Feniks 3e ed/LRN-line - Hoofdstuk 5 - Ridders, horigen en monniken oefentoetsen & antwoorden

DomeinMartelaarMissionarisLeenheerLeekHorigeLeertip!Achterin het hoofdstuk staan alle begrippen. Maak van de begrippen bijvoorbeeld flitskaarten om ze te oefenen. Werkwijze:Als je het lastig vindt om een chronologische vraag te maken. Probeer dan de eerste en laatste gebeurtenis alvast te noteren. Zo heb je dan maar een drietal gebeurtenissen te verdelen tussen de eerste en laatste. Dit geeft wat meer overzicht.De juiste volgorde is: B - E - C - F  - D - AToelichting:B De laatste West-Romeinse keizer wordt afgezet. (476) E Clovis wordt gedoopt. (496)C Mohammed verovert Mekka. (630)F Karel Martel verslaat Arabieren bij Poitiers. (732) D Bonifatius wordt vermoord. (754)A Het Frankische Rijk wordt in drieën gedeeld (843)Leertip! Achterin het hoofdstuk staan veel belangrijke gebeurtenissen op volgorde van tijd. Neem dit goed door! Werkwijze:Als je het lastig vindt om een chronologische vraag te maken. Probeer dan de eerste en laatste gebeurtenis alvast te noteren. Zo heb je dan maar een drietal gebeurtenissen te verdelen tussen de eerste en laatste. Dit geeft wat meer overzicht.De juiste volgorde is: C - D - B - E  - AToelichting:C: Mohammed vlucht naar Medina (622) D: De meeste Arabische stammen zijn bekeerd tot de islam (632)B: Arabieren gaan naar Spanje en starten de veroveringen daar (711)F:  Arabieren belegeren Constantinopel (717-718) A: Moslimleger bij Poitiers verslagen door de troepen van Karel Martel (732) Clovis is belangrijk op het gebied van politiek omdat hij alle Frankische stammen rond 500 verenigde onder 1 leider, hemzelf. Hij werd daarmee koning van alle Franken.Clovis is belangrijk op het gebied van religie omdat hij zich in 496 liet dopen tot christen door een katholieke bisschop. Hierdoor werden hij en zijn opvolgers geaccepteerd door de katholieke kerk. Veel Franken volgden zijn voorbeeld. Het was bijzonder omdat er sinds de afzetting van de laatste West-Romeinse keizer in West-Europa geen keizer meer was. Karel de Grote is de eerste keizer sinds 476.Karel zorgden voor een betere organisatie van zijn rijk omdat hij;wetten liet opschrijven waar iedereen zich aan moest houden. zendgraven stuurden om toezicht te houden op bestuurders  De economie ging achteruit door onveiligheid veroorzaakt door invallen van vreemde volkeren, gewapende bendes, en het vertrek van Romeinse legioenen. Dit maakte handel moeilijker en leidde tot minder landbouwproductie.Een gevolg hiervan is dat het belang van steden afneemt. Steeds meer mensen vertrekken uit de steden en gaan wonen op het platteland, de meeste gaan wonen en werken op een domein. Het begrip zelfvoorzienend hoort bij het stukje tekst. Zelfvoorzienend betekent namelijk dat vrijwel alles aanwezig is om te kunnen leven op de plek waar zij wonen. Plichten: b - c - d Rechten: a Ze wilden hun leven wijden aan God en de afleidingen van de wereld vermijden, zoals rijkdom, macht en aardse bezittingen.1. leven in armoede. 2 kuisheid (geen seks). 3 Gehoorzaam zijn aan het hoofd van het klooster.In kloosters schreven de monniken en nonnen onder andere de werken uit de klassieke oudheid over. Hier is een deel van bewaard gebleven. De kloosters leefden niet in armoede. Veel kloosters hadden domeinen geschonken gekregen. Hoge geestelijken leefden net als edelen. Lage geestelijken hadden in sommige gevallen een gezin, dus van kuisheid was weinig sprake. Bron 2 laat een deel van Europa zien uit 1180. Karel de Grote leefde tussen 800 en 900, dus deze kaart is ongeveer 300 jaar na het leven van Karel de Grote gemaakt. In de bron zie je dat het kroondomein van de koning niet erg groot is. Het Hertogdom Aquitaine is bijvoorbeeld veel groter en ook het graafschap Toulouse. De leenmannen hebben dus steeds meer macht gekregen, omdat sommigen over een groter gebied heersen dan het kroondomein. Bron 3 past goed bij het begrip domein. Het begrip domein betekent het landgoed van de heer, dat zie je ook op de bron. Op de bron zie je bijvoorbeeld het kasteel van de heer. Het begrip missionair past goed bij bron 4. Een missionaris is namelijk iemand die het geloof verspreidt. In de bron staat namelijk ‘Bonifatius trekt in 754 naar Friesland om de Friezen te bekeren tot het christendom.’ Het begrip martelaar past goed bij bron 4. Een martelaar is namelijk iemand die sterft voor zijn geloof of er veel persoonlijke offers voor brengt. In de bron lees je dat Bonifatius zijn mannen verbiedt om verder te vechten. Hiermee spoorde hij zijn vrienden aan tot de martelaarskroon. Zij werden toen vermoord door een menigte heiden. Door de politieke instabiliteit (als gevolg van de pestepidemie) kon het bestaande bestuur weinig weerstand bieden tegen de aanhangers van de islam en konden de islamitische legers militaire successen boeken. Door de handel was er veel contact met andere steden/stammen, waardoor de islam zich makkelijk kon verspreiden. Bron 6 moet gemaakt zijn na het jaartal 1054 omdat in dat jaar de kerk in twee delen gesplitst is: een westers deel (katholiek) en een oosters deel (orthodox). In bron 6 zie je dit terug op de bron. Je ziet ook een rode lijn waaraan je kan zien tot waar de invloeden lopen van de verschillende kerken.