Toets Engels

Of Course! MAX 5.0 - Hoofdstuk 2 - LOL oefentoetsen & antwoorden

5e editie

In deze oefentoets worden de volgende onderwerpen behandeld:

  • Vocabulary & Expressions

    • Unit 2

  • Grammar

    • Simple past & present perfect (1)

    • Adjectives & adverbs (2)

    • Comparisons (2)

    • Past continuous & simple past (3)

    • Past perfect & simple past (4)

    • Past continuous & simple past (5)

  • Writing

    • Kort verslag schrijven van een evenement

  • Literature 

    • Stream of consciousness (6)

    • Reliable and unreliable narrator (6)

    • Stereotype (6)

Of Course! MAX 5.0
Toets Engels
Of Course! MAX 5.0
Online maken
Toets afdrukken
invokemisconceptionaveragethreatlackcause and effect (belangrijke woorden!)fetchunsuitablecoincidencedecrease (belangrijk woord!) besmettelijkbespeuren, ontdekkenondermijnengewaardeerdegezelschapverspreidenafkeurenecht, oprechtonleesbaaronderzoeken self-deprecationhostileissuefrequentpinnacleimmerse Je kunt hier zelf antwoorden invullen met behulp van de uitdrukking bij ‘expressions’ in je boek. Het is zeer zinvol voor al je schrijfopdrachten om er een paar uit je hoofd te leren en dit in je opdrachten te leren verwerken. Voorbeelden:So summing up, you would say that…I completely (dis)agree with you.This is not what I had expected.I was excited (to learn how machines work) accomplishfascinatingmitigatefurious Ran - was runningHad - was havingWent - were goingHad - were havingGave - was givingStudied - were studying Past simple/simple past: meest simpele vorm van de verleden tijd (hetzelfde als: ik liep, ik zwom, ik at). Ezelsbruggetje: meest simpele vorm = één woord (walked, talked, ran).Past continuous: verleden tijd van de present continuous. I am walking → I was walking. Het is vergelijkbaar met ‘ik was aan het lopen’. Past perfect: verleden tijd van present perfect. I have eaten → I had eaten. Past continuousPast simplePast continuousPast perfectPast continuousPast perfectPast perfectPast simple Antwoord: B is het goede antwoord:  An adjective tells us something about a noun (what is the subject like?) and an adverb about a verb (how does the subject do something?). Tip en uitleg:Een ‘adjective’ vertelt iets over een zelfstandig naamwoord (noun). Dus bijvoorbeeld: de mooie kat, de snelle auto, de aardige oma. Een ‘adjective’ hoeft niet altijd voor het zelfstandig naamwoord te staan, het kan ook later in de zin staan, dan ziet het er zo uit: de oma is aardig, de auto is snel, de kat is mooi. Stel jezelf de vraag: vertelt dit woord iets over het onderwerp zelf? Dan is het een adjective.  Een ‘adverb’ vertelt je iets over hoe het onderwerp iets doet. Het hoort dus altijd bij een werkwoord. Bijvoorbeeld: de kat loopt stilletjes, de auto rijdt snel, de oma vertelt zachtjes, hij opende de deur luidruchtig. Stel jezelf dan de vraag: vertelt het iets over hoe de persoon is of hoe de persoon iets doet? Een adverb kun je ook vaak herkennen aan de spelling (-y) op het einde, zoals bij: ‘the cat walked quietly’ in plaats van ‘the cat is quiet’.  A nice girl zegt iets over hoe het meisje is, dus een adjective.Deze is iets lastiger. Het hoort officieel bij het werkwoord (smell), maar het hoort bij een zintuig (ruiken). In het Engels gebruik je dan een adjective. Je kunt het ook zien aan dat er geen -y achter staat. Het zegt iets over de auto zelf en niet over hoe de auto iets doet, daarom ook een adjective.Het zegt hier iets over hoe de jongen speelde (furiously), daarom een adverb. Je kunt het ook herkennen aan de -y aan het einde.Het vertelt iets over hoe we iets doen (sing), daarom een adverb. Ook een -y aan het einde.Het vertelt iets over de familie is en niet over hoe ze iets doen, daarom een adjective. Tip: Stel jezelf steeds de vraag: zegt het iets over de persoon/onderwerp zelf? Dan is het een adjective. Zegt het iets over hoe de persoon/onderwerp iets doet? Dan is het een adverb (het woord ‘verb’, werkwoord, zit hier ook in verwerkt, dus het zegt iets over het werkwoord). De past continuous geeft aan dat je iets aan het doen was in het verleden toen er op dat moment ook iets anders gebeurde. Dus bijvoorbeeld: ‘ik was aan het wandelen, toen er opeens een kat overstak’. In het Engels: ‘I was walking, when a cat suddenly crossed the road’.  