BuiteNLand 4e ed - Hoofdstuk 5 - Migratie oefentoetsen & antwoorden

a. Internationale studenten.

b. Jonge, hoogopgeleide migranten, met geld en contacten.

• Wil niet en kan niet (Geen migratie).

• Wil wel, maar kan niet (gebrek aan mogelijkheden).

• Wil wel, en kan het ook (dus ja, volop migratie).

• Wil niet meer, kan het wel (dus blijven in eigen land).

a. Vreemdelingenangst / extreme angst voor buitenlanders.

b. Expats.

c. Een wijk waarin veel/meerdere culturen met elkaar samenleven. 

• Groep 1: immigranten uit vroeger Nederlandse koloniën (zoals bijvoorbeeld Suriname en Indonesië).

• Groep 2: gastarbeiders/arbeidsmigranten die naar Nederland kwamen om werk te doen, de arbeidsmigranten (zoals bijvoorbeeld migranten uit Marokko, Turkije en tegenwoordig Oost-Europa). (Onder arbeidsmigranten vallen ook de kenniswerkers/expats, want zij komen ook vanwege (hoogopgeleide) arbeid naar Nederland).

• Groep 3: vluchtelingen uit landen waar oorlog is of natuurrampen zijn geweest (zoals Syrië, Irak en Oekraïne). 

  
  

  b. 3e generatie.

• Landen die de meeste vluchtelingen opvangen omdat ze direct grenzen (Spanje, Griekenland, Italië, Turkije).

• Landen die de grenzen zo veel mogelijk dicht gooien (Balkanlanden).

• Landen met een meer open houding (West- en Noord-Europese landen)/

Toelichting:

Als je weet welke drie groepen er zijn, maar vooral ook waarom deze drie groepen een verschillende mening hebben, dan kan je ook het hele migratieprobleem beter begrijpen. Zorg dus dat je bovenstaande groepen landen kent en begrijpt.

1. De omvang/samenstelling van de bevolking verandert

2. Meerdere antwoorden mogelijk zoals:

• Geldzendingen

• Welvaartsniveau neemt toe

• Afhankelijkheid van geldzendingen neemt toe

• Inkomensverschillen worden groter

• Lokale productie loopt terug (vanwege vertrokken migranten)

Zorg dat je weet wat een demografisch en economisch gevolg is. Als je namelijk een gevolg noemt, dat niet demografisch of economisch is, klopt je antwoord niet. Er wordt bij aardrijkskunde vaak gevraagd naar een demografisch, economisch, sociaal-cultureel, politiek of fysiek (milieu/natuurlijk) argument/reden. Het is echt heel belangrijk dat je dan een passend argument/reden geeft.

• - Demografisch wil zeggen: iets met bevolkingsaantallen/bevolkingswijzigingen.
• - Economisch wil zeggen: iets met de economie/werk/werkgelegenheid/inkomen/welvaart, et cetera.

Het is een buurland, dus de afstand is relatief kort en makkelijk te overbruggen. Mensen kunnen daarnaast ook nog steeds in Nederland blijven werken. (Ook goed: vanwege dezelfde taal, wat migratie vergemakkelijkt).

Het gaat hier om maatregelen gericht op het bevorderen van de integratie van mensen met een migratieachtergrond, oftewel ervoor zorgen dat ze cultuurelementen overnemen en zich mengen in onze samenleving. De focus ligt op 2e en 3e generatie allochtonen, omdat de 1e generatie in veel gevallen al op hoge leeftijd en/of overleden is (Zoals de gastarbeiders die rond 1950 kwamen uit Turkije, Spanje, Marokko. Zij waren toen 20 à 30 jaar, dus nu, (70 jaar later) al 90 of 100.

Zorg dat je weet wat 1e, 2e en 3e generatie migranten zijn, anders wordt het beantwoorden van deze vraag lastig.

1. Het draagt niet bij aan de integratie van Chinezen, omdat ze in hun eigen wijk wonen samen met andere Chinezen, hun eigen winkels hebben, eigen scholen hebben en zo niet in contact komen met de andere culturen (van de Indonesiërs). 

2. Tot minder discriminatie. Als je leeft in een Chinatown samen met andere Chinezen, voel je je veiliger, want je hebt dezelde cultuur, normen en waarden en niemand die je dus anders aankijkt of discrimineert. 

Laat je niet afleiden door het woord Glodok, dat je niet kent. Dat is slechts een voorbeeld. Het gaat hier om een Chinatown/etnische wijk. Met dat in gedachten is de vraag al beter te begrijpen en te maken, dan met ‘Glodok’.

