Toets Nederlands

Nederlands Leesvaardigheid - Leerjaar 1 havo/vwo - oefentoetsen & antwoorden

1e editie

Deze oefentoets behandelt het volgende onderwerp: Leesvaardigheid.

Nederlands Leesvaardigheid
Toets Nederlands
Nederlands Leesvaardigheid
Online maken
Toets afdrukken
WerkwijzeLees eerst de vraag en de antwoorden goed door. Zo kun je meteen op een gerichte manier lezen, met de vraag in je achterhoofd.Lees alinea 1. Markeer informatie die volgens jou overeenkomt met informatie in een van de antwoorden.Lees de antwoorden nog eens. Vraag je bij elk antwoord af of je zeker kunt weten of de informatie klopt.Schrijf bij een meerkeuzevraag altijd iets op! Als je in tijdnood komt, ga dan af op je eerste ingeving.Antwoord:C is goed. In de eerste zin staat dat de ‘oogst’ van de afgelopen dagen op een tafel ligt uitgestald en uit het vervolg blijkt dat ze heeft de troep heeft ingezameld rond haar woning. Ze laat dus zien wat ze aan afval heeft verzameld. Toelichting: A is fout, want er staat alleen dat ze geen tweede grijze container kan krijgen. Hieruit kun je opmaken dat ze dat wel wil, maar je kunt niet met zekerheid zeggen dat ze die eist. B is fout, want er wordt niet gesproken over haar interieur, maar over een tafel in haar huis waar van alles op uitgestald ligt en over de variatie aan troep. Dit betekent niet dat haar huis verder rommelig is. De rest van het huis kan wel heel netjes zijn. D is fout, want dit staat niet in de tekst. Wat je zeker weet, is dat haar huis aan de Beneden-Merwede staat en dat ze afval inzamelt langs die rivier. Waarschijnlijk doet ze dat omdat ze het een bende vindt, maar je kunt het niet zeker weten. Ze kan ook andere redenen hebben om afval te verzamelen, bijvoorbeeld om er kunst mee te maken.  Werkwijze:Zoek in alinea 2 naar informatie over de app Litterati. In een van de zinnen wordt met twee vraagwoorden aangegeven wat er in de app wordt bijgehouden. Welke mogelijkheden in de tabel geven antwoord op die vragen? Antwoorden: welnietde datum waarop het afval is gevondenxde kleur van het afvalxde vindplek van het afvalxhet formaat van het afvalxhet soort afvalxToelichting: In de tekst staat dat je in de app kunt aangeven ‘wat het is en waar het lag’.Het antwoord op de vraag ‘wat het is’, is ‘het soort afval’.Het antwoord op de vraag ‘waar het lag’, is ‘de vindplek van het afval’.Als je kunt aangeven ‘wat het is en waar het lag’, vermeld je niets over de datum waarop het afval is gevonden en ook niet over de kleur of het formaat van het afval. Werkwijze:Let op het woord ‘vooral’ in de vraag. Dit betekent waarschijnlijk dat er meer dan één groep in actie moet komen, maar een daarvan het meest. Lees goed door wat Van Os in alinea 2 zegt over de app. Welke twee doelen heeft de app volgens Van Os? Op welke twee groepen zijn die doelen gericht? Streep op basis van deze informatie twee groepen weg. Markeer woorden of woordgroepen die iets zeggen over het doel van de app.Vraag je af naar wie Van Os in de laatste zin van alinea 2 verwijst met ‘hen’ en ‘hun’. Maak op basis hiervan je keuze.Vergeet niet je keuze toe te lichten! Antwoord:De producenten, want in de de laatste zin staat dat het uiteindelijke doel is hen te bewegen om hun verpakkingen aan te passen. Toelichting: Van Os zegt dat de gemeente een goed beeld krijgt en dat producenten kunnen zien waar hun verpakkingen achterblijven. Op grond hiervan kun je consumenten en zappers wegstrepen. De laatste zin begint met ‘Het uiteindelijke doel is om hen te bewegen …’. Hier wordt dus het belangrijkste doel verteld en ‘hen’ verwijst dan naar de belangrijkste doelgroep. In de tekst vind je verschillende aanwijzingen dat ‘hen’ en ‘hun’ verwijzen naar producenten en niet naar gemeenten:In de zin ervoor wordt als laatste gesproken over producenten en hun verpakkingen. In de laatste zin staat dat ze hun verpakkingen moeten aanpassen.In de zin ervoor staat ‘gemeente’ in het enkelvoud en ‘hen’ en ‘hun’ verwijzen naar een woord in het meervoud.  