Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: vormen van marktonderzoek, doelgroep en klantsegmentatie, marktgrootte en marktaandeel, SWOT-analyse, marketingmix, vraaggerichte marketingmix, marktpositie, markt creëren en klantbehoud, rechtsvormen, de btw en faillissement.
Toets Bedrijfseconomie
Cumulus Bedrijfseconomie
Online maken
Toets afdrukken
Kwantitatief: harde cijfers. Kwalitatief: onderzoek naar de mens achter de cijfers.Een specifieke groep mensen die jij wilt bereiken met jouw product of dienst. Leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, inkomen.Strengths (sterktes): interne sterke punten die wel door de onderneming te beïnvloeden zijn.Weaknesses (zwakke punten): interne sterke punten die wel door de onderneming het beïnvloeden zijn.Opportunities (kansen): externe kansen in de omgeving die niet te beïnvloeden zijn.Threats (bedreigingen): externe bedreigingen in de omgeving die niet te beïnvloeden zijn. Vier voorbeelden: verkoop tegen betaling, uurtje factuurtje, abonnement, advertentiemodel.Voordelen:Social media zijn goedkoperDe inhoud van social media is sneller aan te passenNadelen:Negatieve reacties of klachten zijn openbaarHet bijhouden van verschillende social media kanalen kan erg arbeidsintensief zijn.Twee mogelijkheden: fysieke winkel, onlineMarktpositieMarkt creërenMarktaandeelKlantbehoudDe juridische vorm van de onderneming. Inschrijven bij de Kamer van Koophandel (KvK)Vergunningen aanvragenOvereenkomst:Beide rechtspersonen Verschil:Bij een bv staan de aandelen op naam in handen van één of meerdere eigenaren. Bij een nv zijn de aandelen vrij verhandelbaar en (vaak) in handen van een grote groep.Drie organen: Raad van Bestuur, Raad van Commissarissen, Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA). Drie organen: Bestuur, Algemene ledenvergadering (Alv), Raad van toezicht (Rvt). Bij desk research verzamel je bestaande gegevens vanachter je bureau, terwijl je bij field research nieuwe gegevens verzamelt, door middel van een enquete, interview of panel. Afroompolitiek: voor een nieuw product eerst een hoge prijs vragen en die vervolgens stapsgewijs verlagen. Penetratiepolitiek: voor een nieuw product een hele lage prijs vragen zodat meteen een groot marktaandeel wordt verworven.Bij reclame is er geen één-op-één communicatie (bijvoorbeeld via kranten, tijdschriften, radio, tv en internet). Bij direct marketing is er sprake van één-op-één contact met klanten. Voorbeelden: persoonlijke verkoop (persoonlijk contact tussen de koper en de verkoper), via telefoon (telemarketing), post, e-mail of internet.Directe distributie: het product gaat direct van de producent naar de consument. Indirecte distributie: het product gaat via een tussenschakel van de producent naar de consument. Bijvoorbeeld via de groothandel naar detailhandel naar consument of via een tussenpersoon.1. Marktpenetratie: een bestaand product verkopen aan nieuwe of bestaande klanten.2. Marktontwikkeling: een bestaand product verkopen aan een nieuw marktsegment of in het buitenland.3. Productontwikkeling: de introductie van een nieuw product in de bestaande markt. 4. Diversificatie: de introductie van een nieuw product in een nieuwe markt.Reputatie: is de onderneming bekend bij consumenten? Heeft de onderneming een “goede naam”? Een bedrijf dat klanten aan zich wil binden moet zorgen voor een goede reputatie. Hierbij spelen service en kwaliteit een rol. Door positieve online klantreviews of een hoge score in een test van de Consumentenbond kan de reputatie verbeteren.Relatie: een onderneming die luistert naar klanten en van ze leert kan bestaande klanten behouden en nieuwe klanten werven. Bijvoorbeeld door het product te verbeteren op basis van feedback van klanten. Een relatie ontwikkelen met klanten kan ook met behulp van spaaracties of fysieke winkels waar klanten terecht kunnen met vragen.Ruil: een goede reputatie en relatie moeten leiden tot ruil: aankoop van het product door de klant. Maar als de aankoop slechts eenmalig is, zal de onderneming niet tevreden zijn. Door het aanbod van goederen of diensten continu te verbeteren kan de onderneming blijven aansluiten bij de verwachting, smaak of wens van de consument. Pas