Bedrijfseconomie in Balans 9e ed
- Domein F1 - Hoofdstuk 32 t/m 34
oefentoetsen & antwoorden
9e editie
Klas 4-5-6|Vwo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:
Interne verslaggeving
Krediettermijnen
Aangifte omzetbelasting
Verschil tussen kosten en uitgaven, inkomsten en opbrengsten
Accrual accounting en matchingprincipe
Overlopende (transitorische) posten
Financiële overzichten (balans, resultatenbegroting en liquiditeitsbegroting)
Kritische succesfactoren en prestatie-indicatoren
Voorraadgrootheden en stroomgrootheden
Examendomein F1
Toets Bedrijfseconomie
Bedrijfseconomie in Balans 9e ed
Online maken
Toets afdrukken
EindantwoordFinanciële informatie heeft altijd betrekking op het verleden. Deze cijfers geven hebben wel iets van voorspellende waarde naar de toekomst toe, maar cijfers vanuit het verleden zijn nooit een garantie voor de toekomst. Daarom kijken organisaties ook vaak naar niet-financiële informatie, die een grotere voorspellende waarde hebben ten aanzien van het toekomstig functioneren van de organisatie. Voorbeelden hiervan zijn:Marktontwikkelingen • Innovatiekracht • klanttevredenheid • efficiency • leveringstermijn • kwaliteit van processenDergelijke niet-financiële informatie zegt vaak iets over het imago van de organisatie en kijkt ook naar interne sterktes en zwaktes, waarmee kansen op de markt kunnen worden aangegrepen of het effect van bedreigingen kunnen worden geminimaliseerd. EindantwoordKritische succesfactoren zijn factoren die bepalend zijn voor het succes van een onderneming. Dit kunnen zowel financiële als niet-financiële factoren zijn. Een voorbeeld van een financiële succesfactor is de winstgevendheid/rentabiliteit van een onderneming. Financiële succesfactoren zijn eenvoudig te meten. Zo kan de winstgevendheid van een onderneming absoluut worden gemeten door de omzet minus de kosten te berekenen (TO – TK) of door de winst uit te drukken in een percentage van het geïnvesteerd kapitaal (Return on investment / ROI). Niet-financiële succesfactoren zijn algemene zaken die moeilijk of niet te meten zijn, bijvoorbeeld klanttevredenheid of innovatiekracht. Bedrijven proberen deze niet-financiële succesfactoren toch meetbaar te maken op een bepaalde manier. Hiervoor worden dan kritische prestatie indicatoren (kpi’s) opgesteld, die wel meetbaar zijn. Zo kunnen de volgende kpi’s bijvoorbeeld worden gebruikt om klanttevredenheid te meten:Aantal klachten per periodeAantal retour gestuurde artikelen per periode Aantal keren dat klanten terugkomen Gemiddelde klantscore van klantenquêtes. EindantwoordEen resultatenbegroting gaat over de verwachte kosten en omzetten. Deze bedragen zijn altijd exclusief btw. Het gaat hier over de verandering van het eigen vermogen. Een liquiditeitsbegroting gaat over de verwachte inkomsten en uitgaven/ betalingen (cashflow). Deze bedragen zijn altijd inclusief btw. Het gaat hier om de verandering van de liquide middelen. Eindantwoord Nog te betalen bedragen 🡪 schuld, dus credit op de balans.Nog te ontvangen bedragen 🡪 vordering, dus debet op de balans.Vooruitbetaalde bedragen 🡪 vordering, dus debet op de balans.Vooruitontvangen bedragen 🡪 verplichting, dus credit op de balans.Jij hebt hier een bedrag ontvangen, maar jij moet de prestatie nog leveren aan de klant. Zolang deze prestatie niet geleverd is, staat het bedrag credit op de balans. Jij bent de klant iets verschuldigd. EindantwoordVoorraadgrootheden zijn grootheden die de waarde weergeven van