Werkwijze:Zoek de betekenis van het woord ‘missie’ op als je die niet weet.Wat denk je dat er wordt bedoeld met ‘is op een missie’? Houd dit in je achterhoofd bij het lezen van de antwoorden.Lees de antwoorden. Markeer in twee antwoorden de woorden die passen bij het woord ‘missie’. Streep de andere antwoorden weg.Welke van de twee overgebleven antwoorden past het beste bij ‘is op een missie’?Antwoord: D is goed, want een ‘missie’ is een bijzondere of speciale opdracht of taak en uit de tekst blijkt dat ze uit zichzelf de ‘bijzondere taak’ op zich heeft genomen om de omgeving schoon te houden.Toelichting:A is fout, want er wordt niets gezegd wat past bij het woord ‘missie’ en in de tekst staat niet dat ze denkt dat ze de enige is die zich zorgen maakt. B is fout, want er staat niet in de tekst dat ze de opdracht kreeg van de gemeente. Ze doet het uit zichzelf. C is fout, want er wordt niets gezegd wat past bij het woord ‘missie’ en in de tekst staat niet dat ze wil dat alle inwoners samen de omgeving schoonhouden.  Werkwijze:Let op het woord ‘vooral’ in de vraag. Dit betekent dat sommige antwoorden misschien wel goed lijken, maar dat niet zijn, omdat ze maar bij een klein deel van de alinea passen.Lees de antwoorden goed door, zodat je weet waarop je moet letten in de tekst.Lees alinea 3. Markeer woorden of woordgroepen die volgens jou antwoord geven op een van de vragen. Zet in de kantlijn bij de woorden of woordgroepen die je hebt gemarkeerd de letter van het antwoord dat erbij past. Als je dit goed doet, kun je minstens twee antwoorden wegstrepen (en misschien wel drie). De vraag waar je vooral antwoord op krijgt, moet een algemene vraag zijn en niet een vraag naar een detail.Controleer als je een keuze hebt gemaakt of in alinea 3 echt antwoord wordt gegeven op de vraag in het antwoord van je keuze. Antwoord: A is goed, want Van Os legt uit waarom de natuur beschermd moet worden tegen de ‘menselijke slordigheid’ en in de laatste zin staat dat het aan ons gedrag te wijten is dat vogels/dieren plastic in de natuur kunnen vinden. Toelichting: B is fout, want er staat niets in alinea 3 over de manier waarop de gemeente afval opruimt. C is fout, want alinea 3 gaat niet alleen over vogels, maar over dieren in het algemeen. De vraag waarom vogels plastic eten, is een vraag naar een deel van de inhoud van de alinea. De vraag wordt ook niet letterlijk beantwoord. Je moet zelf bedenken dat ze dat doen omdat ze worden aangetrokken door de kleuren.D is fout, want er staat niets in alinea 3 over de redenen van mensen om afval in de natuur te gooien.  Werkwijze:Vraag je af waar een ‘goed slot’ aan moet voldoen.Lees alinea 7 en vraag je af waarom de inhoud niet past bij de eisen van een goed slot. Antwoord:Een van de volgende:- De laatste alinea is geen goed slot, omdat de alinea nieuwe informatie bevat en dat mag niet in een slot.- De laatste alinea is geen goed slot, omdat deze geen samenvatting of conclusie bevat (maar wel nieuwe informatie).Toelichting: Een goed slot bevat geen nieuwe informatie, maar herhaalt alleen wat er in het middenstuk aan de orde is geweest. In alinea 7 staat wel nieuwe informatie. In een goed slot sluit de schrijver de tekst af, met een samenvatting en/of een conclusie. In alinea 7 vertelt de schrijver letterlijk wat Van Os heeft gezegd. Alinea 7 bevat dus geen samenvatting of conclusie van de schrijver.  Werkwijze:Vraag je af waar de hoofdgedachte van de tekst aan moet voldoen. Als je dat niet weet, kijk dan goed naar het woord: uit welke twee woorden bestaat dat? Wat zal het hele woord dus betekenen? Je kunt het opzoeken in het woordenboek, maar dat kost tijd en je hebt kans dat het woord er niet in staat.Lees de laatste alinea. Daar vind je vaak aanwijzingen voor de hoofdgedachte, ook als de tekst niet goed wordt afgesloten (zoals je bij vraag 6 hebt gezien).Lees de antwoorden goed door en vraag je af welk antwoord het beste past bij de inhoud van de laatste alinea én de inhoud van de hele tekst. Bij een meerkeuzevraag naar de hoofdgedachte zijn de foute antwoorden vaak niet helemaal fout. Soms past een fout antwoord bij een deel van de tekst, maar niet bij de hele tekst. Soms lijkt een antwoord goed, maar zit er een woord in dat