All Right! MAX - Hoofdstuk 6 - New Zealand oefentoetsen & antwoorden

tapijtonbeleefdgemeenpaspoortvriendschapeilandeetkamer meetlaundry roomwardrobefieldseacampgrounddesk customsbasementsuitcasesceneryget awaydistanceoutgoing How do I get to your house?Could you tell me how to get to the bathroom?Take the second street on your right.My house is next to the park.My bedroom is up the stairs on the left.My favourite part was when we camped in the wild.May I have a glass of water, please?Where did you go on holiday last year?We went by bus.Where is the kitchen? were (my cousins = they)was was (David = he)were (Dad and I = we)were (You and Tim = you) Toelichting:De past simple (verleden tijd) van het werkwoord to be (zijn) is was/were. I/he/she/it was.You/we/they were. – He did not / didn’t stay in Amsterdam last month.? Did he stay in Amsterdam last month?+ You walked home yesterday.You did not / didn’t walk home yesterday. + We baked a cake last weekend.? Did we bake a cake last weekend? Toelichting:Je gebruikt de past simple als je wilt zeggen dat iets in het verleden is gebeurd. Vaak staan er woorden in de zin die aangeven wanneer het is gebeurd, zoals yesterday, last week (month, year etc.), in 2020. Je gebruikt voor alle personen het hele werkwoord + -d of -ed. Voorbeeld: He lived in England in 2020. She passed us a few minutes ago.In ontkenningen (-) en vragen (?) in de past simple gebruik je voor alle personen did not / didn’t. In ontkenningen komt eerst het onderwerp, daarna did not / didn’t en het hele werkwoord.Voorbeeld: He did not / didn’t live in England in 2020.In vragen komt eerst did, daarna het onderwerp en het hele werkwoord. Voorbeeld: Voorbeeld: Did he live in England in 2020? Let op! Na did of didn’t plaats je altijd het hele werkwoord. Géén werkwoord met -ed. – Carla was not / wasn’t at school last Monday.? Was Carla at school last Monday?+ They were in their room this morning.- They were not / weren’t  in their room this morning.+ We were at the party last night.? Were we at the party last night? Toelichting:In ontkenningen (-) plaatsen we not na was/were. Voorbeeld: He was not / wasn’t angry this morning. In vragen (?) plaatsen we was/were voor in de zin. Voorbeeld: Was he angry this morning? We cleaned the house yesterday.They were not / weren’t at the movies last night.Did you watch a movie this afternoon?My sister was at her office a few hours ago.I was not / wasn’t in my room a few minutes ago.Did your uncle wash his car last weekend?The bus arrived late this morning. Toelichting: Zie onder oefening 5, 6 & 7.