dan kan een onderneming een klant voor langere tijd aan zich binden. Dit moet leiden tot herhalingsaankopen. Customer solution. Bij de P van Productbeleid gaat het om alle zaken die met het product te maken hebben. Bijvoorbeeld verschillende soorten en typen producten, de breedte en diepte van het assortiment, merken en verpakking (aanbodgericht). De C van Customer solution betekent dat een klant met bepaalde wensen en behoeften een oplossing voor een probleem ‘koopt’. De nadruk ligt op de klantbehoefte (vraaggericht).Communication. Bij de P van Promotiebeleid ligt de focus op het verkopen van het product met behulp van promotie (aanbodgericht). De onderneming maakt bijvoorbeeld reclame via massacommunicatie (eenrichtingsverkeer). De C van Communication gaat over wederzijdse communicatie (tweerichtingsverkeer) tussen de onderneming en de klant. De onderneming helpt en leert van klanten. Bijvoorbeeld door relevante informatie op de website te plaatsen, met een persoonlijk adviesgesprek, een chatfunctie op de website of de mogelijkheid om feedback op het product te geven (vraaggericht).Customer cost to satisfy. Bij de P van Prijsbeleid gaat het erom hoe de onderneming geld kan verdienen met een product. De onderneming kiest een verdienmodel en bepaalt de prijsstrategie (aanbodgericht). De prijs van een product kan objectief (in euro’s) gemeten worden. Bij de C van Customer cost to satisfy gaat het om alle kosten die een klant maakt om het product aan te schaffen en te gebruiken. De customer cost to satisfy is de som van de aankoopkosten en de transactiekosten.Customer convenience to buy. Bij de P van Plaatsbeleid staat de locatie (fysieke winkel en online) waar het product wordt verkocht centraal (aanbodgericht). De C van Customer convenience to buy gaat om het gemak waarmee een klant (online) een product koopt (vraaggericht)Een onderneming die de vraaggerichte marketingmix (4 C’s) gebruikt, heeft een marketingdoelstellingen en ondernemingsdoelstellingen opgesteld: Stap 1: de onderneming heeft één of meerdere ondernemingsdoelstellingen. Voorbeelden: winst, kostenbesparing, continuïteit, maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) Stap 2: vanuit de ondernemingsdoelstellingen volgen marketingdoelstellingen. Er zijn vier belangrijke marketingdoelstellingen: marktpositie, markt creëren, marktaandeel en klantbehoud.Stap 3: de vraaggerichte marketingmix (4 C’s) is de combinatie van marketinginstrumenten om de marketingdoelstellingen te behalen.Een natuurlijk persoon is een mens zoals jij en ik. De eenmanszaak is een voorbeeld van een natuurlijk persoon. De eigenaar van de eenmanszaak neemt de beslissingen, de eigenaar heeft rechten en plichten. Privévermogen en zakelijk vermogen zijn niet gescheiden.Een rechtspersoon is een juridische constructie waarbij een organisatie op kan treden als een persoon. De bv is een voorbeeld van een rechtspersoon. De bv neemt de beslissingen, de bv heeft rechten en plichten. Privévermogen en zakelijk vermogen zijn gescheiden.Een organisatie met een commerciële doelstelling heeft als doel om winst te maken, terwijl een niet-commerciële organisatie een ideëel doel heeft. De rechter stelt een curator aan die alle bezittingen verkoopt en schuldeisers met de opbrengst probeert te betalen. Stel dat de omvang van de totale markt in 2024 gelijk is aan 100De omzet van R&T is dan gelijk aan (0,042 + 0,038) x 100 = 8In 2029 is de omvang van de totale markt gegroeid naar 100 x 1,15 = 115 terwijl de omzet van R&T dan gelijk is aan 8 x 1,40 = 11,20In 2029 is het marktaandeel van R&T dus gelijk aan (11,20 / 115) x 100 = 9,7% Outlook zakelijke mail: 3 x 24 x 0,21 = € 15,12Microsoft Ads campagne: (1.089 / 121) x 21 = € 189Hosting bij WesternDigital: 500 x 0,21 = € 105Inkopen (januari t/m maart): 10.000 x 0,21 = € 2.100NS-treinkaartjes: ((24 x 31,80) / 109) x 9 = € 63,02Te vorderen btw: € 2.472,14 Totale verkopen (januari t/m maart): (22.990 / 121 ) x 21 = € 3.990Te betalen btw: € 3.990 Het te betalen bedrag is groter dan het terug te vorderen bedrag. Online Activity bv moet dus per saldo € 3.990 – € 2.472,14 = € 1.517,86 betalen aan de belastingdienst.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.