maakt dat het antwoord net niet helemaal goed is. Antwoord: D is goed, want in alinea 7 staat dat het afval rapen uiteindelijk moet leiden tot verandering in het gedrag van de producenten. Dit stond ook al in alinea 3. Toelichting: A is fout, want in alinea 7 (en in alinea 3) staat dat Van Os als doel heeft dat de producenten hun gedrag veranderen. Het woord ‘iedereen’ past dus niet bij de inhoud van de tekst. B is fout. Misschien ben je op het verkeerde been gezet doordat ze in alinea 7 zegt dat het een beetje ‘uit de hand gelopen’ is, omdat dat vaak wordt gezegd over hobby’s, maar uit de rest van de tekst blijkt niet dat ze afval rapen ziet als een hobby. Ze ziet het als een missie, als een speciale opdracht. (alinea 3, zie ook vraag 5)C is fout, want alleen alinea 4 en 5 gaan over de steun die ze krijgt van de gemeente en GoClean. Dit antwoord past dus bij een deel van de tekst, maar niet bij de hele tekst.  Werkwijze:Een koningin is natuurlijk letterlijk degene die het land bestuurt of de vrouw van de koning. Soms worden ‘gewone mensen’ ook ‘koningin’ genoemd. Waarom of wanneer gebeurt dat en wat betekent het woord dan? Misschien staat het wel in je woordenboek. Bedenk wat je weet over wat Ingrid van Os met zwerfafval doet. Wat is er zo bijzonder aan haar? Antwoord: Ingrid van Os wordt ‘zwerfafvalkoningin’ genoemd, omdat ze de beste/fanatiekste zwerfafvalverzamelaar is.Toelichting:Iemand wordt een ‘koningin’ genoemd als ze de beste van haar soort is. Er zijn wel meer mensen die afval verzamelen, maar waarschijnlijk is er niemand die er zo fanatiek mee bezig is als Ingrid van Os. Daarom noemt de auteur haar de zwerfafvalkoningin.  Werkwijze:Lees de beschrijving, de antwoorden en tekst 2 goed door. Markeer belangrijke woorden of woordgroepen als dat je helpt. Als je het antwoord niet meteen weet, kun je het beste foute antwoorden gaan wegstrepen. Weet je wat een eenmalige actie is? Welk antwoord valt dan af? Hoeveel mensen heb je volgens tekst 2 nodig om in actie te komen? Welk antwoord valt dan af? Een van de antwoorden verwijst naar Ingrid van Os. Dat is degene over wie tekst 1 gaat. Vraag je af hoeveel invloed Jari met zijn actie heeft op de natuur. Is dat net zoveel als Ingrid van Os? Dan zou het antwoord goed kunnen zijn. heeft hij minder invloed? Dan is dat antwoord fout. Controleer als je een antwoord hebt gekozen of je de gegeven conclusie kunt trekken op basis van de informatie in tekst 2 en tekst 1. Antwoord: C is goed, want Jari gaat de buurt schoonmaken en daarmee helpt hij de natuur te beschermen. Zwerfvuil dat door hem wordt opgeraapt, zal niet in de buik van dieren terechtkomen. Toelichting:A is fout, want ‘eenmalige’ betekent dat de actie maar een keer wordt gedaan. Het kan best zijn dat Jari elke maand zo’n actie opzet, maar die conclusie kun je niet trekken op basis van de informatie die je hebt. B is fout, want de eenmalige actie van Jari zal niet zoveel invloed op de natuur hebben als de dagelijkse acties van Ingrid van Os, die in vijf maanden tijd gemiddeld ruim 560 items per dag opraapte (tekst 1, alinea 4). Je kunt de conclusie in ieder geval niet trekken op basis van de informatie die je hebt. D is fout, want in tekst 2 staat dat je de actie ook alleen kunt doen. Zelfs als Jari niemand vindt die hem wil helpen en in z’n eentje afval gaat rapen, helpt hij mee de natuur te beschermen. Werkwijze:Lees de antwoorden goed door.Als je niet meteen weet wat het antwoord is, kun je het beste antwoorden wegstrepen.Misschien weet je niet van alle uitdrukkingen de betekenis, maar met logisch nadenken kom je vast wel een eind.Je kunt de betekenis ook opzoeken in je woordenboek, bij het (belangrijkste) zelfstandig naamwoord uit de uitdrukking. Opzoeken kost wel heel veel tijd en niet alle uitdrukkingen staan in je woordenboek, dus doe het alleen als je voldoende tijd hebt en als je echt niet zelf kunt bedenken wat de uitdrukking zou kunnen betekenen.Let erop dat er wordt gevraagd welke uitdrukking het ‘beste’ past bij de tekst. Het kan dus zijn dat een andere uitdrukking ook lijkt te passen, maar net iets minder goed