Pulsar Nask1 4e ed
- Hoofdstuk 2 - Licht en beeld
oefentoetsen & antwoorden
4e editie
Klas 3|Vmbo-kgt
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:
Schaduwen
De spiegelwet
Positieve en negatieve lenzen
Rekenen met de vergroting
De werking van het oog
Kleuren zien
Toets Nask/Science
Pulsar Nask1 4e ed
Online maken
Toets afdrukken
Een directe lichtbron maakt zelf licht. Een voorbeeld is de zonEen indirecte lichtbron geeft zelf geen licht. Een voorbeeld is de maan, die zonlicht weerkaatst.Bij een diffuse terugkaatsing kaatst het licht in alle richtingen terug (onregelmatig oppervlak).Bij een spiegelende terugkaatsing wordt het licht teruggekaatst als een spiegel (vlak oppervlak).Een bolle lens heeft een convergerende werking. De invallende evenwijdige lichtstralen worden na breking naar elkaar toe gebogen.Een holle lens heeft een divergerende werking. De invallende evenwijdige lichtstralen worden na breking uit elkaar gebogen.Bij accommoderen verandert de ooglens van vorm, zodat men scherp kan zien. Ultraviolet (UV) en infrarood (IR) zijn twee soorten straling die je niet kan zien. Niet waar, bij een maansverduistering staat de aarde tussen de zon en de maan in. De aarde “verduistert” de maan.Niet waar, de normaal wordt altijd in een hoek van 90 graden getekend op de plek waar de lichtstraal op de spiegel komt. Niet waar. Als de voorwerpsafstand groot is, dan wordt de vergroting kleiner ($\rm N = \frac {beeldafstand}{voorwerpsafstand}$). (Vul eventueel getallen in en kijk wat het doet met de berekening. De beeldafstand blijft hetzelfde.)Waar.Niet waar, de pixels in beeldschermen kunnen rood, groen en blauw licht geven. Teken de randen van de schaduw langs het bed en de stoel. Het gebied tussen deze randen is waar de schaduw op de grond valt.Als de lamp lager zou hangen, dan is de afstand tussen de lamp en het voorwerp kleiner. De schaduw wordt dus groter (zie afbeelding). Teken de normaal. De hoek tussen de normaal en de spiegel is altijd 90 graden.Meet de hoek tussen de normaal en de invallende lichtstraal met de geodriehoek.De hoek van inval is hetzelfde als de hoek van uitval. Dit is de spiegelwet. Teken de hoek tussen de normaal en de teruggekaatste lichtstraal. Het spiegelbeeld dat ontstaat noemen we een virtueel beeld. Het beeld is niet echt.Om het spiegelbeeld te tekenen, gebruik je een geodriehoek.De afstand tussen de spiegel en het voorwerp is hetzelfde als de afstand tussen de spiegel en het beeld.Doe dit voor een aantal punten van het voorwerp om zo de vorm van het beeld te kunnen tekenen.De beeldafstand is de afstand tussen de spiegel en het beeld. De voorwerpsafstand is de afstand tussen de spiegel en het voorwerp. Om een beeld van de kaars te tekenen heb je twee lichtstralen nodig (de derde lichtstraal is ter controle):Een lichtstraal van de top van de kaars door het midden van de lens.Een lichtstraal van de top van de kaars evenwijdig aan de hoofdas, en aan de andere kant van de lens door het brandpunt.Het snijpunt van deze twee lichtstralen is de top van het beeld van de kaars. (Derde lichtstraal: door het brandpunt van de lens en aan de andere kant van de lens evenwijdig aan de hoofdas. Deze lichtstraal is niet nodig, maar is ter controle.)Het brandpunt F is het punt waar de lichtstraal kruist met de hoofdas. Gegeven:b=20 cmb = 20\ cmb=20 cmv=3 mv = 3\ mv=3 m Gevraagd:N=?N = ?N=? Formule:N=bvN = \frac{b}{v}N=vbBerekening:b=20 cm=0,2 mb = 20\ cm = 0,2\ mb=20 cm=0,2 mN=0,23=0,067N = \frac{0,2}{3} = 0,067N=30,2=0,067Conclusie:De vergroting is 0,067.Het beeld is geen vergroting, maar een