1. De woestijn (de Sahara) en de zee (Middellandse Zee).

2. Kans op een baan / beter loon (in Europa).

3. De kettingmigratie neemt toe, omdat er een goed ontwikkeld migratienetwerk is. Er zijn contacten, netwerken, communicatie over hoe migratie mogelijk is, via welke wegen, tegen welke kosten, en wat het uiteindelijk oplevert in Europa. Dit maakt migratie aantrekkelijk voor volgende groepen migranten, wat dus leidt tot kettingmigratie.

Deze vraag vraagt ook om een beetje algemene kennis (de aanwezigheid van de grote Sahara-woestijn en de Middellandse Zee). Zo zie je, dat het bijhouden van je topografie niet voor niets is, en van belang bij het maken van aardrijkskundige vragen.

1. De geldzendingen (remittances). Migranten sturen verdiend geld terug naar hun familie in Iran.

2. De kennis van die hoogopgeleide migranten verdwijnt naar het buitenland en kan daarom niet gebruikt worden in binnenlandse Iraanse bedrijven. (Dit noemen we braindrain, het ‘weglopen’ van hersenen/kennis)

1. Omdat: (2 van de volgende noemen)

• er dan minder sprake is van discriminatie vanuit andere etnische groepen.

• men zich hierdoor veiliger voelde / een grotere subjectieve veiligheid ervaart, omdat je met mensen met dezelfde soort cultuur bij elkaar woont.

• er dan veel speciale voorzieningen in de wijk kunnen komen die aantrekkelijk zijn voor deze culturele groep (Pakistaanse winkels). En volgende Pakistaanse migranten willen dan ook graag in deze wijken bij deze voorzieningen wonen.

• omdat je in een bekend netwerk terechtkomt, waarbij je elkaar kan helpen.

• ze elkaar achterna reizen, en vrienden/familie dan kan helpen bij het vinden van een woonruimte.

  
  

2. (Ruimtelijke) segregatie (het gescheiden wonen van elkaar in de ruimte).

Je ziet op deze afbeelding de vluchtroutes van asielzoekers uit het Midden-Oosten en Afrika die hopen op een veilig heenkomen / beter leven / of beter werk in Europa. De stroom migranten was ontzettend groot en leidde ook tot gevaarlijke situaties met kleine bootjes die de Middellandse Zee probeerde over te steken.

Om een eind te maken aan de grote stroom vluchtelingen besloten de EU en Turkije een vluchtelingendeal te maken, wat inhield dat Turkije meer vluchtelingen uit het Midden-Oosten (Syrië, Irak, enz.) zal opvangen en dat Turkije zijn grenzen beter zal bewaken, zodat er minder vluchtelingen naar de EU komen. In ruil hiervoor krijgt Turkije financiële steun en hoeven Turken geen visum meer te hebben om naar de EU te reizen.

• Wanneer de kinderen naar school gaan in het nieuwe land

• Wanneer de ouders werk hebben in het nieuwe land

• Wanneer ze veel sociale contacten hebben met de huidige bewoners van hun nieuwe land

• Wanneer ze een inburgeringsexamen afleggen.

• Wanneer het overheidsbeleid extra gericht is op hulp aan migranten/een succesvolle integratie, bijvoorbeeld door een Peruviaans-Nederlandse contactpersoon.

Bij deze vragen zijn allerlei voorbeelden te bedenken. Bedenk voor jezelf wat integratie is, en hoe je dus integratie kan verbeteren. Je zou ook jezelf kunnen voorstellen in een ander land: wat zou jij zelf doen om goed te integreren? (bij een sportclub, taalcursussen volgen, et cetera).

• Poolse supermarkten met Poolse producten.

• Poolse films in Nederlandse bioscopen.

• Nasze radio, een Poolse radio in Nederland.

• Poolse cafés en kappers in Nederland.

• Speciale Poolse feestavonden in Nederlandse cafés.

1. Santa Catarina, Goias, Roraima, Amapa.

2. Maranhao, Piaui, Alagoas

3. Omdat vanuit Sao Paulo ook weer veel mensen emigreren naar andere regio’s (Zoals Parana en Minas Gerais), waardoor er per saldo geen enorm hoog vestigingsoverschot in Sao Paulo is.

4. Vooral vanuit het noordoosten naar het zuidoosten (regio’s rondom Sao Paulo), omdat dit het economisch belangrijkste gebied van Brazilië is. Vanuit het armere noordoosten en vanuit het binnenland trekken dus veel economische migranten naar de regio’s in het zuidoosten, op zoek naar beter werk en een beter bestaan.