een financieel aspect op een bepaald moment. Deze financiële aspecten vind je vaak terug op de balans, bijvoorbeeld de hoogte van de voorraad of de restschuld van een lening. Voor jou is het saldo op je bankrekening een voorraadgrootheid, want dit saldo heeft betrekking op een momentopname. Stroomgrootheden zijn grootheden die de waarde weergeven van een financieel aspect gedurende een bepaald periode. Deze financiële aspecten vind je vaak terug op de winst-en-verliesrekening, bijvoorbeeld de maandelijkse huurkosten of de jaarlijkse omzet. Voor jou is het loon dat je bij je bijbaantje verdient een voorbeeld van een stroomgrootheid, want dit loon heeft betrekking op een periode. Eindantwoord a)De jaarlijkse huur is €4.800. De maandelijkse huur is dus €4.800 / 12 = €400Eindantwoord b)€400, want de huurkosten zijn €400 per maand. Het moment van betaling is niet relevant voor de toerekening van de kosten. Eindantwoord c)€400, want de huurkosten zijn €400 per maand. Het moment van betaling is niet relevant voor de toerekening van de kosten. Eindantwoord d) €400, want dit zijn de kosten en kosten staan op de resultatenbegroting.Eindantwoord e)€4.800, want dit is de betaling/uitgave en uitgaven staan op de liquiditeitsbegroting. Eindantwoord f)Vooruitbetaalde huur voor een bedrag van €4.800. Dit is een vordering, want de huurbaas moet de tegenprestatie nog leveren, en staat dus debet op de balans.Eindantwoord g)Op 31 december zijn er vijf maanden voorbij (aug t/m dec). De huurbaas heeft 5 van de 12 maanden voldaan aan de tegenprestatie. Er zijn dus nog 7 maanden vooruitbetaald aan de huurbaas (jan t/m juli). 7 x €400 = €2.800 Werkwijze a)De uitgaven hebben betrekking op de betaling van de interest en aflossing. De uitgaven in de tweede helft van 2023 betreffen alleen de uitgaven op 31 juli 2023.Let op dat de interest van zes maanden betaald wordt op die datum. Het interestpercentage is per jaar, dus de interest van zes maanden is dan 6/12 deel. De interest wordt altijd berekend over de schuldrest. Bereken altijd eerst de schuldrest. Eindantwoord a)Schuldrest begin periode (dus na 31 januari): 80.000 – 7 x 5000 = € 45.000De interest die dan wordt betaald bedraagt: 45.000 x 0,06 x 6/12 = € 1.350In totaal wordt betaald 1350 + 5000 € 6.350Werkwijze b)Hierbij gaat het om de kosten, dus alleen de interest. Aflossingen zijn geen kosten. De tweede helft van 2023 is van 1 juli – 31 december. Interestkosten worden berekend over de schuldrest begin periode. Let op wanneer de aflossing plaats vindt, want hierdoor verandert de schuldrest! Eindantwoord b)Interestkosten juli = 45.000 x 0,06 x 1/12 = € 225 Interestkosten aug-dec = 40.000 x 0,06 x 5/12 = € 1.000Samen € 1.225 Eindantwoord c) De interest van juli is eind juli betaald. De interest aug-dec moet in januari betaald worden en staat nog op de balans als nog te betalen interest. Dit bedrag heb je bij b) al berekend. 40.000 x 0,06 x 5/12 = € 1.000Werkwijze d) Goed lezen is hierbij belangrijk!Let op de verdeling contante verkopen en verkopen op rekening. Houd rekening met de krediettermijnen van de verkopen op rekening. Een krediettermijn van twee maanden betekent dat er telkens 2 van de 3 maanden van de verkopen op rekening van vorig kwartaal worden ontvangen, oftewel 2/3 deel van de verkopen op rekening van het vorige kwartaal wordt dit kwartaal ontvangen (februari en maart).Van de verkopen op rekening van het huidige kwartaal wordt maar 1 maand dit kwartaal ontvangen (april), dus 