Vivo deel A+B - Hoofdstuk 9 - Ademhalen en verbranden oefentoetsen & antwoorden

Om zuurstof in je lichaam te krijgen.  Fotosynthese. a. Het middenrif is een stevige platte pees die met spieren aan de borstkas vast zit. Het middenrif helpt bij de ademhaling. b. Trilharen maken golvende bewegingen, hierdoor verplaatsen ze het slijm met alle vuildeeltjes naar je keelholte.   P = luchtpijp (met kraakbeenringen), Q = bronchiën, R = longblaasje, S = haarvat a. Het uitwisselen van zuurstof en koolstofdioxide in de longblaasjes en de haarvaten.b. Aan de hemoglobine van de rode bloedcellen. a. Fijnstof zijn alle vaste stofdeeltjes in de lucht die kleiner zijn dan 10 micrometer. De deeltjes komen via de luchtpijp en de bronchiën in de longblaasjes terecht en blijven daar plakken.b. COPD is een verzamelnaam voor longziekten waarbij de longen beschadigd zijn, zoals bronchitis of longemfyseem. COPD gaat niet over.  KoolmonoxideNicotineTeer a. 1 = glucose, 2 = zuurstof, 3 = energie, 4 = koolstofdioxide, 5 = water.Bij verbranding staan glucose en zuurstof aan de linkerkant van het =-teken. Energie, koolstofdioxide en water aan de rechterkant. De volgorde maakt verder niet uit.b. Glucose is de brandstof voor je lichaam. Glucose wordt gemaakt door planten tijdens de fotosynthese.  Terugkoppeling in het menselijk lichaam betekent dat je hersenen informatie krijgen over wat er in je lichaam gebeurt en daar iets mee doen. Je lichaam kan iets meten, zoals je temperatuur of je hartslag. Als er iets niet klopt, sturen de hersenen een signaal om een actie uit te voeren en het aan te passen. In je neus zitten neushaartjes en neusslijmvlies. Ook bevat het trilharen. Stofdeeltjes en ziekteverwekkers blijven plakken in het slijmvlies en de trilharen verplaatsen het vuil naar de keelholte.Met je neus kun je ruiken. Je neus waarschuwt je voor gevaar.De lucht die via je neus wordt afgelegd is langer, waardoor de lucht warmer en vochtiger is.  Bij de borstademhaling bewegen de ribben om te ademen, met behulp van de tussenribspieren. Bij de buikademhaling beweegt het middenrif om te ademen. Uitgeademde lucht bevat meer koolstofdioxide dan ingeademde lucht door gaswisseling in je longen. Tijdens de gaswisseling neemt je lichaam zuurstof uit de ingeademde lucht op in het bloed. Deze zuurstof wordt gebruikt bij het proces van verbranding in je cellen. Bij verbranding combineert zuurstof met voedingsstoffen zoals glucose, waardoor energie vrijkomt die je lichaam nodig heeft om te bewegen en te functioneren. Bij deze verbranding ontstaat ook koolstofdioxide als afvalstof. Dit koolstofdioxide wordt door je bloed naar de longen gebracht en uitgeademd. Daarom bevat je uitgeademde lucht meer koolstofdioxide en minder zuurstof dan ingeademde lucht. Bij een astma-aanval reageren je longen heel gevoelig op bepaalde stoffen in de lucht, zoals stof of rook. De bronchiën trekken samen, waardoor ze smaller worden. Hierdoor kan er bijna geen lucht meer doorheen en voelt het alsof je door een rietje ademt. Je krijgt het benauwd en ademen kost veel moeite. Als er geen planten meer op aarde zouden zijn, zou er geen fotosynthese meer plaatsvinden. Planten maken tijdens fotosynthese zuurstof en gebruiken koolstofdioxide. Zonder planten komt er geen nieuwe zuurstof in de lucht en wordt koolstofdioxide niet uit de lucht gehaald. Ook zouden planten geen glucose meer maken. Dit betekent dat er geen eten meer zou zijn voor dieren en mensen. Uiteindelijk zullen dus ook mensen en dieren uitsterven. Warmbloedig = hebben een constante lichaamstemperatuur (mens = 37 graden). Zoogdieren en vogels zijn warmbloedig. Koudbloedig = hebben een wisselende lichaamstemperatuur, afhankelijk van de omgevingstemperatuur. Reptielen, amfibieën en vissen zijn koudbloedig. Antwoord A) in de bronchiën en in de luchtpijp. Trilharen komen niet voor in de longblaasjes. In de longblaasjes zitten maar 1 laag cellen dat glad is. Dit is nodig voor snelle gaswisseling.   Pijl 2 geeft de luchtstroom aan.De borstkas beweegt omhoog en naar voren en het middenrif beweegt omlaag. Hierdoor worden de longen zowel naar voren getrokken als naar beneden getrokken en zal de lucht de longen in stromen. Je ademt in.  LongemfyseemBij longemfyseem zijn de longblaasjes kapot. Een trosje longblaasjes verandert in een groot, slap blaasje, waardoor de gaswisseling niet goed meer verloopt. KoudbloedigDe stofwisseling van padden wordt sneller bij een hogere temperatuur. Reacties in het lichaam, zoals energie maken, gaan sneller. Hierdoor wordt de pad actiever.