Biologie voor Jou MAX 2021 deel A - Thema 1 - Planten en dieren oefentoetsen & antwoorden

- Levend is een organisme dat levenskenmerken vertoont.- Dood is een organisme dat geen levenskenmerken meer vertoont.- Levenloos is iets wat nooit geleefd heeft.Bijvoorbeeld: water, kooldioxide, zuurstof, zand.Toelichting:Er zijn zeven levenskenmerken waaraan je kunt zien dat iets leeft en dus een organisme is. De zeven levenskenmerken zijn: ademhalen, voeden, uitscheiden, waarnemen, bewegen, voortplanten, groeien.Tip! Leer de zeven levenskenmerken uit je hoofd. a. De zaadhuid beschermt het zaad.b. Het kiemplantje haalt tijdens de groei zijn voedingsstoffen uit de zaadlobben.Tip!Ken de verschillende stadia van de levenscyclus van een zaadplant. a. Gedaantewisselingb. ei, larve, pop en imago (volwassen koolwitje). Tip: Ken de verschillende stadia van de levenscyclus van een kikker en van een vlinder. a.   Lichamelijke ontwikkeling, Geestelijke ontwikkeling,Motorische ontwikkeling.  b.    1.  puber        2.  peuter       3.  kleuter       4.  adolescent       5.  schoolkind       6.  volwassene       7.  oudere of bejaarde       8.  babyTip! Leer de drie soorten ontwikkeling bij de mens uit je hoofd.  a.   Het proces waarbij groene planten met zonlicht glucose maken.Het proces waarbij groene planten zowel kooldioxide als water verbruiken.  b.  water (H2O) + koolstofdioxide (CO2)  + licht –-----> Glucose (C6H12O6) + Zuurstof (O2)Toelichting:- De fotosynthese kan alleen plaatsvinden in groene planten en wanneer er licht is.- Leer de formule van de fotosynthese uit je hoofd en probeer deze formule ook te begrijpen. a. Om zich te verdedigen tegen vijanden. Bijvoorbeeld bramenstruiken hebben stekels           op hun stengels zodat de vruchten niet gegeten worden door dieren en mensen.b. De dikke stengels en kleine bladeren (stekels) van cactussen kunnen het vocht goed        vasthouden zodat ze bij grote droogte minder snel uitdrogen door verdamping. a.Je kunt  waarnemen zien doordat de hond in het plaatje naar een            bepaalde richting kijkt.Je kunt de uitscheiding waarnemen wanneer de hond bijvoorbeeld tijdens het uitlaten poept en/of plast. Dit kun je in het plaatje niet zien.Je kunt in het plaatje zien dat de hond ademhaalt (tong uit de mond).b.  Waarnemen helpt een hond te reageren op veranderingen in de omgeving.     Een hond gebruikt bijvoorbeeld zijn zintuigen (bijv. ogen, neus) om te kijken waar hij      voedsel kan vinden. a.   het komkommerpitje is een zaadjehet zaadje neemt water op via het poortje, het zaadje zwelt op en de zaadhuid breekt open.het worteltje komt naar buiten. het worteltje groeit de grond in en de zaadlobben komen boven de grond.het kiemplantje groeit en gebruikt hierbij voedingsstoffen uit de zaadlobben.het kiemplantje wordt groter en krijgt meer bladeren, de zaadlobben verdwijnen.er is een volwassen komkommerplant ontstaan.aan de komkommerplant ontstaan bloemen. Uit de bloemen ontstaan komkommervruchten met zaadjes.b. De groei kun je herkennen aan het groter en zwaarder worden van de komkommerplant.De ontwikkeling kun je herkennen aan de veranderingen in de bouw van de komkommerplant. Bijvoorbeeld de wortels van de komkommerplant gaan zich vertakken zodat ze beter water kunnen opzuigen uit de bodem. a. Kikkervisjes leven volledig in het water en zij halen adem door hun kieuwen. Tijdens    de metamorfose beginnen de kieuwen te verdwijnen en de longen te ontwikkelen.     Tijdens deze overgangsfase kan het kikkervisje ook deels ademen via de huid omdat         de kieuwen verdwijnen en de longen nog niet volledig functioneel zijn.    De volwassen kikker ademt voornamelijk met zijn longen wat belangrijk is     voor het leven op het land.b. Overeenkomst: zowel de kikkers als de vlinders beginnen hun levenscyclus met      eitjes. De larven van zowel de kikker (kikkervisje)  als de vlinder (rups) lijken niet op       de volwassen vorm.     Verschil: De kikker heeft in tegenstelling tot de vlinder geen popfase.     Beide juist. Toelichting: De voortplantingsorganen zijn al wel bij de geboorte aanwezig maar worden actief tijdens de puberteit. a. Bij de fotosynthese vindt alleen plaats onder invloed van (zon)licht. ‘s Nachts vindt er alleen verbranding plaats en geen fotosynthese.b. Bij de fotosynthese wordt er voeding (glucose) en zuurstof geproduceerd.    Bijna alle levende wezens kunnen niet zonder voeding en zuurstof. a. Het voedsel van een scholekster bestaat voornamelijk uit schelpdieren. Met deze lange, stevige snavel kan de scholekster gemakkelijk schelpen openen en het zachte deel van de schelp opeten.b. - Zoolgangers lopen op de hele voetzool (bijvoorbeeld een beer).    - Teengangers lopen op de tenen (bijvoorbeeld een kat).    - Topgangers lopen op de toppen van de tenen (bijvoorbeeld een paard). Het is voor een leeuw belangrijk dat zij jongen krijgt voor de instandhouding van de soort. Op deze manier draagt de leeuw bij aan het voortbestaan van de leeuwenpopulatie. Toelichting: Naast het voortbestaan van de leeuwenpopulatie zorgen jongen ook voor de stabiliteit in de leeuwentroep. Het hormoon auxine zorgt ervoor dat het gedeelte van de stengel aan de schaduwzijde harder groeit dan het gedeelte van de stengel aan de zonzijde. Het gevolg is dat de stengel zich kromt trekt waardoor de stengel naar de zon toebuigt. Kieuwen verdwijnen en longen ontwikkelen zich.Staart verdwijnt en poten ontwikkelen zich. De hersenen van een baby zijn al voor een groot deel ontwikkeld. Met andere woorden de  hersenen maken in de eerste levensjaren een snellere ontwikkeling door dan de andere delen van het lichaam. De snelle groei is belangrijk voor de geestelijke en motorische ontwikkeling. Dode planten, bomen en andere organismen hebben hun energie uit de fotosynthese gehaald. Deze organismen werden gedurende vele jaren samengedrukt door nieuwe lagen zand. Onder deze grote druk en de warmte werden deze organische resten omgezet in fossiele brandstoffen. In de evolutie is gebleken dat giraffen met een langere nek beter aan voedsel konden komen dan giraffen met een kortere nek. De meeste bomen in het gebied waar ze leefden waren hoge bomen.