1/3 deel van de verkopen op rekening. De overige twee maanden (mei en juni) worden ontvangen in kwartaal 3. Het helpt om voor jezelf een vaste rekenwijze te hanteren en een vaste manier om alles te noteren. Vergeet de btw niet! Eindantwoord d)Contante verkopen: 580.000 x 20% x 1,21 = € 140.360Op rekening kwrt 1: 580.000 x 80% x 1/3 x 1,21 = € 187.146,67Op rekening kwrt 2: 490.000 x 80% x 2/3 x 1,21 = € 316.213,33Totale ontvangsten = € 643.720,- Werkwijze a) De eindvoorraad wordt op de volgende manier berekend:Beginvoorraad + inkopen – verkopen (IWO) = Eindvoorraad De beginvoorraad kan worden afgelezen uit de beginbalansDe inkopen zijn gegeven. Let op dat de voorraad op de balans altijd exclusief btw is. De IWO kan worden berekend met de verstrekte gegevens. Eindoplossing a)Beginvoorraad + inkopen – IWO = EindvoorraadBeginvoorraad = €82.000Inkopen ex. Btw. = €30.855 / 121 * 100 = €25.500Inkoopwaarde van de omzet (IWO):Omzet – brutowinst = IWOOmzet = €54.389,50 / 121 *100 = €44.950Brutowinst is 45% van de IWO, dus de IWO = 100%De omzet is dan dus 145%!IWO = 44.950 / 145 * 100 = €31.000Eindvoorraad = 82.000 + 25.500 – 31.000 = €76.500Eindoplossing b)Incidenteel resultaat = verkoopwaarde – boekwaardeIncidenteel resultaat = €1.550 - €1.465 = €85 positief resultaatWerkwijze c)Let op dat de interestkosten van jan t/m nov te vinden zijn op de gegeven resultatenrekening. De interestkosten van december kun je berekenen. Eindoplossing c)Interestkosten jan t/m november = €1.843 (zie resultatenrekening)Schuldrest op 1 december = €78.453 (zie gegeven balans).Interestkosten december = 78.453 * 0,002 = €156,91 = €157. Totale interestkosten 2017 = €1.843 + €157 = €2.000Werkwijze d)Voor deze vraag moet je kunnen rekenen met annuïteiten, wat in hoofdstuk 8 en in hoofdstuk 19 is behandeld. Eindantwoord d)Aflossing = annuïteit – interest Annuïteit = €1.050 (gegeven in tekst)Interest december = €157 (zie vorige vraag)Aflossing = €1.050 - €157 = €893. Schuldrest eind december = €78.453 - €893 = €77.560Eindantwoord e) Mogelijke antwoorden zijn:Crediteuren betreft in deze opgave alleen de inkopen van voorraad. In zijn algemeenheid zullen bedrijven ook andere inkopen hebben dan alleen die van de voorraad. Over deze andere inkopen wordt ook btw betaald aan de leveranciers, die daarna teruggevorderd kan worden van de Belastingdienst. Crediteuren betreft alleen de inkopen op rekening. In deze opgave zijn alle inkopen in rekening. In zijn algemeenheid kunnen bedrijven ook inkopen hebben, die direct betaald moeten worden. Er wordt dan wel btw betaald over die inkopen, maar doordat er direct is betaald komen deze bedragen niet bij crediteuren terecht. Werkwijze f)Let op dat de winst-en-verliesrekening over geheel 2017 moet worden opgemaakt. Dit betekent dat de omzetten en kosten van december bij de bedragen per 30 november geteld moeten worden. Alle bedragen worden afgerond op hele euro’s. Let op dat je gegevens vanuit allerlei bronnen moet halen nu. Haal de benodigde informatie uit:De gegeven winst-en-verliesrekening per 30 november.De gegeven balans per 30 november. Informatie uit de tekstAntwoorden en berekeningen van eerdere vragen.Bij het opstellen van een financieel overzicht gaat het erom dat je de samenhang ziet tussen alle informatie én dat je al deze informatie overzichtelijk weet te bundelen tot één overzicht. Dat is eigenlijk één van de belangrijkste kerndoelen van het vak bedrijfseconomie. Eindantwoord f)Omzet Omzet december