fysiek uitdagend werk voor veel uur per dag. Er kwamen steeds meer fabrieken, dit zorgde voor een grote verandering, deze verandering noemen we de (g) industriële revolutie. Echter veranderde het leven van de meeste armen mensen weinig, ze deden nog steeds zwaar werk en bleven arm. Wanneer dingen hetzelfde blijven noem je dat (h) continuïteit.ToelichtingIn de winter is er weinig te doen op het land, er wordt niet gezaaid of geoogst. Daarom hadden boeren in de winter weinig werk. Dit begrip staat letterlijk in je boekStoommachines waren duur en werden alleen gebruikt in grote fabrieken. Ook werd de stoommachine pas later uitgevonden. Dit hele hoofdstuk gaat over het begin van de moderne tijd. Dit is de tijd na de middeleeuwen. Het begint ongeveer ten tijde dat de stoommachine wordt uitgevonden en mensen minder op het land gaan werken. Dit is een van de belangrijkste uitvindingen in de geschiedenis van de mensheid. Door deze uitvinding konden treinen rijden en grote fabrieken van energie worden voorzien. Er zijn slechts enkele werkgevers, de rijken, de ondernemers. En er zijn veel werknemers, de armen, de arbeiders. Een grote verandering noemen we een revolutie. Dit is de tweede grote revolutie in de geschiedenis van de mensheid na het uitvinden van de landbouw. Hoewel er een revolutie gaande was bleven er dus ook veel dingen hetzelfde. europeanisering.nationalisme.abolitionisme.nationalisme.europeanisering. Toelichting:Het christelijke geloof is origineel een Europees geloof. Doordat Europese landen Zuid-Afrikaanse landen bezette hingen steeds meer mensen daar het christelijke geloof aan. Dit noem je europeanisering.Het steven naar een eigen staat voor je volk, in dit geval van de Surinamers noem je nationalisme.Het afschaffen van de slavernij en mensenhandel noem je abolitionisme. Het steven naar een eigen staat voor je volk, in dit geval van de Indonesiers noem je nationalisme.Het verspreiden van Europese en taal over, in dit geval, Indonesië noem je europeanisering. EDABCTip: Deze vraag gaat over begrippen uit paragraaf 3. Combineer eerst de zinnen met de begrippen die je zeker weet en vul later degene in die overblijven. Vul altijd iets in, anders krijg je zeker geen punten. De mensen in de 3 foto’s werken in de volgende sectoren: tertiaire sector. secundaire sector.primaire sector. Het werk dat het meest arbeidsintensief is is te zien op foto 3. Dat is werk uit de primaire sector. Het werk dat behoort tot de kenniseconomie is te zien op foto 1. Dat is werk waarvoor je veel kennis nodig hebt en hoort bij werk uit de tertiaire sector. Toelichting: De primaire sector bevat alle banen waarbij mensen op boerenbedrijven werken, groot of klein. Dit werk is arbeidsintensief. De secundaire sector bevat banen waarbij producten gemaakt worden, zoals in fabrieken.De tertiaire sector bevat banen waarbij je anderen van dienst bent zoals in dit geval de verplegers die een patiënt iets toedienen. Andere voorbeelden van werk in de diensten zijn onderwijs, horeca, kappers en advocaten. Je hebt voor dit soort werk kennis en een opleiding nodig, in Nederland werken veel mensen in de tertiaire sector. Daarom wordt Nederland een kenniseconomie genoemd. onjuist.juist.onjuist.juist.onjuist.juist.onjuist.Juist.Toelichting:Ondernemers zijn juist doorgaans werkgevers. Ten tijde van de industriële revolutie waren het de ondernemers die fabrieken opende en daar veel werknemers werk gaven. Zie begrippen in je boek. abolitionisten willen mensenhandel en slavernij afschaffen. Zij willen niet dat de Europese macht nog verder wordt uitgebreid, maar juist dat mensen en volken zeggenschap over hun eigen leven terugkrijgen. Europeanen waren juist