verkleining. De vergroting is immers kleiner dan 1. De ooglens zorgt (samen met het hoornvlies) voor een scherp beeld op het netvlies. Op het netvlies zetten de zintuigcellen het licht om in elektrische signalen. Deze elektrische signalen gaan door de oogzenuw naar de hersenen. De hersenen verwerken de informatie tot een beeld.Saskia is bijziend. De negatieve lenzen zorgen ervoor dat de lichtstralen verder uit elkaar gaan voordat ze op het netvlies terechtkomen. Zo kan ze in de verte ook scherp zien.Gegeven:S=−3,75 dptS = -3,75\ dptS=−3,75 dpt Gevraagd:f=? cmf = ?\ cmf=? cm
Formule:S=1fS = \frac{1}{f}S=f1
Berekening:−3,75=1f-3,75 = \frac{1}{f}−3,75=f1 : - 3,75 : -3,751:−3,75=−0,27 m1 : -3,75 = -0,27\ m1:−3,75=−0,27 m−0,27 m×100=−27 cm-0,27\ m \times 100 = -27\ cm−0,27 m×100=−27 cm
Conclusie:De brandpuntsafstand van de lens is -27 cm. Teken een lichtstraal van de bovenkant van de zon langs de maan.Teken een lichtstraal van de onderkant van de zon langs de maan.Teken een lichtstraal van de bovenkant van de zon langs de andere kant van de maan.Teken een lichtstraal van de onderkant van de zon langs de andere kant van de maan.Geef de kernschaduw en de halfschaduw aan. De dode hoek is het gebied dat een chauffeur niet kan zien in zijn spiegels.Om het gebied dat binnen de dode hoek wel te zien, kan een vrachtwagenbedrijf:… een speciale dodehoekspiegel plaatsen;… een camera plaatsen boven de cabinedeur en achter op de laadbak;… bewegingssensoren plaatsen.Om het gezichtsveld te tekenen:Teken je eerst een loodlijn van het oog naar de andere kant van de spiegel.Teken het oog op de juiste afstand (b = v).Vanaf het spiegelbeeld van het virtuele oog teken je kijklijnen langs beide zijden van de spiegel.Het gebied tussen de kijklijnen is het gezichtsveld. Een weggegooide drankfles kan als een vergrootglas gaan werken als de zon erop schijnt. De lichtstralen komen bij elkaar in het brandpunt en kan ervoor zorgen dat droog gras in brand vliegt. Het gaat om een bolle lens, dus de lichtstralen buigen naar elkaar toe. De lens heeft dus een convergerende werking.Om een beeld van de pijl te tekenen heb je vier lichtstralen nodig:Een lichtstraal van de top van de pijl door het midden van de lens.Een lichtstraal van de top van de pijl evenwijdig aan de hoofdas, en aan de andere kant van de lens door het brandpunt.Het snijpunt van deze twee lichtstralen is de top van het beeld van de pijl. Een lichtstraal van de onderkant van de pijl door het midden van de lens.Een lichtstraal van de onderkant van de pijl evenwijdig aan de hoofdas, en aan de andere kant van de lens door het brandpunt.Het snijpunt van deze twee lichtstralen is de onderkant van het beeld van de pijl. Als mensen ouder worden, dan kan de elasticiteit van de ooglens afnemen. De lens is dan niet goed meer in staat om te accommoderen en de lens dus boller te maken om dicht bij goed te kunnen zien. Het nabijheidspunt komt steeds verder van je oog af te liggen. (Het nabijheidspunt is het punt waar je oog nog scherp kan zien.)Mensen die last hebben van ouderdomsverziendheid hebben bolle lenzen (positieve lenzen) nodig. Een groen t-shirt kaatst alleen groen licht terug. Alle andere kleuren van het licht worden geabsorbeerd door de stof van het t-shirt. Nee, je kan niet met zekerheid zeggen welke kleur t-shirt de dader draagt. De kleur van het licht bepaalt hoe je de kleuren van het t-shirt ziet. In een rood licht heeft het t-shirt een andere kleur dan in blauw licht. In een discotheek verandert de kleur van het licht constant.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.