is al berekend bij vraag a) 🡪 €44.950Totale omzet 2017 = €464.000 + €44.950 = €508.950Incidenteel resultaatZie vraag b) 🡪 €85Inkoopwaarde omzetDe IWO van december is al berekend bij vraag a) 🡪 €31.000Totale IWO 2017 = 320.000 + 31.000 = €351.000Afschrijvingskosten inventarisMaandelijkse afschrijvingskosten zijn 1% van de boekwaarde.Vergeet niet dat op 1 december de boekwaarde is gedaald t.g.v. de verkoop van een deel van de inventaris!!!Afschrijvingskosten december = (€12.960 – 1.465) x 0,01 = €115Afschrijvingskosten 2017 = €1.960 + €115 = €2.075.InterestkostenZie vraag c) 🡪 €2.000 Resultaat voor winstbelasting wordt als salderingspost gebruikt om de debetzijde gelijk te maken met de creditzijde.Winst-en-verlies rekening van Händel Musik over heel 2017 (getallen in euro)KostenOpbrengstenInkoopwaarde omzet351.000Omzet508.950Loonkosten38.400Incidenteel resultaat (vraag b)85Afschrijvingskosten inventaris2.075Onderhoudskosten1.800Administratiekosten4.680Reclamekosten3.800Interestkosten2.000Overige huisvestingskosten3.276Resultaat voor winstbelasting102.004509.035509.035Werkwijze g)Alle bedragen worden afgerond op hele euro’s. Let op dat je gegevens vanuit allerlei bronnen moet halen nu. Haal de benodigde informatie uit:De gegeven winst-en-verliesrekening per 30 november.De gegeven balans per 30 november. Informatie uit de tekstAntwoorden en berekeningen van eerdere vragen.Bij het opstellen van een financieel overzicht gaat het erom dat je de samenhang ziet tussen alle informatie én dat je al deze informatie overzichtelijk weet te bundelen tot één overzicht. Dat is eigenlijk één van de belangrijkste kerndoelen van het vak bedrijfseconomie. Eindantwoord g) InventarisHoud rekening met zowel de verkoop op 1 december als de afschrijvingskosten over december.12.960 – 1.465 – 115 = €11.380VoorraadZie a) 🡪 €76.500Debiteuren40% van de verkopen is op rekening.Let op dat het hier om de verkopen incl. btw gaat. Het oude bedrag bij debiteuren zal in de maand december worden betaald en daarom verdwijnen (zie noot 2 bij de gegeven balans). Alleen de nieuwe verkopen op rekening blijven dus over. 40% van 54.389,50 = €21.756Te vorderen btwDeze wordt op 31 december volledig verrekend en betaald/ontvangen.Saldo wordt dus 0. Bank is de salderingspost. Die doen we als laatste. Eigen vermogenEV eind jaar = EV begin jaar + winst – prive opname Om het eigen vermogen begin jaar te berekenen zijn de gegevens per 30 november nodig. In het eigen vermogen per 30 november zit namelijk al de winst van jan t/m nov verwerkt. Ev begin jaar (1 jan) = 274.515 – 91.090 = €183.425183.425 + 102.004 – 25.000 = €260.429Hypothecaire leningZie d) 🡪 €77.560 Te betalen btwDeze wordt op 31 december volledig verrekend en betaald.Saldo wordt dus 0. De bank als salderingspost wordt uiteindelijk berekend door het totaal van de creditzijde te verminderen met het totaal van de posten aan de debetzijde.Balans Händel Musik per 31 december 2017 (getallen in euro)DebetCreditWinkelpand240.000Eigen vermogen260.429Inventaris11.380Voorziening onderhoud1.950Voorraad instrumenten76.500Hypothecaire lening77.560Debiteuren21.756Crediteuren30.855Vooruitbetaalde bedragen355Vooruitontvangen bedragen1.345Te vorderen btw0Te betalen btw0Bank20.928Kas1.220372.139372.139 Eindantwoord a) De interestkosten worden berekend over de totale schuldrest van het afgelopen jaar, dus 6% van €40.000.000 = €2.400.000Daarnaast moet er in maart €25.000.000 worden afgelost. De totale uitgaven bedragen dan €27.400.000 Werkwijze b)Gegeven is dat het volledige bedrag dat onder crediteuren op de balans staat betaald moet worden in het eerste kwartaal van 2015.De inkopen zijn gelijk aan de IWO, die terug te vinden is in de resultatenrekening (69 miljoen). Houd er rekening mee dat de IWO altijd exclusief btw wordt gegeven, terwijl de betalingen inclusief btw moeten plaatsvinden. De krediettermijn bedraagt 1 maand, wat betekent dat de inkopen op rekening van maart pas in het volgende kwartaal betaald hoeven worden. Dit betekent dat wel de inkopen op rekening van januari en februari (2 van de 3 maanden) dit kwartaal moet worden betaald. In totaal is dat dus 2/3 deel van de inkopen op rekening. Eindantwoord b) Crediteuren vorig kwartaal = €120.274.000 (dit bedrag is al inclusief btw).Totale inkopen eerste kwartaal = €69.000.000 exclusief btw. Contante inkopen = 10% van 69.000.000 = €6.900.000 Te betalen inkopen op rekening = 90% van 69.000.000 x 2/3 = €41.400.000Te betalen inclusief btw = (6.900.000 + 41.400.000) x 1,21 = €58.443.000120.274.000 + 58.443.000 = €178.717.000Werkwijze c)Kijk welke posten nog berekend moeten worden:Ontvangsten uit verkopenBetaling van huren Houd bij de ontvangsten weer rekening met de btw.Verwacht mag worden dat de debiteuren binnen drie maanden betalen. Let op dat op 1 februari de huur voor drie maanden wordt vooruitbetaald. Eindantwoord c)Ontvangsten uit verkopen153.600.000 x 1,21 = €185.856.000185.856.000 + 5.818.000 = €191.674.000 Betaling van huren3 x €6.250.000 = €18.750.000 Liquiditeitsbegroting V&D eerste kwartaal 2015 (getallen x €1.000)Ontvangsten uit verkopen191.674UitgavenBetalingen inkopen (vraag b)178.717Betaling lonen33.000Betaling huren18.750Betalingen 6% banklening (vraag a)27.400Overige uitgaven11.521Totale uitgaven269.388Saldo- 77.714ConclusieV&D komt €77.714.000 aan liquide middelen tekort voor het eerste kwartaal van 2015.Het kredietplafond is €80.000.000, maar op de balans is te zien dat hier al 19.877.000 van in gebruik is. Er blijf dus nog €60.123.000 over dat ze kunnen inzetten. Ze hebben aan liquide middelen nog €8.026.000Tekort: €77.714.000 – 60.123.000 – 8.026.000 = €9.565.000Eindantwoord d)Vooruitbetaalde bedragen staan altijd aan de debetzijde van de balans. Dit is omdat je al hebt vooruitbetaald aan een andere partij, maar deze partij moet de prestatie nog leveren. Jij hebt dus een vordering op die andere partij en vorderingen staan altijd debet op de balans. Op deze balans zal dat zijn onder de post overlopende activa. Werkwijze a) Gebruik de gegevens uit de investeringsbegroting om tot de debetzijde van de beginbalans te komen. Let op dat alle posten exclusief btw op de balans komen te staan, behalve wanneer het betalingen aan crediteuren betreft. Btw over inkopen wordt eerst betaald aan leveranciers, maar kan daarna worden teruggevorderd van de Belastingdienst. Deze btw vormt de post ‘te vorderen btw’ op de balans. Lees de investeringsbegroting goed door en vul dan de posten op de debetzijde van de balans één voor één in. Lees de tekst m.b.t. de financieringsbegroting door om tot de creditzijde van de beginbalans te komen. Let op dat je noot 3 moet gebruiken van de investeringsbegroting om het leverancierskrediet te bepalen. Dit leverancierskrediet vormt de post ‘crediteuren’. Voor de banklening mag je uitgaan van de gestelde €15.000.De post ‘eigen vermogen’ wordt de sluitpost van de beginbalans. Met deze post wordt het totaal van de creditzijde gelijkgesteld