Pulsar Nask2 4e ed - Hoofdstuk 5 - Verbranding oefentoetsen & antwoorden

Met de brander kun je drie verschillende vlammen maken:Gele vlam / pauzevlam: Deze vlam gebruik je als je de brander even niet nodig hebt.Blauwe vlam: Deze vlam gebruik je als je iets rustig moet verwarmen.Ruisende vlam: Deze gebruik je als je iets erg moet verwarmen of verhitten. Voor een brand zijn 3 dingen nodig:Een brandstof: de stof die gaat verbranden.Zuurstof: dit is een van de beginstoffen in een verbrandingsreactie.Ontbrandingstemperatuur: de temperatuur moet hoog genoeg zijn dat de brandstof gaat ontbranden. Zure regen wordt veroorzaakt door zwaveldioxide (SO2) en stikstofoxiden (NOx). Stikstofoxiden is een verzamelnaam voor NO, NO2 en voor NO3. Deze stoffen worden door het regenwater opgenomen en maken het zuur. Bij een blusdeken wordt de zuurstof van de brand weggehaald.Bij een poederblusser wordt ook de zuurstof weggehaald.Bij het gecontroleerd uit laten branden van een brand zorgt de brandweer ervoor dat de brandstof op raakt. Een vlam is een brandbaar gas dat gloeit omdat het reageert met zuurstof. Bij deze reactie komt zoveel energie vrij dat het gaat gloeien. Bij het kloppend maken van een reactievergelijking moet je ervoor zorgen dat het aantal atomen per atoomsoort voor en na de pijl gelijk is. Dit doe je door coëfficiënten toe te voegen voor de moleculen. Je mag de molecuulformule dus niet veranderen.We tellen hoeveel atomen van elke soort voor en na de pijl staan.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC21H42O23Je zet een 2 voor CO2.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC22H42O25Je zet een 2 voor H2O.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC22H44O26Je zet een 3 voor O2.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC22H44O66De atomen zijn nu gebalanceerd, het antwoord is dus:C2H4 (g) + 3 O2 🡪 2 CO2 (g) + 2 H2O (l) We tellen hoeveel atomen van elke soort voor en na de pijl staan.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC81H182O23Je zet een 8 voor CO2.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC88H182O217Je zet een 9 voor H2O.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC88H1818O225Je moet nu 12,5 voor O2 zetten (25 : 2 = 12,5).AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC88H1818O2525Halve moleculen bestaan niet, dus vermenigvuldig je alle coëfficiënten met twee.De atomen zijn nu gebalanceerd, het antwoord is dus:2 C8H18 (g) + 25 O2 🡪 16 CO2 (g) + 18 H2O (l) We tellen hoeveel atomen van elke soort voor en na de pijl staan.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC41H102O33Je zet een 4 voor CO2.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC44H102O39Je zet een 5 voor H2O.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC44H1010O313Je laat de O in C4H10O staan omdat anders de C en H atomen ook weer veranderen. Je moet dan dus 13-1=12 O atomen kwijt in O2: Zet een 6 voor O2.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC44H1010O1313De atomen zijn nu gebalanceerd, het antwoord is dus:C4H10O (g) + 6 O2 🡪 4 CO2 (g) + 5 H2O (l) We tellen hoeveel atomen van elke soort voor en na de pijl staan.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC51H92S11O25Hier is het handiger om met H te beginnen.Je zet een 9 voor H2O en een 2 voor C5H9S.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC101H1818S21O213Je zet een 10 voor CO2.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC1010H1818S21O231Je zet een 2 voor SO2.