Zugspitze 1 LRN-line - Hoofdstuk Schritt 11-16 - Eckbauerbahn oefentoetsen & antwoorden

vanafmet de tramdurenachterintussende appelsde peerde groentede hamde levensmiddelen an der Ampelplanender Verkehrvermietenvorn/vornedie Bananendie Buttereinkaufendie Milchdas SalzLeertip: Denk aan de hoofdletters bij de zelfstandige naamwoorden. eintausensiebenhundertneunundachtzigdreitausendfünfhundertzweiunddreißigachtzigtausendachthunderteinundfünfzigsechs Millioneneine Milliarde Physik ist mein Lieblingsfach.Wer ist dein Lielingslehrer?In Deutsch habe ich eine Eins! (Eins = 10, want een goed is een 1, dus andersom)Ich hasse alles, was mit zahlen zu tun hat.Die Kasse ist im Erdgeschoss.Schwarz ist meine Lieblingsfarbe.Danke und einen schönen Tag noch.Hier ist eine Hose in Größe M.Leertip: Denk aan de hoofdletters bij de zelfstandige naamwoorden. ist bist seid sindist (Tim, is een hij, dus er)bin Leertip: Kijk goed naar het onderwerp in de zin, welk persoonlijk voornaamwoord zie je? Zorg dat je deze rijtjes goed kent, je hebt ze vaak nodig. haben hat hast hat (Tom is een hij, dus er)habe Habt Leertip: Kijk goed naar het onderwerp in de zin, welk persoonlijk voornaamwoord zie je? Zorg dat je deze rijtjes goed kent,je hebt ze vaak nodig. die, want vriendin is vrouwelijkder, want grootvader is mannelijkder, want hond is een mannetje (in het Duits staat er vaak –in achter als het een vrouwelijk dier is)das, want je zegt HET speldas, want het is onzijdig, je kunt niet zien of het een jongetje of een meisje isToelichting: Mannelijke zelfstandige naamwoorden zijn:- mannelijk personen en dieren- namen van dagen/namen van maanden/namen van jaargetijden- zelfstandige naamwoorden die de stam van een werkwoord zijn.Vrouwelijke zelfstandige naamwoorden zijn:- vrouwelijke personen en dieren- veel woorden die op -e eindigen- woorden die op -heit/-keit/-schaft/-ung/-ei/-ion eindigenOnzijdige zelfstandige naamwoorden zijn:- Veel woorden waar in het Nederlands ‘het’ voor staat- verkleinwoorden die eindigen op -chen der, want hengst is een mannelijk paarddie, want het eindigt op een -edie, want vriendin is vrouwelijkdas, want het zegt HET raamder, want maanden zijn mannelijkdie, want het eindigt op -iondie, want het eindigt op -schaftder, want opa is mannelijkdie, want het eindig op -eidas, want het eindigt op -chendie, want het eindigt op -keitder, want jaargetijden zijn mannelijk eineeineineineeineinLeertip: Die (vrouwelijk) eindigt op een -e, dus komt er achter ein- ook een -e, dus eine. bin (Ik BEN Karl)ist (Wie IS dat daar)hast (HEB jij ook een broer)habe (Ik HEB een broer)hat (HEEFT Susanne een broer)ist (Zij IS de zus van)habt (HEBBEN jullie nog meer, dus habt)haben (Wij HEBBEN nog, dus haben)Leertips! Kijk goed naar de betekenis van de zinnen: Probeer het pas woordje voor woordje te vertalen als het echt niet lukt.Leer de rijtjes van haben en sein goed uit je hoofd, want deze gaan nog vaak terugkomen als hulpwerkwoorden. Kijk goed naar het persoonlijk voornaamwoord welke vorm je nodig hebt.Werkwoorden schrijf je met een kleine letter. Magst du (lieber) die Fremdsprachen?Findest du Chemie schwierig?Mein Klassenlehrer unterrichtet Mathe.Ich habe meistens Größe S.Welche Farbe möchten Sie?Wo kann ich diesen Pulli anprobieren?Leertip: Denk aan de hoofdletters bij de zelfstandige naamwoorden.