aan het totaal van de debetzijde. Eindantwoord a)Toelichting op eindantwoordCrediteuren: 75% van (€500 + 21% btw) = €453,75Te vorderen btw = 2.730 + 630 + 105 = €3.465Werkwijze b) De exploitatiebegroting bestaat uit omzet en kosten. Bekijk welke posten op de exploitatiebegroting nog moeten worden ingevuld en denk na welke informatie uit de opgave relevant is voor het invullen van dit schema. Let op dat op de exploitatiebegroting alle bedragen exclusief btw zijn! Bij de exploitatiebegroting gaat het er NIET om wanneer bedragen worden betaald of ontvangen! (Daar is de liquiditeitsbegroting voor, die hierna aan de beurt komt.)Vul de posten op de exploitatiebegroting één voor één in. De omzet kan simpelweg worden afgelezen uit de financiële gegevens. Het betreft alle verkopen exclusief btw. Let op dat inkoopwaarde (IWO) niet hetzelfde is als inkopen!Voor het berekenen van de IWO dien je gebruik te maken van noot 2 onder de financiële gegevens van januari 2017. Voor het berekenen van de afschrijvingskosten dien je o.a. gebruik te maken van noot 1 en noot 2 uit de investeringsbegroting. Financieringsresultaat = interestopbrengsten – interestkosten. Eindantwoord b) Toelichting op eindantwoordOmzet = 2.800 + 1.200 = €4.000IWO = 60% van €1.200 = €720Maandelijkse afschrijvingskosten:Kappersbus = €13.000 / 48 maanden = € 270,83Inventaris = (€3.000 – 40%) / 48 maanden = €37,50270,83 + 37,50 = €308,33 FinancieringsresultaatEr zijn geen renteopbrengsten, dus het financieringsresultaat bestaat alleen uit de rentekosten. Er is nog niets afgelost, dus de schuldrest = €15.000De rente bedraagt 0,75% per maand. Rentekosten = 0,0075 x €15.000 = €112,50Werkwijze c) Bij de liquiditeitsbegroting gaat het over de ontvangsten en uitgaven, oftewel de cashflow. Dit zijn bedragen inclusief btw! Bij ontvangsten uit verkopen en uitgaven aan inkopen dient altijd rekening te worden gehouden met een eventuele krediettermijn. Afschrijvingskosten zijn wel kosten, maar geen uitgaven! Die staan dus nooit op het liquiditeitsoverzicht. Aflossingen zijn wel uitgaven, maar geen kosten. Deze staan dus wel op het liquiditeitsoverzicht (maar nooit op de resultatenrekening). Privé-opnames zijn uitgaven en komen dus op het liquiditeitsoverzicht. Eindantwoord c)Toelichting op eindantwoordSaldo liquide middelen 1 januari wordt overgenomen vanuit de beginbalans 🡪 €1.500 Alleen de contante betalingen van deze eerste maand worden ontvangen in januari. Alle verkopen op rekening worden pas volgende maand ontvangen. Deze bedragen worden overgenomen uit de financiële gegevens januari 2017. Inkoop kappersartikelen is ook terug te vinden in de financiële gegevens januari 2017. Het betreft hier alleen de extra inkopen. Crediteuren = het bedrag dat nog moest worden betaald t.a.v. de aankoop van de beginvoorraad. Dit bedrag is terug te vinden op de beginbalans. Bij banklening gaat het om de betaling van de annuïteit, zijnde €311. De annuïteit bestaat uit de rente van €112,50 (berekend bij de exploitatiebegroting) en een deel aflossing. Zowel de betaling van rente als aflossing staan op de liquiditeitsbegroting, dus dat staat gelijk aan de betaling van de annuïteit.Privé betreft de privé opname van Anne. Hierdoor dalen de liquide middelen, dus voor het bedrijf is dit een uitgave. Mutatie liquide middelen = totale ontvangsten – totale uitgaven. De ontvangsten > uitgaven, dus neemt het saldo van de liquide middelen toe.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.