Geschiedenis Werkplaats 3e ed - Hoofdstuk 4 - Romeinen oefentoetsen & antwoorden

a) Kleine groep van aanzienlijke mensenb) Vorst van een groot rijk.c) (1) christelijk gebedshuis. (2) organisatie van christenen.d) Uitbreiding.e) Zwaardvechter voor volksvermaak.f) Toestaan van andere culturen en meningen.g) Iemand een andere godsdienst aan laten nemen (zich bekeren: een andere godsdienst aannemen)h) Grens van het Romeinse Rijk.i) Personen met machtj) Als een staat zijn macht uitbreidt over een groot gebied. a) Burgeroorlog.b) Godsdienstvrijheid.c) Antieke cultuur.d) Volksverhuizing.e) Brood en spelen. 1 - d2 - e3 - c4 - b5 - a In het begin was Rome een koninkrijk, maar in 509 v. Chr. werd het een republiek.  In 27 v. Chr kwam Octavianus aan de macht en werd het Romeinse Rijk een keizerrijk. a) De titel die Octavianus ging gebruiken was: Caesar.. b) Deze titel betekent: keizer. c) De speciale naam die Octavianus kreeg was: Augustus.Toelichting: Octavianus, dus keizer Augustus, was de eerste keizer van het Romeinse Rijk en niet Julius Caesar. Veel verarmde boeren trokken naar de stad om daar een nieuw bestaan op te bouwen. Veel boeren zakten daar af tot het proletariaat, de massa die niets bezat, alleen kinderen (Latijn: proles). a) De autoriteiten deden dit om het volk rustig te houden en om zelf populair te worden.b) 1) Er waren gratis paardenwedstrijden in renbanen.2) Er waren spectaculaire shows, zoals gevechten met wilde dieren.3) Er waren gevechten tussen gladiatoren (zwaardvechters). Extra info: https://schooltv.nl/video/brood-en-spelen-van-julius-caesar-voor-het-romeinse-volk/#q=brood%20en%20spelen - In Brittannië waren soldaten uit Afrika geplaatst en tempels voor de Egyptische godin Isis en de Perzische god Mithras gebouwd.- In Rome woonden mensen uit alle delen van het rijk en daarbuiten, zoals zwarte Afrikanen, donkere Arabieren, blonde Friezen en roodharige Pikten uit Schotland. - Er werden verschillende talen gesproken. a) Niet waar. De Romeinen hadden een polytheïstische godsdienst ( meerdere goden).b) Waar.d)Niet waar. Christenen werden vervolgd totdat er godsdienstvrijheid kwam. Later werd het zelfs een staatsgodsdienst. e) Waar. a) Volgens de Romeinen was Jezus een opstandeling en dus arresteerden ze hem in Jeruzalem en kruisigden hem als een zware misdadiger. b) De volgelingen van Jezus geloofden dat hij door kruisiging was gestorven om de mensen te verlossen van hun zonden. Ze noemden hem Christus (Grieks voor Messias, oftewel Verlosser) en geloofden dat hij de zoon van God wasTip!Herhaal (een deel) van de vraag in je antwoord.  Op de afbeelding staat een beeld van Julius Caesar. Caesar dwong de senaat in 44 v. Chr. hem voor het leven tot dictator (alleenheerser) te benoemen. De senaat had dus niet meer de macht. Twee maanden later werd Caesar door een groep senatoren vermoord. In 27 v. Chr. kwam Octavianus aan de macht. Hij werd keizer Augustus en maakte een einde aan de republiek. Deze bron is zeker bruikbaar, want het is een bron uit de tijd zelf en daarom een betrouwbare bron. Het laat goed zien hoe het leven van slaven was. In gebouwen bouwden Romeinen bijvoorbeeld Griekse zuilen, maar ze verwerkten ook eigen elementen zoals ronde bogen. Beide elementen zie je goed terug in de afbeelding. a) De Romeinen besloten de Rijn als grens van hun rijk te gebruiken, want deze was goed verdedigbaar. b) De Latijnse benaming voor deze grens is: Limes. Toelichting: De Limes liep dwars door Nederland, waar ze forten en legerkampen langs de grens bouwden.