Think 1 2nd edition (A2) - Unit 3 en 4 - We are what we eat & All in the family oefentoetsen & antwoorden

(Bell) pepperCoffeeSaladTomatoCake / Pie Was or wereIwasYouwereHe/she/itwasWewereYouwereTheywere WereWasWasWereWere  This is Jamie’s backpack. - JamieSuzie has lost her phone. - SuzieThe house’s roof came down with a bang. - (the) houseThis laptop is mine. - Not in the sentence, I or me.Can you pass me my shoes please? - Not in the sentence, I or me.I don’t think his laptop is in here. - Not in the sentence, he or him.Toelichting:Je kan possessive adjectives en possessive pronouns maken. Dit zijn allebei woorden waar je bezit mee aangeeft, maar je gebruikt ze iets anders.Possessive adjectives zet je voor het zelfstandig naamwoord en laten zien van wie iets is:My book, his shoes, her car, your friends, their house, our family.Possessive pronouns kunnen de combinatie van een possessive adjective en het zelfstandig naamwoord vervangen:This is mine, that one is yours, I have hers, this is theirs, where is oursAls laatste kan je soms ook bezit aangeven met de ‘s’:This is Carl’s car, have you seen the dog’s toy, where is Frank’s phone Countable - Het staat al in het meervoud, dus het moet wel telbaar zijn!Uncountable - Je kan er geen meervoud van maken (two rices kan niet).Countable - Het staat al in het meervoud, dus het moet wel telbaar zijn!Countable - Je kan er namelijk meervoud van maken: Two sweaters.Countable - Je kan er namelijk meervoud van maken: Two mailboxes.Uncountable - Je kan er geen meervoud van maken: (two furnitures kan niet). SomeASomeAnyAnAnyToelichting:Some, any en a(n) zijn de Engelse vertalingen van enkele/een paar en het lidwoord een. Welke je kan gebruiken hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bijhoort:Some en any gebruik je met zelfstandige naamwoorden in het meervoud of ontelbare zelfstandige naamwoorden. Any gebruik je bij ontkennende zinnen en vraagzinnen, some gebruik je alleen als je specifiek ergens om vraagt of het juist aanbied.A(n) gebruik je als het zelfstandige naamwoord enkelvoud is. EnoughManyMuchMuchEnoughMany Toelichting:Much en many betekenen allebei ‘veel.’ Je gebruikt much met ontelbare zelfstandige naamwoorden (much water) en many bij telbare (many cookies).Enough betekent genoeg. Die gebruik je met allebei! (Enough coffee, enough cookies). HerMineOursMyHisTheirYours    A - Je moet het ei eerst breken om het te kunnen mixen (stap 2). Daarna komen B (stap 2) en C (stap 4) pas!C - Meel, bakpoeder, zout en suiker zijn allemaal droge ingrediënten.C - Dit wordt gebruikt om de pannenkoeken in te bakken (stap 4), niet in het beslag.Dit kan van alles zijn! Stroop, omdat je van lekker zoet houdt, fruit omdat je het lekker fris vind, enzovoort. Belangrijk is dat je aan de opdracht voldoet: Je noemt een ingrediënt en legt uit wat je lekker vind!  Hier volgt een voorbeeldantwoord:Dear Principal [Name],My name is [Name] and I would like to ask you somethingl. I want to ask if we can start a cooking club after school. This club will be for students who like cooking and want to learn easy recipes. We can share food and learn about different dishes.Do we have a room where we can meet after school? If yes, what time would be best for the club? We will need a place where we can cook safely.Also, is there a teacher who can help us with the club? It will be good to have a teacher to guide us and make sure everything is safe.Thank you for reading my letter. I hope we can start this cooking club soon.Best wishes,  [Your Name]Tips:Kijk goed na of je voldoende woorden hebt gebruikt.Vraag een beoordelingsformulier van je docent zodat je een goed beeld hebt van hoe de schrijfopdracht wordt beoordeeld.Het is lastig om je eigen tekst na te kijken. Vraag daarom aan je (bijles-)docent of die je brief voor je wil nakijken.Let op: schrijf I (ik) altijd met een hoofdletter; hetzelfde geldt voor maanden van het jaar en dagen van de week, maar niet voor seizoenenLet goed op het volgende in het voorbeeld:Het omvat alle punten van de opdracht (en hou je strikt aan de opdracht)Vermijd ‘contractions’ zoals: it’s, I’m , I’ve, can’t, you’ll enz.Het gebruik van nette en formele taalEen vriendelijke toonCorrecte lay-out en alinea’s