Biologie voor Jou MAX 2021 deel B - Thema 4 - Stevigheid en beweging oefentoetsen & antwoorden

1. Sleutelbeen2. Opperarmbeen3. Heupbeen4. Dijbeen5. Knieschijf6. Scheenbeen7. KuitbeenDrie van de volgende:Stevigheid geven aan het lichaamBeweging mogelijk makenHet beschermen van organenVorm geven aan het lichaamDe borstkas beschermt de longen en het hart.De hersenen worden beschermd door de schedel. Wanneer de botten vergroeid zijn of met een naad tussen de botten, dan kunnen ze niet los van elkaar bewegen. Met kraakbeen of met een gewricht tussen de botten kunnen de botten wel bewegen.Toelichting: Met kraakbeen tussen de botten is er een klein beetje beweging mogelijk en met een gewricht is er veel beweging mogelijk.Het heiligbeen en het staartbeen bestaan uit aan elkaar gegroeide wervels.De botten van de schedel zitten aan elkaar vast met een naad. Toelichting: Op de plekken van die naden zaten als baby de fontanellen (de openingen in de schedel).De ribben zitten met kraakbeen aan het borstbeen.KogelgewrichtenRolgewrichtenScharniergewrichtenKogelgewricht: schouder of heupRolgewricht: elleboogScharniergewricht: vingerkootjes, teenkootjes of knie Het skelet van een baby bestaat grotendeels uit kraakbeenweefsel.Kraakbeenweefsel bestaat vooral uit lijmstof, waardoor het buigzamer is dan botweefsel (botweefsel bevat kalk, waardoor het hard is). Kraakbeenweefsel is handiger voor een baby, omdat het makkelijker mee kan groeien en omdat het minder snel breekt.Fontanellen zijn openingen in de schedel van een baby.De fontanellen zijn belangrijk bij de geboorte zodat de schedel van de baby iets kleiner kan worden, doordat de delen van de schedel een klein beetje naar elkaar toe/over elkaar heen kunnen bewegen. Na de geboorte zorgen fontanellen ervoor dat de schedel snel genoeg mee kan groeien met het kind (na anderhalf jaar groeien de fontanellen dicht). 1. Kapselband2. Gewrichtskapsel3. Kraakbeenlaagje4. GewrichtssmeerHet kraakbeenlaagje wordt slechter en dunner.Als het laagje kraakbeen dunner is, dan bewegen de botten minder soepel over elkaar en is er minder demping tussen de botten. Bewegen zorgt ervoor dat de kapselbanden en gewrichtskapsels om het gewricht heen soepel en sterk blijven.  Onbewust (je stuurt je hart niet bewust aan, het klopt automatisch)Bewust (je moet je arm bewust aansturen om de beweging te maken om het glas op te tillen).Onbewust (je hoeft er niet over na te denken om je ogen te knipperen).Bewust (een knipoog geven doe je wel bewust, je kunt je oogleden dus wel bewust aansturen)Onbewust (de spieren in je darmen werken automatisch zonder dat jij daar over na hoeft te denken).Onbewust (een paard trilt automatisch zijn huid zonder daar over na te denken). Lisa staat op het doel dus zij traint haar coördinatie om snel te kunnen reageren om de bal tegen te houden. Mara staat in het middenveld dus moet heel veel heen en weer rennen, hierdoor zal haar conditie verbeteren.De bal opvangen voor Lisa is een geautomatiseerde beweging, de beweging zit opgeslagen in haar motorische geheugen.Een warming-up is belangrijk om blessures te voorkomen. Door de spieren op te warmen stroomt er meer bloed naar de spieren en krijgen ze meer zuurstof. Hierdoor zal er minder snel een beschadiging (blessure) ontstaan dan wanneer de spieren koud zijn.Een cooling-down na de training kan helpen om blessures en spierpijn te voorkomen. Toelichting: Bij een cooling-down stimuleer je de bloedsomloop zodat de afvalstoffen uit de spieren worden afgevoerd.Doordat zij vaak lange tijd in dezelfde houding stil zit terwijl ze haar telefoon gebruikt.RSI (repetitive strain injury)Terwijl ze op haar telefoon aan het werk is kan ze af en toe even bewegen, haar hoofd heen en weer draaien, haar armen strekken, etc. Een goede houding (rug recht, schouders omlaag) is belangrijk en het kan ook helpen om af en toe de houding te veranderen en op een andere manier te zitten. Omcirkel de juiste woorden in de zinnen.1. De belangrijkste functie van de benen is steun geven.2. De belangrijkste functie van de tenen is grijpen.3. De tenen hebben meer kootjes dan de vleugels.4. De tenen hebben kortere kootjes dan de vleugels.De achterteen zorgt voor meer stabiliteit en de achterteen helpt om beter te kunnen grijpen met de tenen. Bijvoorbeeld wanneer de vogel op een tak zit, kan hij de tak beter vastgrijpen met behulp van de achterteen.De nekwervels, omdat het hoofd draait vanuit de nek.Toelichting: Doordat een vogel een langere nek met meer nekwervels heeft dan een mens, kan hij zijn kop verder naar achteren draaien.Vogels hebben holle ruimtes in hun botten, zodat de botten minder wegen. Om beter te kunnen vliegen is het handig om zo licht mogelijke botten te hebben. Mensen vliegen niet, en hebben juist zwaardere en sterkere botten nodig om te kunnen lopen en het lichaamsgewicht te dragen. Als mensen holle ruimtes in hun botten hadden, dan zouden de botten breken. Jerrod mist zijn enkel en de gewrichten in de tenen.Hij heeft nog wel het kniegewricht.In de knie zit een scharniergewricht. Een scharniergewricht kan heen en weer bewegen, daardoor kan hij nog wel het onderbeen (prothese) los bewegen van zijn bovenbeen. Zo kan hij een goede ren beweging maken, zonder knie had hij zijn been niet meer kunnen buigen.Door het kogelgewricht in de heup.Toelichting: Kogelgewrichten kunnen verschillende kanten op bewegen, omdat het ene bot (gewrichtskogel) in de kom (gewrichtskom) van het andere bot ligt. Zoals in schouders en heupen. Voor de buikspieren.Toelichting: De buikspieren zitten tegenover de onderrugspieren. Als de buikspieren aanspannen, kunnen de rugspieren ontspannen en andersom. Als je buikspieren niet sterk genoeg zijn, dan zullen de rugspieren al het werk doen om het bovenlichaam rechtop te houden.Met pezen.Een ander voorbeeld van antagonistische spieren zijn de biceps en triceps in de armen. Wanneer de biceps samentrekken om de arm te buigen, ontspannen de triceps. En wanneer de triceps samentrekken om te arm te strekken, ontspannen de biceps.