De past perfect gebruik je meestal bij langere zinnen over het verleden, waarin je wil aangeven dat je iets hebt gedaan in het verleden en er daarna iets gebeurde. ‘Ik had al koekjes gegeten, toen Jake binnenkwam’. In het Engels: ‘I had eaten some cookies, when Jake entered the room’. When an adjective has two or more syllables. Met andere woorden: kun je een woord opbreken in meerdere stukjes? Ca - pa -ble. Of: lo-ving. Out-ra-geous. Pa-ssio-nate. Je moet het hardop uitspreken om dit goed te kunnen horen (of zelfs er bij klappen). Bij de uitspraak van ‘thin’ zul je 1 klap horen. Bij ca-pa-ble hoor je er dus drie. Dan zet je er more of most voor.  She left → er staat geen effect meer in de zin. defeated → er staat geen verder effect meer in de zin.I was watching → ik was iets aan het doen, toen er ook iets anders gebeurde.ate / had eaten kunnen beide. Meer wordt de past simple gebruikt, omdat het verder geen effect in de zin aangeeft. Simpelweg de volgorde.had departed → de trein was net al vertrokken. He was driving → hij was iets aan het doen toen er iets gebeurde.Didn’t → staat geen effect meer bij.Wept → ze huilde toen ze het nieuws hoorde. Geeft een volgorde aan en niet een effect. I had been writing → ik was al heel lang aan het schrijven toen er iets gebeurde.Had been → gebeurtenis in het verleden voor de andere gebeurtenis in het verleden (started to wear). Past perfect. Tip: Kijk goed naar de rest van de zin, hierin zitten woorden die aangeven welke werkwoordsvorm je moet gebruiken. Sommige mensen kunnen dit goed op gevoel, soms heb je trucjes nodig om te herkennen welke je moet gebruiken. Als je het lastig vindt, stel jezelf dan de volgende vragen of zet even op een blaadje (dit kan ook aan het begin van je toets):Is het in het verleden gebeurd en geen effect? Past simple → I walked.Had je in het verleden iets gedaan en gebeurde er daarna iets anders? → past perfect → I had walked. (Zie ezelsbruggetje met ‘had je iets gedaan’). Was je in het verleden iets aan het doen toen er iets anders plotseling gebeurde? → past continuous → I was walking. (zie ezelsbruggetje). Was je iets in het verleden heel lang aan het doen toen er ook iets anders gebeurde? → past perfect continuous → I had been walking. Carefully → zegt iets over het werkwoord (verb) drive. Gaat het om een zelfstandig naamwoord (noun)? Dan zou je ‘careful driver’ gebruiken. Professional → zegt iets over painter = noun → adjectiveWell → zegt iets over verb dried → adverbWonderful → deze is lastig, omdat het wel over een werkwoord gaat (tastes), maar bij deze werkwoorden gebruik je vrijwel altijd een adjective: taste, sound, feel, look and appear. (Denk aan het liedje: I am feeling good). Fast → bij woorden als ‘fast’ blijft de vorm hetzelfde, zelfs al gaat het over het werkwoord.Silently → adverb → gaat over hoe hij de deur opende.Positive → gaat over een noun (effect) → adjective Terrible → zegt iets over een ‘noun’ (cook) dus adjective. terribly/wonderfully/excellently/well → hoe ze kookt, dus adverb.well → hoe hij zingt dus adverb.good / terrible / wonderful → zegt iets over een ‘noun’ (painter, dus adjective.excellent / easy. Zegt iets over job, dus een adjective.angrily → vertelt iets over hoe de hond blafte. Adverbterribly / sadly / angrily. Vertelt iets over hoe hij zich gedroeg, adverb.carefully / easily / angrily. Vertelt iets over hoe ze de deur opende, adverb.wonderful / good. Zintuig, dus adjective. well / excellently / terribly. Hoe ze zingt. Adverb.easily → hoe ze leren, adverb.easy → over de taal zelf, adjective.sad / angry. Vertelt iets over hoe de persoon er uit ziet, adjective.  