Seneca MAW 2e ed
- Hoofdstuk 11 - Modernisering
oefentoetsen & antwoorden
2e editie
Klas 4-5-6|Vwo
Deze oefentoets behandelt de terreinen van rationalisering, kenmerken van de moderne westerse samenleving, veranderingen in het vormingsvraagstuk, veranderingen in het verhoudingsvraagstuk, veranderingen in het bindingsvraagstuk, opvattingen van ideologieën over individualisering en paradoxen van modernisering.
Toets MAW
Seneca MAW 2e ed
Online maken
Toets afdrukken
VerhoudingsvraagstukVormingsvraagstukBindingsvraagstukVormingsvraagstukBindingsvraagstukVerhoudingsvraagstuk Rationeel versus emotioneelUitleg: In het voorbeeld is te lezen dat leerlingen vaak doelgericht handelen (zo goed mogelijk leren) om goede resultaten te halen in toetsweek, maar dat ze soms ook gewoon hun behoeften nastreven om te ontspannen (urenlang series kijken). Verzelfstandiging versus verafhankelijking Uitleg: Enerzijds zijn leerlingen heel zelfstandig zijn in het maken van keuzes, ze kunnen uit honderden opleidingen kiezen en mogen die keuze zelf maken. Anderzijds worden zij beperkt door afhankelijkheden van anderen. Ze zijn bijvoorbeeld van hun ouders of hun studiefinanciering afhankelijk als het gaat om het kunnen betalen van een kamer. Generalisering versus pluraliseringUitleg: Er steeds meer sprake van een universele cultuur, waarin bijvoorbeeld talen steeds meer op elkaar gaan lijken. Dit leidt tot een tegenbeweging: mensen hebben steeds meer de behoefte aan hun eigen cultuur in hun vertrouwde leefomgeving, dit zie je terug in de nadruk die in Limburg ligt op het spreken van een dialect. Hier past het sociaal-culturele gebied.Uitleg: zelfontplooiing staat centraal, dat zie je terug in ‘het beste uit jezelf halen’.Hier past het economische gebied.Uitleg: hoge mate van arbeidsdeling, dus veel banen. Of: kapitalistisch systeem waarin arbeid wordt aangeboden in ruil voor geld.Hier past het demografisch gebied.Uitleg: er is sprake van urbanisatie, de bevolking concentreert zich in stedelijke gebieden.Hier past het politieke gebied.Uitleg: de overheid garandeert sociale grondrechten via een verzorgingsstaat. Werkwijze:Kijk goed naar de lijnen en denk na over de vraag waarom 4 lijnen stijgen en 2 lijnen dalen.Koppel een uitleg van beide lijnrichtingen aan de omschrijving van één van de ontwikkelingen horend bij de veranderingen in het vormingsvraagstuk. Let op: je kunt voor beide lijnrichtingen dezelfde ontwikkeling binnen het vormingsvraagstuk gebruiken.Antwoord: De vier stijgende lijnen wijzen erop dat mensen tussen de 40 en 80 jaar oud in de periode van 2000 tot 2016 steeds vaker gescheiden zijn. Dit past bij de ontwikkeling dat familie steeds minder belangrijk is geworden / dat collectieve identiteit steeds meer vervaagd is / dat mensen steeds meer ruimte hebben gekregen voor het maken van hun eigen keuzes. Dankzij deze ontwikkeling, is het veel makkelijker geworden om te kiezen voor een scheiding. De twee stijgende lijnen wijzen erop dat mensen tussen de 20 en 40 jaar steeds minder vaak scheiden, dit is waarschijnlijk zo omdat jongere volwassenen veel minder vaak getrouwd zijn, ze kunnen dan dus ook niet scheiden. Hierin is dezelfde ontwikkeling te herkennen, omdat deze ontwikkeling ook de ruimte gaf aan mensen om een leven te leiden zonder getrouwd te zijn. Werkwijze:Kijk naar de percentages en ontwikkelingen van zowel de bovenste als de onderste lijn, vraag je ook af wat het verschil tussen deze twee lijnen betekent.Koppel aan beide (samenhangende) ontwikkelingen de bijpassende stof die hoort bij binding in het maatschappelijk middenveld.Antwoord: Aan de bovenste lijn kun je zien dat steeds minder mensen een kerkelijke gezindte hebben, in het jaar 2000 nog 60%, in het jaar 2015 al minder dan 50%. De stof die past bij de ontwikkeling van beide lijnen, is dat het belang van religie sterk is afgenomen (en nog steeds afneemt). Aan de onderste lijn kun je zien dat steeds minder mensen tenminste maandelijks een kerk bezoeken, maar wat je hier vooral aan kunt zien is dat er veel minder mensen een kerk bezoeken dan dat er mensen een kerkelijke gezindte hebben. In de grafiek kun je dus zien dat voor alle 18+-ers tussen de twee lijnen - dus ongeveer 35% van de mensen in 2015 - religie wel nog van belang is in de privésfeer. Werkwijze:Bedenk welke twee politieke hoofdstromingen er zijn naast de stroming sociaaldemocratie en wat deze stromingen vinden van individualisering.Bekijk dan de gegevens uit de tabel en vraag je af welke stroming positief en welke stroming negatief zal oordelen. Koppel de relevante informatie van beide politieke hoofstromingen aan de gegevens uit de grafiek.Antwoord: Het liberalisme beschouwt individuele vrijheid als het hoogste goed / vindt individualisering een positieve ontwikkeling / vindt dat mensen vrijwillig hun bindingen moeten kunnen kiezen. Het confessionalisme vindt het van belang dat mensen in een gemeenschap samen leven / dat mensen bij elkaar betrokken zijn / vindt dat individualisering een negatieve ontwikkeling is. In de grafiek is te zien dat ongeveer de helft van de mensen nog een gezindte