de slavenhandelaren. Dit is juist omdat Nederlanders met Koningsdag de liefde voor hun eigen volk vierenOnjuist, bekijk pagina 27 als je wil weten welke reis over de aarde Nederland heeft gemaakt.Juist, zie pagina 28.Onjuist, de secundaire sector is de industrie sector. De tertiaire sector wordt ook wel de dienstensector genoemd.Zie begrippen in je boek. Continuïteit houdt in dat dingen hetzelfde blijven. Op afbeelding 1 is te zien dat boeren worden aangespoord om te werken. Op afbeelding 2 is te zien dat arbeiders worden aangespoord om te werken. Voor armen (boeren en arbeiders) veranderde er door de industriële revolutie weinig. Ze werden nog steeds uitgebuit (misbruikt) om (te) hard te werken. Toelichting:Deze vraag vraagt van je om het begrip continuïteit toe te passen op de bron. Herhaal altijd eerst de betekenis van de bron. Vervolgens noem je wat je ziet op de bron en vertel je waarom de bronnen laten zien dat er sprake is van continuïteit. De conferentie van Berlijn.Imperialisme is de Europese machtsuitbreiding in Azië en Afrika na 1860 waardoor grote koloniale rijken ontstonden. Tijdens de conferentie van Berlijn van Berlijn werden afspraken gemaakt over de verdeling van Afrika. Europese landen als België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk spraken af wie ging heersen over de verschillende delen van Afrika. Deze gebeurtenis is dus een voorbeeld van het imperialisme omdat tijdens deze conferentie Europese landen afspraken maakte over de bezetting van afrika en deze Europese landen zo hun macht uitbreidde en koloniale rijken stichtten.Europeanisering betekent de verspreiding van Europese cultuur, talen, geloof en gebruiken.Op dit moment wordt nog steeds Frans gesproken in Gabon en is het grootste geloof het christendom. Dit is een gevolg van europeanisering omdat het Frans en het geloof vanuit Frankrijk zijn overgebracht naar Gabon. Toelichting:Als je het jaartal niet weet denk dan terug aan welke belangrijke gebeurtenissen je hebt geleerd. In deze vraag wordt het begrippen imperialisme en europeanisering getoetst. Je doet er goed aan de uitleg van het begrip eerst te herhalen en het begrip vervolgens toe te passen op de bron. Groningen:aardgas.zout.Limburg:kalksteen.steenkool.Groningen:aardgas: maken van elektriciteit voor bijvoorbeeld het verwarmen van huizen.zout: dit wordt gebruikt in de voedselindustrie. Groningen:aardgas: Jura.zout: Perm. Limburg:kalksteen: Krijt.steenkool: Carboon.Tip: maak je nog fouten in uit welke tijd welke delfstof is ontstaan, lees de leerstof dan nog een keer goed door en maak voor je zelf een tijdschaal waarin je de delfstoffen verdeelt op de geologische tijdschaal. De meeste schoenen worden in Azië geproduceerd. Vestigingsplaatsfactoren zijn omstandigheden die maken dat de plaats van het vestigen van een fabriek gunstig is. Azië is een goede vestigingsplaats omdat de lonen in Azië laag zijn. Het maken van schoenen behoort tot de secundaire sector. Toelichting:Bij dit soort vragen moet je bronnen kunnen aflezen en begrijpen. Let hierbij ook goed op de omschrijving van de bron. Je ziet duidelijk dat 88,2 procent van de productie van schoenen in Azië wordt gedaan.In Azië zijn de lonen laag en zijn grote fabrieken waar grote aantallen mensen werken aan het maken van schoenen. Dit gebeurt helaas niet altijd onder de beste omstandigheden. Mensen krijgen weinig betaald en worden soms uitgebuit doordat ze lange tijd werken zonder pauzes. Soms zijn er zelfs kinderen aan het werk.Het maken van schoenen behoort tot de industriesector ofwel secundaire sector. Alles wat in fabrieken wordt gemaakt behoort tot deze sector.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.