Feniks 3e ed/LRN-line - Hoofdstuk 2 - Jagers, boeren en farao's oefentoetsen & antwoorden

CultuurHiërarchieDynastiePolytheïsme EliteLeertip!Achterin het hoofdstuk staan alle begrippen. Maak van de begrippen bijvoorbeeld flitskaarten om ze te oefenen. Werkwijze:Als je het lastig vindt om een chronologische vraag te maken. Probeer dan de eerste en laatste gebeurtenis alvast te noteren. Zo heb je dan maar een drietal gebeurtenissen te verdelen tussen de eerste en laatste. Dit geeft wat meer overzicht.De juiste volgorde is: C - D - E - B - AToelichting:C. De landbouwrevolutie begint. (10.000 v.Chr) D.  Het einde van de laatste ijstijd. (9000 v.Chr)E.  De eerste boeren in Europa. (6000 v.Chr)B.  Het spijkerschrift ontstaat (3200 V.chr) A. Alexander de Grote verovert Egypte (332 V.chr)Leertip! Achterin het hoofdstuk staan veel belangrijke gebeurtenissen op volgorde van tijd. Neem dit goed door! Homo erectusAustralopithecusHomo habililsHomo erectusHomo sapiens Jagers en verzamelaars zijn mensen die leven van de jacht en visvangst, en van het verzamelen van eetbare producten in de natuur. Nomaden zijn mensen die geen vaste woonplaats hebben en dus een rondtrekkend bestaan leven. Als het voedsel/eten in het gebied waar de jagers en verzamelaars op dat moment verbleven op raakten, moesten zij verder trekken. Het had geen nut om een stevige vaste woonplek te bouwen, ze leefden daarom een rondtrekkend (nomadisch) bestaan. Door de komst van de landbouw komt er een einde aan het nomadisch bestaan van veel mensen. De mensen gaan op een vaste plek wonen.De boeren bouwen stevige boerderijen, bijvoorbeeld van steen. Boeren bouwen tempels en grafmonumentenEr worden nieuwe uitvindingen gedaan, zoals de ploeg voor de landbouw en stevige potten om bijvoorbeeld voedsel in te bewaren.Het bezit van mensen neemt toe. Mensen blijven op één plek wonen en hoeven dus niet meer alles mee te tillen zoals jagers en verzamelaars dat deden.De bevolking groeit snel. Er is meer voedsel en meer mensen wonen bij elkaar, daardoor is er echter ook meer kans om besmet te worden door ziektes van anderen. Door de komst van de landbouw neemt de kans op geweld toe, omdat met de komst van de landbouw mensen meer bezit creëren. Sommige mensen willen dit bezit van jou afpakken en zijn bereid om daarvoor geweld te gebruiken. Er ontstond een meer hiërarchisch systeem bij boeren omdat zij meer bezit kregen. De boeren bleven op één plek wonen en konden daardoor meer bezittingen bij zich houden. Ook hebben sommige boeren meer land dan andere en zijn daardoor rijker. Zij werden belangrijker in de samenleving en kregen bijvoorbeeld de taak van dorpshoofd. Zij hadden daardoor meer macht in het dorp dan andere boeren. Dit noemen we ook wel hiërarchie: Een rangorde in de samenleving, de een is rijker en machtiger dan de ander.De jagers en verzamelaars hadden bijna geen bezit, ze leefden namelijk een nomadisch bestaan en konden spullen vaak niet meenemen. Antwoord C is juist. Toelichting: In juli was overstroomde de Nijl. In het rivierwater zat slib (vruchtbare modder) wat dan achterbleef op de akkers als het waterpeil weer daalde. Dit zorgde voor veel gewassen. De irrigatielandbouw heeft grote gevolgen gehad, namelijk (3 van de volgende):Het aanleggen van een irrigatiesysteem vroeg om veel samenwerking. Om de samenwerking goed te organiseren kregen de meest succesvolle boeren de functie van dorpshoofd. Zij gaven leiding aan het irrigatiesysteem en hadden daardoor veel macht.De irrigatielandbouw zorgde ervoor dat er meer voedsel kwam. Hierdoor groeide de bevolking.Door de grote hoeveelheid voedsel was het niet meer nodig dat iedereen boer was. Er ontstonden verschillende beroepen.Sommige dorpen groeiden uit tot steden. Er ontstond in de steden een belastingstelsel, dit geld werd onder andere gebruikt om ambtenaren te betalen. Je kunt de irrigatielandbouw geen Egyptische uitvinding noemen, omdat in de steden van Mesopotamië al gedaan werd aan irrigatielandbouw. Van belangrijk naar minder belangrijk:d. faraoa. hoge Ambtenarene. lage ambtenarenb. boerenc. slaven Het dodenrijk.Rijke mensen lieten het lichaam mummificeren. Arme Egyptenaren werden onder het hete woestijnzand begraven.Hiërarchie betekent; de rangorde in de samenleving, de een is rijker en machtiger dan de ander. Doordat de een rijker of machtiger is dan de ander kan de persoon ook op een andere manier begraven worden. De farao kreeg bijvoorbeeld een plek in de piramide met veel versiersels en spullen. De arme bevolking werd in de woestijn begraven. Hoe belangrijker je bent, hoe mooier het graf. De bron past bij jagers en verzamelaars, want (2 van de volgende elementen):Ik zie namelijk op de bron dat de mensen wonen in eenvoudige tenten/hutten, de boeren zouden een steviger huis bouwen.Ik zie dat de mensen weinig bezittingen hebben. De boeren hadden meer bezittingen omdat zij bleven wonen op één plek.Ik zie geen akkers, de boeren leven van de landbouw.Ik zie een kleine groep mensen, in de tijd van de boeren konden er meer mensen gevoed worden en dus ook grotere groepen ontstaan. Op bron 2 zie je de bandkeramiek cultuur. Deze groep boeren staat bekend om hun aardewerk dat zij hebben versierd met ingekraste banden. Op bron 2 zie je de ingekraste banden goed terugkomen. De farao werd als belangrijk gezien. In de bron zie je namelijk dat (1 van de volgende 2 elementen):De farao is groter afgebeeld dan de andere mensen. Dit geeft aan dat hij waarschijnlijk als belangrijker werd gezien.Hij zit alleen op zijn strijdkar. Hij bestuurt de kar en schiet met pijl en boog. Hij heeft geen hulp nodig van anderen. Je ziet op de bron dat op de andere strijdkar twee personen staan. Het begrip polytheïsme betekent dat er gelooft wordt in meerdere goden. Op bron 4 zie je meerdere goden afgebeeld, zoals Anubis en Osiris. Daarom past bron 4 goed bij het begrip polytheïsme.