heeft en ongeveer de helft niet en dat mensen die wel nog een gezindte hebben daarvoor vaak niet naar de kerk gaan.Dit duidt erop dat mensen zelf kunnen beslissen of ze gelovig zijn en of ze naar de kerk gaan, dat zien de liberalen als iets positiefs. Er blijkt immers individuele vrijheid / vrijwillig kiezen van bindingen uit. De confessionelen zullen negatief staan tegenover de gegevens in de grafiek, omdat daaruit af te lezen is dat mensen voornamelijk individueel geloven en amper (samen) naar de kerk gaan, dat duidt op weinig samenleven in een gemeenschap / betrokkenheid bij elkaar. Werkwijze:Bedenk goed wat de vier aspecten van de individualistische prestatiesamenleving inhouden en bedenk vervolgens welke van deze vier aspecten volgens het artikel kan verklaren dat de sociale ongelijkheid groter wordt als meer mensen een tussenjaar nemen.Bedenk dan welke informatie uit het artikel je nodig hebt. Tip: je hebt twee verschillende stukjes nodig, zodat je deze in je antwoord met elkaar kunt verbinden.Koppel vervolgens het argument dat een tussenjaar de sociale ongelijkheid vergroot aan het betreffende aspect én de twee stukjes informatie uit de tekst.Antwoord: Het betreffende aspect is de onderschatting van het belang van factoren als etniciteit, geslacht en maatschappelijke afkomst op de maatschappelijke kansen van mensen.Uit het artikel blijkt dat mensen die een tussenjaar nemen hun horizon kunnen verbreden en dat het verdieping en kennis kan opleveren. Hiervoor zijn echter wel voldoende financiële middelen nodig.Je kunt dus beargumenteren dat de sociale ongelijkheid groter wordt als het tussenjaar populairder wordt. Kinderen van ouders die daarvoor voldoende middelen hebben krijgen meer kansen om hun horizon te verbreden en kennis op te doen dan kinderen van ouders die deze financiële middelen niet hebben. Hieruit blijkt het belang van factoren als maatschappelijke afkomst voor de kansen die iemand wel of niet krijgt. Kinderen met rijke ouders krijgen dus meer kansen om zich te ontwikkelen met behulp van een tussenjaar dan kinderen met arme ouders. Werkwijze:Bedenk goed welk van de twee paradoxen hier van toepassing is wat beide zijden van deze paradox inhouden.Bedenk welke informatie voor elk van de twee zijden van de paradox relevant is.Koppel de informatie van beide zijden aan relevante informatie uit de tekst.Antwoord: De hier relevante paradox is rationeel versus emotioneel. Emotioneel gezien is hier relevant dat mensen heel makkelijk hun behoeften kunnen bevredigen (consumptiecultuur). Rationeel gezien gaat het erom dat mensen doelrationeel handelen en doelgericht handelingsstrategieën bepalen.Uit de tekst blijkt dat mensen steeds vaker kiezen voor het gemak van maaltijden laten bezorgen / maaltijden die ze niet zelf hoeven te bereiden, dus ze kunnen heel makkelijk aan de behoefte van een (snelle) maaltijd voldoen (emotioneel)Tegelijkertijd blijkt hier ook doelrationeel handelen uit, omdat het voor mensen ook goedkoper kan zijn om eten te laten bezorgen dan naar de supermarkt gaan, omdat je dan geen benzinekosten hebt (rationeel). Werkwijze:Bedenk goed op welke terreinen rationalisering plaats heeft gevonden in onze moderne samenleving en welke kenmerken bij het hier relevante terrein horen. Kijk dan in de tekst welke specifieke informatie je hier kunt gebruiken.Koppel tot slot het relevante kenmerk aan de informatie uit het krantenartikel.Antwoord: Het gaat hier om rationalisering binnen de economie. Het kenmerk dat relevant is, is dat er gestreefd wordt naar berekenbare en bestendige winst.Dit is terug te zien in het krantenartikel, omdat hier staat dat supermarkten proberen om hun marktaandeel te vergroten op het gebied van ‘gemaksvoedsel’. In de tekst is ook te lezen dat het de verwachting is dat mensen steeds meer op zoek gaan naar maaltijden die ze niet zelf hoeven te bereiden.Het is dus te verwachten dat op het gebied van gemaksvoedsel / bezorging van boodschappen de komende jaren winst te behalen is, supermarkten concurreren met andere aanbieders omdat ze streven naar berekenbare en bestendige winst (in de toekomst). Werkwijze:Bedenk goed welke van de overige drie kanttekeningen bij de vorming van identiteit in de moderne samenlving hier relevant is.Zoek dan in het krantenartikel naar informatie die past bij deze kanttekening.Leg tot slot uit waarom de informatie uit de tekst en de kanttekening goed bij elkaar passen.Antwoord: Het gaat hier om de kanttekening dat mensen een passieve en afhankelijke levensstijl hebben gekregen.In het krantenartikel is te lezen dat mensen steeds vaker kiezen voor gemaksvoedsel en voor het laten bezorgen van hun boodschappen.De keuze voor gemaksvoedsel en het laten bezorgen van boodschappen zijn typische voorbeelden van een passieve en afhankelijke levensstijl. We laten liever een ander de boodschappen bezorgen, zodat we niet zelf naar de winkel hoeven (passief) en worden daarin dus steeds afhankelijker van iemand die de boodschappen aan ons bezorgt en het liefst zelfs de maaltijd al bereid heeft.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.