Geschiedenis Werkplaats FLEX - Hoofdstuk 4 - De Tweede Wereldoorlog (1939-1945) oefentoetsen & antwoorden

Blitzkrieg - Snelle, beweeglijke aanval.Deporteren - Gedwongen verplaatsing.Holocaust - (Shoah) moord op Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog.Collaboratie - Samenwerking.Februaristaking - Verzet tegen de Duitse anti-Joodse maatregelen (1941).Hongerwinter - Strenge winter van 1944/1945 toen er een tekort was aan voedsel in West-Nederland.Personenbewijs - Identiteitskaart.Atoombom - Bom met grote vernietigingskracht.Hiroshima - Eerste Japanse stad die werd vernietigd door een Amerikaanse atoombom (6 augustus 1945).Slag in de Javazee - Mislukte geallieerde poging om de Japanse invasie van Java te voorkomen (27 februari 1942). Werkwijze:Bij een chronologievraag is het handig om eerst alle jaartallen te noteren die je al weet. Dit zorgt voor orde in je hoofd en misschien kun je een moeilijke gebeurtenis vervolgens tussen twee al bekende jaartallen plaatsen.Merk je dat je moeite hebt met het beantwoorden van chronologievragen op je toetsen? Maak nadat je de stof hebt geleerd nog een tijdbalk en noteer daarop alle belangrijkste gebeurtenissen die je hebt geleerd.Antwoord: De juiste chronologische volgorde is:a - c - f - d - b - ea. De aanval op Pearl Harbor. (7 december 1941)c. De Slag in de Javazee. (27 februari 1942)f. De Slag om Stalingrad. (1942-1943)d. D-day: de landing in Normandië. (6 juni 1944)b. De bevrijding van Nederland. (5 mei 1945)e. De atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. (6 en 9 augustus 1945) B. gelijkschakeling Toelichting:Het oprichten van het Nederlandse Arbeidsfront past bij gelijkschakeling, omdat de Duitse bezetter hiermee alle vakbonden verving door één nationaalsocialistische vakbond. Zo konden ze meer controle krijgen over de samenleving en andere ideeën weren. Gelijkschakeling is typisch voor totalitaire regimes zoals het nationaalsocialisme. Werkwijze:Probeer tussen 3 begrippen een setje te maken en na te gaan wat deze begrippen met elkaar te maken hebben. Zo valt er eentje buiten de boot. In je uitleg benoem je waarom de 3 goed bij elkaar passen en waarom het overige begrip hier minder goed bij past. Bij een vraag als deze is een goede argumentatie minimaal even belangrijk als het juiste woord kiezen. Soms kun je een ander antwoord hebben dan de docent van tevoren had bedacht, maar met een goede uitleg een punt verdienen!Voorbeelden van een goed antwoord zijn:Woord dat niet past: D-Day. D-Day was een specifieke geallieerde invasie op 6 juni 1944, terwijl de andere begrippen verwijzen naar bredere strategische gebeurtenissen en gevechten die meer direct verband houden met de Duitse oorlogvoering in Europa.Woord dat niet past: Atoombom. De atoombom staat in verband met de strijd tegen Japan in de Stille Oceaan, terwijl de andere begrippen direct betrekking hebben op de Duitse bezetting en de gevolgen daarvan in Europa.Woord dat niet past: Slag in de Javazee. De Slag in de Javazee was een zeeslag in Azië tijdens de strijd tegen Japan, terwijl de andere begrippen specifiek gaan over Nederland tijdens de bezetting en bevrijding van de Duitse overheersing. WerkwijzeVraag 5 is een echte begripsvraag waarbij je aan de hand van je geleerde kennis uit paragraaf 4.3 een verklaring moet geven.Het is hier belangrijk dat je verbanden kan leggen tussen verschillende gebeurtenissen. Daarnaast moet je ook je feitenkennis op een rijtje hebben omdat je een jaartal moet herkennen.Antwoord: Een van de volgende redenen:De Nederlandse regering zag de vlag als protest tegen het koloniale bewind. De Nederlandse regering was bang dat door de vlag Indonesische nationalistische gevoelens werden aangewakkerd. Veel Indonesiërs dachten dat het gebruik van de vlag nu wel mogelijk was, omdat Nederlands-Indië werd bezet door Japan.  Werkwijze:Een belangrijke vorm van historisch redeneren is het onderscheiden en koppelen van oorzaken en gevolgen. Niet alleen moet je kennis hebben van de gebeurtenissen rondom de Nederlandse bevrijding. Ook moet je oorzaken en gevolgen kunnen onderscheiden.Antwoord: Het doel van de geallieerde legerleiding was het verhinderen van troepen- en goederenvervoer door Duitsland/ de vijand. Een onbedoeld gevolg was dat het transport van voedsel naar steden/het westen van Nederland stagneerde. Hierdoor kwam daar de Hongerwinter (of een omschrijving daarvan).  