Grandes Lignes 6e ed/FLEX deel A+B - Chapitre 7 - C'est dingue! oefentoetsen & antwoorden

a. verkopen (A)b. als, zoals (A)c. een vraag stellen (B)d. tweedehands (B)e. online (B)f. van metaal (E)g. zwaar (E)h. licht (E)i. toestaan (F)j. de vervuiling (F) a. tu auras (A) b. déjà (A)c. mettre (B)d. complètement (B)e. l’opinion (B)f. en pierre (E)g. carré(e) (E)h. vert(e) (E)i. réduire (F)j. la cause (F) Krijg jij zakgeld?Ik betaal mijn telefoonabonnement.Spaar jij ook?Heb jij een nieuwe app?Ik gebruik hem om filmpjes mee te maken. Niet. Niet. Wel:  Va faire ces devoirs!Wel:  Allez, allez, va faire mes devoirs!Wel:  Faisons nos devoirs ensemble!Toelichting:Om de gebiedende wijs te maken gebruik je alleen de persoonsvorm Dit is de 1e werkwoordsvorm in de zin die net na het onderwerp komt. Het is de vorm van het werkwoord dat zich vormt naar het onderwerp.Wanneer gebruik je welke vorm? Wanneer je tegen een leeftijdgenoot de gebiedende wijs gebruikt neem je de vorm van het werkwoord (= pv) die bij  JE  hoort.Wanneer je tegen iemand beleefd bent en de gebiedende wijs gebruikt neem je de vorm van het werkwoord (= pv) die bij  VOUS  hoort.Wanneer je de gebiedende wijs gebruikt tegen een groep mensen waar jij zelf niet bij hoort, neem je de vorm van het werkwoord (= pv) die bij  VOUS hoort.Wanneer je de gebiedende wijs gebruikt bij een groep waar jij zelf wèl bij hoort, neem je de vorm van het werkwoord (= pv) die bij NOUS  hoort. Parlez plus fort s’il-vous-plaît, madame! tegen 1 persoon - beleefdheidsvorm.Chère classe 3B, essayez cette recette et profitez de la visite de Jamie Oliver!tegen een groep - waar jij niet bij hoort.Pour aller au sommet, évite trop de bagage! tegen 1 persoon - leeftijdsgenoot.Nous avons une bande de copines très sympa, continuons l’amitié! tegen een groep - waar jij bij hoort.Après tout, parle avec tes parents. tegen 1 persoon - leeftijdgenoot. Toelichting:Zie voor uitleg van de impératif (=gebiedende wijs) de toelichting bij opdracht 4. Niet juist. Het moet zijn: Tu ne me parles jamais de ton passé.Juist. Vous n’ avez pas encore vu Paris et la Tour Eiffel?Juist. Ne me parle pas de tes amours!Niet juist. Moet zijn: Nous n’ avons plus fini nos devoirs.Juist. Je n’ ai rien mangé aujourd’hui.ToelichtingOm een zin ontkennend te maken gebruik je twee woordjes: Het 1e woordje is altijd NE en die zet je vlak voor de persoonsvorm in de zin. Het 2e woordje (PAS; JAMAIS; RIEN; PLUS; PAS ENCORE) zet je gelijk na de persoonsvorm. De persoonsvorm is de 1e werkwoordsvorm in de zin die zich vormt naar het onderwerp. (parler)      Parlez plus fort ou prenez le micro, monsieur.(aller)         Allons au disco ensemble!(prendre)  Prenez vos billets, mesdames et messieurs!(finir)         Finis ton repas mon petit.(danser)    Dansez,  les filles!Toelichting:Om de impératif te maken gebruik je de présent en alleen de persoonsvorm. Je moet dus weten hoe je de présent maakt van regelmatige werkwoorden (op ER op IR en op RE). De présent van de onregelmatige werkwoorden leer je uit je hoofd (hier is dat de présent van ALLER en PRENDRE).De werkwoorden PARLER en DANSER zijn regelmatige werkwoorden eindigend op ER.De stam in de présent is het hele werkwoord min ER plus de uitgangen (E; ES; E; ONS; EZ; ENT)Het werkwoord FINIR is een regelmatig werkwoord eindigend op IR. De stam in de présent is het hele werkwoord min R plus de uitgangen (S; S; T; SSONS; SSEZ; SSENT)Voor verdere uitleg hoe je de impératif gebruikt kijk je bij de toelichting van opdracht 4. Je n’ai pas faim!Nous ne sommes jamais allés en Suisse.Elles n’ ont pas encore fait leurs devoirs.Il n’ a rien compris.Vous n’ avez plus de café. (Let op! DU -> DE na een ontkenning)Toelichtinggeen = ne …. pas nooit = ne ….. jamaisnog niet = ne …… pas encore niets = ne ….. rien niet meer = ne ….. plusVoor verdere uitleg hoe je ontkennigen maakt, kijk je bij de toelichting van opdracht 6. Antwoord A. Dat staat in de 1e zin van de 2e alinea: (2) En France, les parents peuvent choisir le prénom de leur enfant, mais il y a quand même des règles à respecter. = In Frankrijk mogen ouders het naam van hun kind zelf kiezen, maar er zijn wel regels waar je je aan moet houden.Antwoord A, want B en C staan niet op deze manier genoemd in de 3e alinea. B wordt helemaal niet als dusdanig in de tekst genoemd en C staat pas in de laatste alinea. Het antwoord A is te vinden in de laatste 2 zinnen van de 3e alinea: Après la décision de la justice, les parents qui voulaient appeler leur fille Fraise, ont finalement choisi un prénom original mais moins bizarre : Fraisine. Pour le couple qui voulait que leur fille s’appelle Nutella, ce sera Ella. = Na het besluit van de rechter hebben de ouders die hun dochter Aardbei wilden noemen een originele minder gekke naam aan haar gegeven: Fraisine. Voor het echtpaar dat hun dochter Nutella wilden noemen, zal het Ella worden.Antwoord D. Dat heeft te maken met het verband dat gelegd wordt met de voorgaande zin. (Bref = Kortom; En plus = Bovendien; Mais = Maar; Par exemple = Bijvoorbeeld)Des prénoms bizarres et interdits par la justice, il en existe dans le monde entier. Par exemple en Suède, des parents voulaient appeler leur enfant «Brfxxccxxmnpcccclllmmnprxvclmnc kssqlbb11116». =Verboden, gekke voornamen komt in de hele wereld voor. Bijvoorbeeld in Zweden wilden ouders hun kind  «Brfxxccxxmnpcccclllmmnprxvclmnc kssqlbb11116»  noemen. Bonjour les amis/ les copains !J’ai acheté des vêtements à Paris. J’ai aussi acheté une nouvelle appli. L’appli (of Elle) est super! Je l’utilise pour faire des vidéos.A la semaine prochaine! ( Jouw naam) Toelichting:Een gepaste aanhef voor een vriend is Cher, voor een vriendin Chère en bij meervoud Chers. Je kunt Salut les ami(e)s schrijven of Bonjour (en dan de namen van je vrienden)Je hebt al dingen gedaan, dus gebruik hier dus de passé composé!Bij de afsluiting kan ook of A bientôt !  (=tot gauw) of  Au revoir ! (= tot ziens)Veel zinnen kun je letterlijk uit de geleerde Phrases-Clés halen.Het is lastig om je eigen zinnen na te kijken. Vraag daarom aan je (bijles-)docent of hij/zij je schrijfopdracht voor je wil nakijken en met jou wil bespreken.