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC1010H1818S22O233Je moet nu 12,5 voor O2 zetten (33 : 2 = 16,5).AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC1010H1818S22O3333Halve moleculen bestaan niet, dus vermenigvuldig je alle coëfficiënten met twee.De atomen zijn nu gebalanceerd, het antwoord is dus:4 C5H9S (g) + 33 O2 🡪 20 CO2 (g) + 18 H2O (l) + 4 SO2 (g) Het broeikaseffect is het effect dat ervoor zorgt dat het warm op aarde blijft. Dit komt doordat er broeikasgassen zoals koolstofdioxide in de lucht zitten. Deze neemt de warmtestraling van de aarde op en straalt het terug. Door te veel broeikasgassen uit te stoten wordt er te veel warmte teruggestraald naar de aarde en wordt het warmer en warmer. Reactieschema:Spiritus (l) + zuurstof (g) 🡪 koolstofdioxide (g) + water (l)Reactievergelijking:C2H6O (l) + O2 (g) 🡪 CO2 (g) + H2O (l)Kloppend maken:We tellen hoeveel atomen van elke soort voor en na de pijl staan.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC21H62O33Je zet een 2 voor CO2.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC22H62O35Je zet een 3 voor H2O.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC22H66O37Je laat de O in C2H6O staan omdat anders de C en H atomen ook weer veranderen. Je moet dan dus 7-1=6 O atomen kwijt in O2: Zet een 3 voor O2.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC22H66O77De atomen zijn nu gebalanceerd, het antwoord is dus:C2H6O (l) + 3 O2 (g) 🡪 2 CO2 (g) + 3 H2O (l)In de tekst staat dat er een blauwe vlam van de spiritus af komt. Een volledige verbranding heeft een blauwe vlam terwijl een onvolledige verbranding een gele vlam heeft. Hieruit kun je dus afleiden dat er een volledige verbranding plaats vindt.Je kunt het ook afleiden doordat er wordt gezegd dat er koolstofdioxide en water ontstaat. Bij een onvolledige verbranding zou ook roet (C) en koolstofmonoxide (CO) ontstaan.Doordat spiritus een vloeistof is kun je het niet met water blussen. Je zult dus de spiritus moeten afdekken, zodat er geen zuurstof meer bij kan komen, bijvoorbeeld door een pot ondersteboven over het bakje te zetten. SO2 is een schadelijk verbrandingsproduct. Als er te veel SO2 in de lucht zit dan zorgt dit namelijk voor zure regen.Reactieschema:Tetrahydrothiofeen (g) + zuurstof (g) 🡪 koolstofdioxide (g) + water (l) + zwaveldioxide (g)Reactievergelijking:C4H8S + O2 🡪  CO2 (g) + H2O (l) + SO2 (g)Kloppend maken:We tellen hoeveel atomen van elke soort voor en na de pijl staan.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC41H82S11O25Je zet een 4 voor CO2.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC44H82S11O211Je zet een 4 voor H2O.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC44H88S11O214Je moet nu 7 voor O2 zetten (14 : 2 = 7).AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC44H88S11O1414De atomen zijn nu gebalanceerd, het antwoord is dusC4H8S + 7 O2 🡪  4 CO2 (g) + 4 H2O (l) + SO2 (g)Koolstofdioxide kan je aan tonen door de gassen die bij de verbranding ontstaat door helder kalkwater heen te leiden. Als het helder kalkwater troebel wordt dan is er koolstofdioxide ontstaan.KoolstofmonoxideReactievergelijking:… CH4 (g) + … O2 (g) 🡪 … C (s) + … H2O (l)Kloppend makenWe tellen hoeveel atomen van elke soort voor en na de pijl staan.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC11H42O21Je zet een 2 voor H2O.AtoomsoortVoor de pijlNa de pijlC11H44O22De atomen zijn nu gebalanceerd, het antwoord is dus:CH4 (g) + O2 (g) 🡪 C (s) + 2 H2O (l)  Juiste antwoord = BIn de tekst staat dat de rookmelder reageert op vaste deeltjes in rook. Alleen roet is een vast deeltje.Juiste antwoord = AKoolstofmono-oxide is een giftig gas bij inademing. Een onvolledige verbranding komt doordat er te weinig zuurstof aanwezig is om de brandstof volledig te laten verbranden.