Think 1 2nd edition (A2) - Unit Welcome, 1 en 2 - Having a good time & Spending money oefentoetsen & antwoorden

Monday (the) 15th/fifteenth of JulyThursday (the) 9th/ninth of AprilSunday (the) 21st/twenty-first of NovemberTen past twelveTen to threeHalf past threeTwenty past fiveExtra uitleg data en tijden Bij data en tijden in het Engels zijn er een paar dingen die anders werken dan in het Nederlands:Dagen en maanden zijn altijd met een hoofdletterEngelsen zetten het woordje of tussen de dag en de maand (alsof ze zeggen: de 23e van maart)Bij tijden rondom de ‘half’ praten Nederlanders meestal over het volgende uur (half 6 is een half uur voor zes), maar Engelsen hebben het eerder over het vorige uur (Half past five komt na vijf uur). Gelukkig zeggen ze er eigenlijk altijd bij wat ze precies bedoelen (Half past five).Voor alle andere kleine regeltjes kan je het best nog even goed je boek nalezen! ClockBoardDesk / ChairChair / DeskWindow 1) t-shirt2) jeans/trousers3) dress4) shoes/trainers5) belt6) jumper VerbTo beIamYouareHe/she/itisWeareYouareTheyareAreIsAreAmIs  I am driving into the driveway right now!Am driving is present continuous (want de actie vindt precies nu plaats). We usually play blackjack. Play is present simple (want het is een gewoonte/gebeurtenis die regelmatig plaatsvindt). This iPad automatically protects itself from cyberattacks. Protects is present simple (want deze hele zin is een feit).My parents are visiting Berlin this week. Are visiting is present continuous (want het is nu aan het plaatsvinden)My grandma usually makes scones on weekends. Makes is present simple. (want het gaat hier om een gewoonte).She is deciding which movies she wants to see as we speak. Is deciding is present continuous (want deze actie wordt nu ondernomen).Extra uitleg Present Simple & Present Continuous De present simple gebruik je bij gewoontes, regelmatigheden of feiten.Als je hem wil maken, gebruik het hele werkwoord:All busses leave at 9:00 AM sharp. We always eat fries on Sunday.Is het onderwerp he, she of it? Voeg dan een -s toe aan het werkwoord:He plays football on Fridays. The plane leaves at 11:00 PM.De present continuous gebruik je als iets nu op dit exacte moment bezig is. Signaalwoorden zijn bijvoorbeeld: at the moment, (right) now, this week Als je hem maakt gebruik de juiste vorm van to be + het werkwoord + ing:I am cycling to school. We are cleaning the house right now. IsLiveGoFeelsFails  Is tryingIs drivingAre visitingIs spendingAm waving forgets - Present simple (het is een gewoonte/regelmatige gebeurtenis (always)).Is firing - Present continuous (het gebeurd nu (as we speak))Is delivering - Present continuous (het gebeurd nu (right now))builds - Present simple (want het is een feit)Are spending - Present continous (het gebeurd nu (at the moment))photographs- Present simple (het is een gewoonte/regelmatige gebeurtenis (often)) myhimthemItherYour  Hier volgt een voorbeeldantwoord:Hi there! My name is Alex Morgan. I’m from Toronto, Canada, and I am 15 years old. I enjoy playing basketball after school. I speak English and a little bit of French.I have two friends from different parts of the world. My friend Maria is from Madrid. That’s in Spain. She is 16, and she loves to paint. Maria speaks Spanish, and she is learning English in school.Another friend of mine is Kenji. He is 17 and lives in Tokyo, Japan. Kenji likes playing video games in his free time. He speaks Japanese, and he also studies English to talk with people around the world.Tips:Kijk goed na of je voldoende woorden hebt gebruikt.Vraag een beoordelingsformulier van je docent zodat je een goed beeld hebt van hoe de schrijfopdracht wordt beoordeeld.Het is lastig om je eigen tekst na te kijken. Vraag daarom aan je (bijles-)docent of die je brief voor je wil nakijken.Let op: schrijf I (ik) altijd met een hoofdletter; hetzelfde geldt voor maanden van het jaar en dagen van de week, maar niet voor seizoenenLet goed op het volgende in het voorbeeld:Het omvat alle punten van de opdracht (en hou je strikt aan de opdracht)Vermijd ‘contractions’ zoals: it’s, I’m , I’ve, can’t, you’ll enz.Het gebruik van nette en formele taalEen vriendelijke toonCorrecte lay-out en alinea’s