Feniks Katern De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland LRN-line - Hoofdstuk 1 t/m 4 - Van de VOC-tijd tot de onafhankelijkheid van Indonesië oefentoetsen & antwoorden

Bewijs dat recht geeft op het eigendom van een deel van een bedrijf.Het alleenrecht op de handel in een product.Diensten die een bepaalde groep personen aan een vorst of edele moet leveren. Bestuurssysteem waarin twee besturen naast elkaar bestaan. Contractarbeider diie onder zeer slechte omstandigheden op een plantage werkt. Streven van een aantal Europese landen om een groot wereldrijk te stichten: een imperium. Een land is onafhankelijk en heeft een eigen bestuur. a) Waar.b) Niet waar dat was in 1602.c) Niet waar, de VOC handelde niet in slaven.d) Niet waar, de meeste schepen hadden kanonnen en soldaten om de handel te beschermen tegen concurrenten en piraten. Nederlands-Indië. Toelichting: Van 1810 tot 1813 hoorde Nederland bij het Franse Rijk van Napoleon en had Engeland Java veroverd. In 1815 gaven de Engelsen Java terug.  De Atjeh oorlog duurde van 1873 tot 1909. Er werd gevochten door het KNIL en zeerovers die van het eiland Atjeh kwamen. In 1910 was Nederland in bijna heel Nederlands-Indië de baas.  Palmolie, aardolie en rubber. Toelichting: Door de industrialisatie in Europa waren dit gewilde producten. Door de opening van het Suezkanaal konden deze grondstoffen sneller, makkelijker en goedkoper worden vervoerd. a. Modern imperialisme. b. - Europese landen zochten goedkope grondstoffen voor hun industrie.- Een groot koloniaal rijk gaf veel aanzien.- Europese landen hadden zo een extra afzetgebied voor hun producten. Toelichting: Europeanen hadden ook het gevoel dat zij betere mensen waren en een betere cultuur hadden dan andere volken. Zij vonden dat ze het recht hadden om andere volken te overheersen en wilden hun eigen cultuur verspreiden. a. Het cultuurstelsel was een economisch systeem waarbij boeren op één vijfde deel van hun grond cultuurproducten, zoals koffie, suiker en tabak, moesten verbouwen.b. Koelies. Toelichting: Dit waren contractarbeiders die voor een bepaalde tijd op een plantage werkten. Zij kregen een laag loon en werden slecht behandeld. a. Die werden opgesloten in kampen en moesten dwangarbeid verrichten.b. Omdat hij had samengewerkt met de Japanners tijdens WO II. 1 - e2 - d3 - c4 - b5 - a a. Nederland stuurde het leger naar Nederlands-Indië om de strijd voor onafhankelijkheid te stoppen.b. Er is veel geweld gepleegd en de onafhankelijkheid van Indonesië werd tegengehouden. a. 27 december 1949.b. Zij werd het leven onmogelijk/heel erg moeilijk gemaakt in Indonesië. a. De VOC was de enige in Nederland die handel mocht drijven in Azië.b. Als compagnieën elkaar zouden beconcurreren zou er minder winst kunnen worden gemaakt, dus kun je beter samenwerken en meer winst maken.c. Zodat er geen enkele sprake was van concurrentie. Concurrerende landen als Engeland en Portugal en de lokale bevolking. a) Nederlanders droegen de lokale bevolking op wat zij moesten verbouwen en hoeveel. Daarna moest bijna alles worden ingeleverd bij de Nederlanders (Beide onderdelen moeten worden benoemd in het antwoord).b) De invoering van het cultuurstelsel leidde tot minder gelijkheid omdat het grootste deel van de opbrengst naar de Nederlanders ging, de boeren zelf kregen er maar heel weinig voor betaald. Ook Indische mensen mochten zitting nemen in de Volksraad. a) Omdat zij Nederland zagen als onderdrukkers en de Japanners als bevrijders. b) De Japanners bleken nog erger dan de Nederlanders en veel Indische mensen moesten dwangarbeid verlenen. a)  Er werd veel geld verdient met de producten uit Nederlands-Indië. Als zij niet meer bij Nederland zouden horen, zou dat erg slecht zijn voor de Nederlandse economie.b) Amerika en de Verenigde Naties legden veel druk op Nederland om in te stemmen met de onafhankelijkheid van Indonesië. Beide landen wilden hen geen eigen staat geven. De route naar Nederlands-Indië was nu een stuk korter en vanuit Nederland waren we nu veel sneller bij Nederlands-Indië. Nu zagen de Nederlanders in Nederland hoe slecht de lokale bevolking werd behandeld. De ethische politiek is dat Nederland probeerde de Indonesische bevolking welvaart en ontwikkeling te brengen. De lokale bevolking zag in door het onderwijs dat de Nederlanders er eigenlijk helemaal niet thuis hoorden en hun land hadden gekoloniseerd. De tekenaar wil duidelijk maken dat Nederlands-Indië (Indonesië) beter af is wanneer Nederland weer het bestuur heeft over het land. Dat kun je zien aan:De tekst: ‘onder de rood-witte vlag (vlag van Indonesië) zal er terreur en armoede zijn en onder de rood-wit-blauwe vlag (vlag van Nederland) zal er orde en welvaart zijn’. Je ziet de Japanse draak die de Nederlands-Indische mensen bedreigt en een vuurspuwende vulkaan in tegenstelling tot goede omstandigheden, verbeeld door de boer die achter zijn ploeg en (stevige) os loopt.