Werkwijze:Bij vraag 7 is het van belang om in de Duitse bezetting verschillende fases te herkennen. Met een relatief vriendelijk begin en vanaf 1941 gemener werd met als climax de hongerwinter van 1944 op 1945.Ook is het belangrijk stil te staan bij het feit dat deze indeling nooit opging voor de Joodse Nederlanders. Zij konden rekenen op grootschalige discriminatie, deportatie en vernietiging.Antwoord: De Duitse bezetters wilden de Nederlandse bevolking overhalen zich vrijwillig bij het nationaalsocialisme aan te sluiten. Ook wilden ze dat Nederlandse mannen in Duitsland gingen werken. Hierdoor gedroegen de Duitse soldaten zich vrij netjes.Joodse Nederlanders werden vanaf het begin van de bezetting al extreem slecht behandeld. Er was grootschalige discriminatie en later vervolging. Na verloop van tijd bleek dat maar weinig Nederlanders interesse hadden in collaboreren met de Duitsers. Hierdoor gingen de Duitsers steeds meer propaganda, censuur, terreur en dwang gebruiken bij hun bestuur van Nederland. Ook werden verzetsleden vaak zonder pardon doodgeschoten. Werkwijze:Bij deze vraag is het belangrijk om de standplaatsgebondenheid van een bron te kunnen achterhalen.Naast het interpreteren van de maker moet je dan nog wel de juiste feitenkennis hebben om de juiste benaming van het land en bondgenootschap te noemen.Antwoord: B. Duitsland - GeallieerdenToelichting: De maker beschrijft de overgave van Duitsland en het einde van de oorlog in Europa. Hij spreekt over zijn land dat zich overgeeft, dit moet dus om een Duitser gaan.Het zijn de geallieerden die in 1945 de Duitsers uiteindelijk verslaan, dus de taak van de bondgenootschap was volbracht. De As-mogendheden waren de verliezers, want daar hoorde Duitsland bij.  Werkwijze:Bij vraag 8 gaan wij nog een stap verder. Nu moet je oorzaken en gevolgen van de uitkomst van de Tweede Wereldoorlog in Europa geven. Hoe is deze uitkomst te verklaren?Antwoord: De Duitse overgave op 7 mei 1945 kwam door zware militaire verliezen op meerdere fronten. Twee belangrijke gebeurtenissen waren:Slag om Stalingrad (1942-1943): Een grote nederlaag voor Duitsland aan het oostfront, waarna Duitsland zich meer en meer moest terugtrekken.D-Day (6 juni 1944): De geallieerden openden een westelijk front, wat Duitsland verzwakte en uiteindelijk te veel werd.Toelichting: Je kunt ook de slag om Engeland in 1940 noemen, want dit was de eerste grote tegenslag voor de Duitsers. Duitsland was alleen toen nog wel met een opmars bezig op het vaste land van Europa. Pas toen de VS en de SU zich gingen bemoeien met de Tweede Wereldoorlog, kwam er een keerpunt in deze oorlog.  Werkwijze:Bij het leren om historisch te redeneren is het beargumenteren van standpunten over historische vraagstukken erg belangrijk.Gebruik de bron om je te helpen met het beargumenteren, benoem ook een onderdeel uit de bron in je antwoord.Soms is bij een argumentatie vraag een goede uitleg het belangrijkste en meer punten waard dan de goede uitspraak noemen.Voorbeeld van een goed antwoord: Bewering 2 is juist, want dat de Holocaust een zorgvuldig geplande plan was, blijkt uit:het roven van Joods geld en kostbaarheden,het door Joden laten betalen van hun eigen deportatiehet op de hoogte zijn van de plannen bij de directie. Deze beschrijvingen in de bron wijst op een uitgedacht plan.  Werkwijze:Bij het eerste deel van de vraag moet je historisch te redeneren door een bron te analyseren en de mening van de maker te benoemen.Ook moet je het begrip blitzkrieg kennen en ook kunnen toepassen op een onderdeel uit de bron.Er wordt twee keer  gevraagd om een bronelement, vergeet deze niet te benoemen!Antwoord: De tekening laat zien dat Hitler en Stalin elkaar wel een hand geven, maar in het geheim pistolen achter hun rug hebben. Dit betekent dat ze elkaar niet echt vertrouwden, ondanks hun verdrag. De maker van de prent wil zeggen dat het verdrag tussen hen een schijnverdrag was en dat ze eigenlijk beiden bezig waren met hun eigen plannen.De prent heeft te maken met Blitzkrieg omdat het verdrag Duitsland in staat stelde om Polen snel aan te vallen zonder zich zorgen te maken over de Sovjet-Unie. Dit maakte de snelle oorlogstactiek van Blitzkrieg mogelijk, waarbij Duitsland en de Sovjet-Unie samenwerkten om Polen te veroveren.  Werkwijze:Bij deze vraag is het belangrijk om de feitenkennis paraat te hebben over de verschillende militaire acties. In welk jaar vonden ze plaats? Wat voor soort operatie was het?Als je dit voor alle vier de operaties op een rijtje aan kun je vervolgens één hiervan koppelen aan de gebeurtenissen uit de bron.Antwoord: C. Operatie Market Garden.Toelichting:De bron beschrijft een massale parachute-actie door de geallieerden in Nederland in 1944. Dit betreft operatie Market GardenLet bij het lezen van de bron ook op de jaartallen die worden genoemd. Antwoord A en B waren in 1940. Operatie Barberossa in 1941.