More intelligent (in - tel - li - gent, dat zijn vier syllables. Daarom kiezen we hier voor more.Worst. (bad - worse - worst). Als er ‘the’ voor staat, weet je al dat het een superlative is.Wettest. (Superlative door ‘the’).Better. (good - better - best). The most powerful. (po - wer - ful. Dat zijn drie syllables, dus kiezen we hier voor ‘most’).  Most impressive (im - pres- sive. Drie syllables, daarom most). Drier (uitgang op een -y wordt een -ie).WorstJuicier (uitgang op een -y wordt een -ie). BetterFatterMost surprising (sur - pri -sing. Drie syllables, daarom most).  had → geen effect meer, past simplecouldn’t come → geen effect meer, past simplewas → geen effect meer, past simpledidn’t expect → geen effect meer, past simplethought→ geen effect meer, past simplehad already celebrated /already celebrated → we hadden iets al gedaan, geen effect meer. Kan een past simple of past perfect om te benadrukken dat je iets al hebt gedaan.said →  geen effect meer, past simplewas driving → je was iets aan het doen toen er iets gebeurde. called→ geen effect meer, past simplegot→ geen effect meer, past simpleHad cooked → gebeurde voordat hij binnenkwam, dus past perfect. walked → geen effect meer, past simplejumped→ geen effect meer, past simpleWas waiting → benadrukken dat ze al lang aan het wachten waren in het verleden, dus past continuous. had → past simple  → in combinatie met past continuous → ik dronk koffie terwijl zij aan het wachten waren.  I have to say / admit I was disappointed about the comedy show, the previous one was much better / I preferred the previous one / I really liked the other comedy show / the last comedy show we went to. Je kunt hier ook mooi woorden als ‘slightly’ of ‘quite’ aan toevoegen (I was quite disappointed).I am very enthusiastic / excited about the fact that my favorite actor has received an award for his role as a villain.I disagree with the recent / current choice for these actors, since I had hoped that older actors had been selected as well / older actors were going to  play in this film.  Tips bij reading: Volg altijd een stappenplan bij het lezen van teksten. Je hoeft niet de hele tekst eerst te lezen om een beeld te krijgen.Stap 1. Bekijk het plaatje, de titel en de bron. Wat voor tekst is het? Als het een advertentie lijkt, dan zullen de vragen waarschijnlijk over het product gaan wat je moet kopen of waar je de beste prijs krijgt. Dan kun je hier vast op letten. Is het een informatieve tekst? Dan zijn de vragen waarschijnlijk over een bepaald onderzoek wat is gedaan (let dan op woorden als ‘research’ en ‘information’). Stap 2. Lees alleen de eerste en laatste alinea kort door. Wat is de hoofdgedachte? Houd deze hoofdgedachte in je hoofd tijdens het beantwoorden van de vragen. Zeker bij andere tekstsoorten, zoals een advertentie of recensie, wordt er gekeken of je dit goed hebt begrepen, en de vragen zullen daarop aansluiten. Bij een recensie wordt er bijvoorbeeld altijd veel over meningen gevraagd en als het om een overtuigende tekst gaat, zal dit heel duidelijk in de conclusie staan. De vragen zullen dan ook anders zijn.Stap 3. Lees dan de vragen. Die staan altijd op volgorde van de tekst. Dus de eerste vragen zullen voornamelijk over de eerste paar alinea’s gaan. Je kunt deze dan tijdens het lezen van de tekst maken, in plaats van eerst de hele tekst lezen. Dat scheelt veel tijd, zeker bij langere teksten. Tip: Het woord ‘the tramp’ is hier duidelijk belangrijk voor de rest van het verhaal. Als je Charlie Chaplin niet kent, is het daarom goed om dit woord op te zoeken in het woordenboek. Kijk er wel mee uit dat je heel snel veel tijd kwijt bent aan het opzoeken van woorden, probeer dit daarom altijd te beperken tot deze drie situaties:Als je een woord in de titel niet kent en het er niet uit kan halen door de combinatie van een plaatje, introductie en onderwerp;Als je een woord niet kent uit de opties die bij de vragen worden gegeven (zoals bij vraag 19);Als je een woord echt nodig hebt om een antwoord te kunnen geven. Deze vraagsoorten (‘wel’ of ‘niet genoemd’) staan altijd in chronologische volgorde. Dat betekent dat je ze, terwijl je de tekst leest, stuk voor stuk in de goede volgorde kan beantwoorden. = niet genoemd. Er staat wel: “who came dangerously close to his nickname after finding himself homeless”, maar er staat niet genoemd dat dit de reden is dat hij zo genoemd werd. = niet genoemd. Er staat dat zijn “popular films tackled subjects like immigration”. Dus in zijn populaire films zaten deze issues ook verwerkt.