Cumulus Bedrijfseconomie - Hoofdstuk 1.4-1.5 - Sparen en Trouwen en scheiden oefentoetsen & antwoorden

Spaarrekening: er is meestal sprake van samengestelde interest (interest wordt berekend over het ingelegde bedrag plus de bijgeschreven interest uit eerdere jaren (“rente op rente”). Spaardeposito: er is meestal sprake van enkelvoudige interest (de interest wordt berekend over het oorspronkelijk ingelegde bedrag).Spaarrekening: je kunt op elk moment geld bijstorten en opnemen (vrij opneembaar). Spaardeposito: Je kunt geen geld bijstorten en het is niet vrij opneembaar. Je krijgt een boete bij vervroegd opnemen (als marktrente > depositorente)Voordeel: een lager risico dan bijvoorbeeld aandelen. Een obligatiebelegger krijgt een vaste rente. Bij een faillissement van de onderneming heeft een obligatiebelegger voorrang op de aandeelhouders om zijn geld terug te krijgenNadeel: mogelijk een lager rendement dan aandelen (rente is vast en onafhankelijk van het resultaat van de onderneming)Bij een huwelijk ontstaat automatisch een beperkte gemeenschap van goederen. Bij een samenlevingscontract kun je zelf afspraken maken over de verdeling van bezittingen en schulden.Bij een samenlevingscontract ben je geen erfgenaam van  elkaar (tenzij je dat in een testament opneemt). Bij een huwelijk ben je automatisch elkaars erfgenaam.Overeenkomst: bij een huwelijk en geregistreerd partnerschap worden drie zaken automatisch geregeld:Er ontstaat een beperkte gemeenschap van goederenBeide partners hebben ouderlijk gezag over hun kinderenDe partners zijn elkaars erfgenaamVerschil: het ja-woord is niet verplicht bij een geregistreerd partnerschap. Bij een huwelijk wel.Bij huwelijkse voorwaarden worden er bij de notaris afspraken gemaakt over de verdeling van bezittingen, schulden en inkomen. Bij trouwen in beperkte gemeenschap van goederen zijn alle bezittingen en schulden vóór het huwelijk of geregistreerd partnerschap zijn niet van de partners samen. Alle bezittingen en schulden die tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap worden opgebouwd, zijn wel van de partners samen.Voordeel:Verdeling van bezittingen en schuldenVerevening van pensioenrechten Bij samengestelde interest wordt de interest berekend over het ingelegde bedrag plus de bijgeschreven interest uit eerdere jaren (“rente op rente”). Bij enkelvoudige interest wordt de interest berekend over het oorspronkelijk ingelegde bedrag.Doordat in het fonds de belegging wordt gespreid over meerdere aandelen (en dus over meerdere bedrijven en sectoren), is het minder risicovol dan een belegging in (bijvoorbeeld) één aandeel. Het risico van grote verliezen door slechte prestaties van één bedrijf of één sector wordt kleiner. In het geval dat één van beide partners geen vermogen heeft ingebracht en de andere partner veel. De partner die geen vermogen heeft ingebracht kan bij scheiding toch aanspraak maken op de helft van het gezamenlijk vermogen en dus raakt de andere partner de helft van het ingebrachte vermogen kwijt. Bij een spaardeposito is er sprake van enkelvoudige interest: de interest wordt berekend over het oorspronkelijk ingelegde bedrag.Gedurende de looptijd van het spaardeposito ontvangt Lucas € 30.000,- x 0,03 x 10 = € 9.000 interest. De samengestelde interest bedraag 0,25% per kwartaal (en dat is niet gelijk aan 4 x 0,25% = 1% per jaar!).Gebruik de formule voor het berekenen van de eindwaarde: E = K x (1 + i)nHet saldo op de spaarrekening van Friso na 6,5 jaar (oftewel 6,5 x 4 = 26 kwartalen) is gelijk aan € 25.000 x 1,002526 = € 26.676,81 Bij een spaarrekening is er sprake van samengestelde interest: de interest wordt berekend over het ingelegde bedrag plus de bijgeschreven interest uit eerdere jaren (“rente op rente”).Gebruik de formule voor het berekenen van de contante waarde:  C = K x (1 + i)-nLet goed op het aantal periodes: 7 x 12 = 84 maanden.Op 1 januari 2017 moet Pip een bedrag storten dat gelijk is aan € 3.500 x 1,001⁻84       = € 3.218,14.  Het koersresultaat is het verschil tussen de koers aan het begin van de periode en de koers aan het einde van de periode.Koersresultaat: € 1.720 – € 1.660 = € 60 Stap 1: de behoefte van Veerle is gelijk aan (€ 8.000 + € 3.000) x 0,65 – € 3.000 = €4.150Stap 2: maandelijkse draagkrachtruimte Paul: € 8.000 – € 3.500 = € 4.500Stap 3: maandelijkse alimentatieverplichting: 0,65 x € 4.500 = € 2.925 (is kleiner dan de behoefte van Veerle)