All Right! MAX - Hoofdstuk 3 - New York oefentoetsen & antwoorden

in de binnenstadpassagierbekendvrolijkvrijstaand huispostkantoorkostuumTraditie fareelevatortaxicabdiscoverpersonalitychurchhostemotions pay attentionon top ofticketsadscaryjourneyheighttiredDe woorden die overblijven zijn verkeer en aardig. hugeclose tositevisitwaitfunnyImaginequite Is everything all right with Emma?How is your father?She’s tall, blonde and gorgeous.He’s a bit shy, but he’s really nice.Could you repeat that, please?I’m sorry, I didn’t get that.I hope you’re having a great time.I wish you the best of times. is (Natasha = She)are (Jack and I = We)are (July and Amy = They)are (You and I = We)is (The dog = It)are (You and Sam = You (Jullie))Toelichting:Present continuousVorm: am / are / is + werkwoord + -ingI amYou areHe / she / it isWe / you / they are most beautiful (overtreffende trap – langer woord)bigger (vergrotende trap - korte woorden die eindigen op een klinker + een medeklinker. Hier verdubbel je de laatste medeklinker)oldest (overtreffende trap)most interesting (overtreffende trap – langer woord)hotter (vergrotende trap - korte woorden die eindigen op een klinker + een medeklinker. Hier verdubbel je de laatste medeklinker)best (overtreffende trap – onregelmatige vorm)cheaper (vergrotende trap)busiest (overtreffende trap - Als een woord eindigt op een -y, dan verandert de -y naar -iest)Toelichting:Comparisons  (De trappen van vergelijking)Hoe vergelijk je mensen, dieren en dingen in het Engels?Je hebt de stellende, vergrotende en overtreffende trap.- De stellende trap is de standaardvorm van een bijvoeglijk naamwoord of bijwoord. - De vergrotende trap gebruik je om twee mensen/dieren/dingen met elkaar te vergelijken- De overtreffende trap gebruik je om aan te geven dat iets het beste is.De regels voor de trappen van vergelijking in het Engels zijn:Bij korte woorden gebruik je -er (than) en the … -est.Voorbeeld: A scooter is faster than a bicycle, but a car is the fastest. Als een woord al eindigt op een -e, komt er alleen nog maar -r / -st achter.Voorbeeld: nice – nicer - nicest. Als een woord eindigt op een -y, dan verandert de -y naar -ier / -iest.Voorbeeld: busy – busier - busiest. Enkele uitzonderingen zijn:korte woorden die eindigen op een klinker + een medeklinker. Hier verdubbel je de laatste medeklinker. Voorbeeld: sad – sadder – saddest. onregelmatige woorden, zoals: good - better - best bad - worse – worstBij langere woorden gebruik je more (than) en the most.Voorbeeld: Thelma is more beautiful than Eve, but Cynthia is the most beautiful girl I know. Zie boek voor meer voorbeelden. are … cryingis spending (My brother = He → is)is sleepingare not goingis not staringIs … lookingToelichting:Present continuous: meaning and use De present continuous wordt gebruikt om aan te geven dat iets bezig is op het moment dat je erover praat of schrijft. Vorm: am, are, is + werkwoord + -ing. Voorbeeld: I am cooking. He is cooking. We are cooking.Bij vragen komt am, are of is voor het onderwerp te staan.Voorbeeld: Is he cooking?In ontkenningen voeg je not (of de verkorte vorm n’t) toe.Voorbeeld: I am not cooking. We aren’t cooking.Regels voor de spelling van werkwoorden in de present continuous: Basisregel: hele werkwoord + -ing. Voorbeeld: see – seeing.Woorden die eindigen op -e: drive – driving.Woorden die eindigen op -ie: die – dying.Verdubbel de laatste letter bij woorden die eindigen op één -l: travel - travelling Verdubbel de laatste letter bij korte woorden die eindigen op één klinker + medeklinker: run – running.Verdubbel de laatste letter bij woorden die eindigen op één klinker + medeklinker, maar alleen als de klemtoon op de laatste lettergreep valt. Begin – beginning.Zie boek voor meer voorbeelden. are … taking (nu)am taking (nu)is … doing (nu)does (regelmatig)Are … playing (nu)are running (nu)See (vaak)are going (nu)do not / don’t allow (gewoonlijk)am lacking (nu)do not / don’t eat (nooit)am having (nu)is singing (nu)happens (nooit)is … doing (nu)takes (gewoonlijk)Toelichting: Present continuous vs present simple Nu of altijd? Present continuous of present simple? Je gebruikt de present continuous (am, are, is + werkwoord + -ing) als je wilt zeggen dat iets bezig is of aan de gang is op het moment dat je erover praat of schrijft.Voorbeeld: I am shopping with my friends. Je gebruikt de present simple als iets altijd, gewoonlijk, vaak, regelmatig, soms of nooit gebeurt. Voorbeeld: He tells that story often. Voor I, you, we, they gebruiken we het hele werkwoord, voor he, she, it gebruiken we werkwoord + (e)s. Voorbeeld: You live. He lives. She goes.Zie boek voor meer voorbeelden. Let op: Dit is een voorbeelduitwerking. Jouw geschreven stukje kan er dus heel anders uit zien dan onderstaand voorbeeld. Je kunt dit op verschillende manieren schrijven.On Christmas, I spend the day with my family at my grandparents' house, which is cozier than anywhere else. We have the best time together, eating my grandma’s roast chicken, which is tastier than anything else we eat all year. We also drink hot chocolate and play games. My youngest cousin is usually most excited about opening presents!58 wordsTips:Het is lastig om je eigen tekst na te kijken. Vraag daarom aan je (bijles-)docent of die je tekst voor je wil nakijken. Let in ieder geval goed op het volgende in de tekst:Het omvat alle punten van de opdracht, Er zitten geen spelfouten in, De stijl van de tekst is informeel en lijkt op spreektaal,De toon is licht en vriendelijk,Er is veel afwisseling: bijna alle zinnen beginnen anders.Let op: Je mag uitroeptekens gebruiken, maar gebruik ze niet te veel.