= Wel genoemd. “He refused to shy away from important issues”. Hij weigerde om weg te blijven van belangrijke gebeurtenissen. = Wel genoemd. “Despite there being no evidence”. Hier zitten ook twee belangrijke examenwoorden in: despite (ondanks) en evidence (bewijs).  Antwoord A is het juiste antwoord. B en D kun je wegstrepen, daar gaat de rest van de tekst niet over. Als je twijfelt bij een antwoord, ga dan voor het antwoord wat het meest overeenkomt met de hoofdgedachte. De hoofdgedachte van deze tekst gaat over Charlie Chaplin’s privé leven en hoe hij belangrijke thema’s aanstipte in zijn flims. Dat komt het meest overeen met antwoord A. Ook kun je dit halen uit het stukje er na over hoe hij steeds werd onderzocht en uiteindelijk verbannen werd uit de V.S. (alinea 1). Antwoord C komt ook in de buurt, maar de ‘suspicions’ waren niet secret, omdat hij werd verbannen uit de V.S. Tip: Ken je hier woorden niet? Dan kun je ze zeker opzoeken. Zorg er voor dat je de vertaling meteen ergens opschrijft. Zo onthoud je het beter én tijdens je toets kun je het woord soms meteen weer vergeten, dan moet je opnieuw beginnen met opzoeken.  Nee, dat is relatief nieuw. Vroeger werkten mensen veel minder dagen of zelfs maar 2,5 in de jagers-verzamelaarstijd (alinea 4).  Emma is an unreliable narrator because she believes the house is haunted, interpreting the sounds as supernatural, but this is not completely true. Later, it is revealed that her father was the one causing the noises, showing her perception was incorrect. Her belief in a ghostly presence was influenced by her emotions and assumptions, making her unreliable. There is a stereotype in the story, particularly related to the idea of a haunted house. The stereotype involves the expectation that old houses are often thought to be haunted or have mysterious happenings, which is a common trope in ghost stories. Emma's initial belief in a ghostly presence is influenced by this stereotype, leading her to assume the footsteps are supernatural without considering a more rational explanation. This adds to the suspense but also follows a typical narrative pattern where old houses are assumed to have hidden, eerie secrets. Gebruik hiervoor de expressions, vocabulary en grammatica. Let goed op de woordvolgorde (wie - doet - wat - waar - wanneer) bij elke zin en gebruik signaalwoorden als: first, secondly, also. Als je het lastig vindt om lange zinnen te maken, maak dan korte en juiste zinnen volgens de woordvolgorde wie - doet - wat - waar - wanneer. Tip: je kunt vrijwel altijd het stukje ‘in my opinion,’ toevoegen als je iets gaat vertellen waar een mening in zit. Voorbeeld:I recently went to see a new film in the cinema, titled ‘Mr Bean in Superhero Universe’. In this film, Mr Bean tries to become a superhero himself, but fails miserably / but it does not end well / but it doesn’t go well / it goes wrong completely. I thought it was a reasonable film / I thought the film was pretty bad / disappointing and I am wondering if the creators could not have thought of something more original or fun. Every once in a while / now and then it was fun and the famous and exuberant actors were playing very well, but in the end, I had expected more of it. Also / furthermore, the jokes could have been funnier / more creative. I must say / to summarise, I am slightly / quite disappointed about this and in my opinion it would have been better if the money would have been spent on a film with a better storyline / in my opinion it is better to spend the money on a film with a better story. It was an absolute shame to see how good actors were hired to play in a film of poor quality.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in