past dan het goede antwoord. Antwoord: A is goed, want ‘alle beetjes helpen’ betekent dat zelfs de kleinste dingen kunnen bijdragen aan het bereiken van een doel. in tekst 2 wordt de lezer opgeroepen om eenmalig in actie te komen, samen met anderen of alleen. Als je één keer in je eentje meedoet, denk je misschien dat je actie weinig zin heeft, maar als heel veel mensen dat doen, wordt er wel veel gedaan. En zelfs als je de enige bent, help je nog steeds mee de natuur een beetje schoner te maken.Toelichting:B is fout, want ‘de vuile was buiten hangen’ betekent dat je aan buitenstaanders dingen vertelt die anderen uit je gezin, familie, vriendengroep etc. eigenlijk liever geheim houden. Dit past niet bij tekst 2. C is fout, want ‘mensen optrommelen’ betekent dat je mensen bij elkaar roept. Dit lijkt te passen bij tekst 2, maar het past minder goed dan ‘alle beetjes helpen’, want je kunt de actie ook alleen doen en dan hoef je dus geen mensen op te trommelen.D is fout, want ‘water naar de zee dragen’ betekent dat je iets doet wat totaal zinloos is. Dat past niet bij de tekst, want zelfs als je maar heel weinig afval opraapt, bescherm je de natuur.  Werkwijze:Zoek in tekst 1 op waar producenten volgens Ingrid van Os verantwoordelijk voor zijn. Misschien herinner je je nog in welke alinea’s ze het daarover had. Kijk anders nog eens naar vraag 3 en vraag 7. Wat zouden de producenten volgens Van Os moeten doen? Wat doet Kruidvat volgens tekst 3 wat een goed voorbeeld is van ‘verantwoordelijkheid nemen’?Kijk goed naar het begin van de zinnen die je moet aanvullen. Zorg ervoor dat je antwoorden er inhoudelijk op aansluiten en let op de formulering en spelling. Je hoeft het begin van de zinnen niet over te nemen, maar het mag wel. Als je het begin niet overneemt, begin je antwoorden dan met drie puntjes. Antwoord: Van Os vindt dat producenten verantwoordelijk zijn voor het zwerfafval. Daarom moeten ze hun verpakkingen aanpassen.Kruidvat is een goed voorbeeld van een producent die zijn verantwoordelijkheid neemt, want het heeft plastic zakken vervangen door papieren zakken.Toelichting:Uit alinea 3 en alinea 7 van tekst 1 blijkt dat Ingrid van Os vindt dat producenten verantwoordelijk zijn voor het zwerfafval, omdat dat bestaat uit hun verpakkingen. Haar uiteindelijke doel is dat producenten die verantwoordelijkheid nemen en hun verpakkingen aanpassen. Dit staat ook in zowel alinea 3 als alinea 7 van tekst 1.Kruidvat doet wat Van Os wil: in plaats van plastic zakken gebruikt het voortaan papieren zakken. Dat staat in alinea 1 van tekst 3.  Werkwijze:Lees de antwoorden goed door. Weet je meteen welk antwoord goed is? Controleer of de andere antwoorden fout of minder goed zijn.Als je niet meteen ziet wat het goede antwoord is: zijn er antwoorden die je weg kunt strepen? Zit er bijvoorbeeld een antwoord tussen waarvoor je geen enkel bewijs hebt dat het waar is? Kijk nog eens naar tekst 2 en vraag 9 en 10. Welk antwoord kun je op basis daarvan zeker wegstrepen? Als je nog twee antwoorden overhoudt waarvan je denkt dat ze beide waar zijn, vraag je dan af wat het betekent dat een maatregel ‘zin heeft’. Welk antwoord past daarbij? Antwoord: B is goed, want papier is minder schadelijk voor de natuur dan plastic, omdat papier sneller vergaat. Het kan zijn dat papier net als plastic wordt gegeten door dieren, maar die zullen er niet zo’n vol gevoel van krijgen als van plastic.  Toelichting:A is fout, want je kunt op basis van de informatie die je hebt niet concluderen dat dit waar is. Daar komt bij dat de maatregel ook al zin heeft als de totale hoeveelheid weggegooide verpakkingen gelijk blijft, omdat papier minder schadelijk is dan plastic. C is fout. De uitspraak is misschien wel waar, maar zelfs als de totale hoeveelheid weggegooide verpakkingen gelijk blijft, heeft het zin als daar minder plastic tussen zit, omdat papier minder schadelijk is dat plastic. D is fout, want zelfs als Kruidvat dit als enige doet, wordt er minder plastic weggegooid. Uit tekst 2 bleek ook al dat alle beetjes helpen.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in