LWEO Het resultaat 4e ed - Hoofdstuk 1 t/m 4 - oefentoetsen & antwoorden

Incidentele opbrengsten zijn opbrengsten die niets te maken hebben met de eigenlijke activiteiten van een onderneming. Proportionele variabele kosten zijn variabele kosten die evenredig met de productie of afzet stijgen. Vennootschapsbelasting is de belasting die een bv of een nv betaald over de winst / het resultaat dat zij behalen. De dekkingsbijdrage is het bedrag dat een onderneming per product overhoudt om de constante kosten te dekken (berekent door de verkoopprijs – variabele kosten per stuk). Vaste kosten zijn kosten die niet veranderen met de productie- of verkoopomvang. Voorbeelden: huur van een gebouw, salarissen van vast personeel. DienstenGoederenGoederenDiensten Breakeven-afzet = Cp-v Een stijging van de verkoopprijs verhoogt de opbrengst per verkochte eenheid, waardoor de break-evenafzet daalt. Het bedrijf hoeft minder eenheden te verkopen om de kosten te dekken.Een toename van de constante kosten verhoogt de totale kosten, waardoor de break-evenafzet stijgt. Het bedrijf moet meer eenheden verkopen om break-even te draaien. Wanneer de variabele kosten per product hoger zijn dan de verkoopprijs, zal het verlies toenemen (of winst afnemen) naarmate de afzet ook toeneemt. Toelichting: Stel: - Verkoopprijs € 10,00- Variabele kosten per stuk € 12,00 - Constante kosten: € 5.000 winst bij verkoop 1.000 stuks: (€ 10,00 - € 12.00) * 1.000 - € 5.000 =            -/- € 7.000winst bij verkoop 2.000 stuks: (€ 10,00 - € 12.00) * 2.000 - € 5.000 =            -/- € 9.000 Het bedrijf is een nv of een bv, dit zijn namelijk de enige twee rechtsvormen die vennootschapsbelasting betalen. € 23.000 / 19 * 100 = € 121.052,63Toelichting: Tim moest 19% belasting betalen, dit staat gelijk aan € 23.000. Als je weet hoeveel euro 19% is, kan je 100% berekenen. Eerst deel je € 23.000 door 19, dan weet je 1%. Daarna vermenigvuldig je dit met 100. Omzet – kosten = winst.€ 500.000 – kosten = € 121.052,63Kosten = € 500.000 - € 121.052,63 = € 378.947,37 Zoals af te lezen uit de grafiek bedragen de constante kosten € 5.000.000.BEA = C / (p – v)P = € 60V = (25.000.000 – 5.000.000) / 500.000 = € 40BEA = € 5.000.000 / (€ 60 - € 40) = 250.000 st250.000 * € 60 = € 15.000.000BEA = C / (p – v)C = € 5.000.000 * 1,2 = € 6.000.000BEA = € 6.000.000 / (€ 60 - € 40) = 300.000 stBij een afzet van 300.000 stuks is er al quitte gespeeld, door 600.000 stuks te verkopen wordt er dus winst behaald. Ze moeten dus ingaan op het aanbod. Loonkosten zijn variabel bij een 0 urencontract. Voor elk uur dat de arbeidskracht ingezet wordt, stijgen de kosten. Loonkosten zijn constant bij een vast 40 urencontract. Ze zijn dan onafhankelijk van de productie.  Brutowinst = Omzet – variabele kosten = €50.000 - €25.000 = €25.000Toelichting: aangezien de variabele kosten alleen uit de inkoopkosten bestaan, haal je deze volledig van de omzet. Omzet: €50.000Inkoopwaarde van de omzet (variabele kosten): €25.000 -Brutowinst: €25.000Vaste kosten: €15.000Marketingkosten: €   5.000 +Overige kosten: € 20.000 -Bedrijfsresultaat: €   5.000Dekkingsbijdrage per boeket = Verkoopprijs - Variabele kosten€25 - €12,50 = €12,50Break-evenafzet = Vaste kosten / Dekkingsbijdrage per boeket €15.000 / €12,50 = 1.200 boekettenBreak-evenomzet = Break-evenafzet * Verkoopprijs  1.200 x €25 = €30.000Berekening zonder marketingcampagne (op basis van mei-omzet):Omzet in mei (20% minder dan juni): €50.000 / 1,20 = €41.666,67Variabele kosten in mei (20% minder dan juni): €25.000 / 1,20 = €20.833,33 -Brutowinst in mei: €20.833,34Vaste kosten in mei: €15.000      -Bedrijfsresultaat zonder marketingkosten: €5.833,34Toelichting: In juni waren de omzet en variabele kosten 20% hoger. €50.000 is dus 100% + 20% = 120%.  Om op 100% te komen, kan je € 50.000 delendoor 120% en vermenigvuldigen met 100%; of in een keer delen door 1,20. Effect van marketingcampagne in juni:Omzet in juni: €50.000Variabele kosten in juni: €25.000 -Brutowinst in juni: €25.000Vaste kosten in juni: €15.000Marketingkosten in juni: €  5.000 +Overige kosten: € 20.000 -Bedrijfsresultaat in juni: €   5.000Conclusie:Het bedrijfsresultaat zonder de marketingcampagne (in mei) was €5.833,34. Het bedrijfsresultaat met de marketingcampagne (in juni) was €5.000. De marketingcampagne heeft geleid tot een lager bedrijfsresultaat (€5.000) vergeleken met de maand ervoor zonder de campagne (€5.833,34), ondanks de toename in omzet.Toelichting: Hoewel de marketingcampagne de omzet heeft verhoogd, zijn de extra kosten van de campagne hoger dan de extra winst die gegenereerd werd door de hogere omzet. Hierdoor is het bedrijfsresultaat lager dan zonder de campagne. (5 * € 2.400) + € 12.500 + € 4.300 = € 28.800 € 28.800 p-€ 23,79 = 24.000 P – € 23,79 = € 28.800 / 24.000 = € 1,20P = € 23,79 + € 1,20 = € 24,99 Eindwaarde = beginwaarde + investeringen – afschrijvingen€ 175.000 = € 150.000 + (€ 54.450 / 1,21) – afschrijving€ 175.000 = € 195.000 – afschrijvingAfschrijvingen = € 195.000 - € 175.000 = € 20.000Toelichting: De btw is niet voor de onderneming, hierdoor moet je de btw van de investeringen afhalen.