Toets Aardrijkskunde

De Geo LRN-line Zuid-Amerika (CE 2026 e.v.) - Hoofdstuk 3-4 - Zuid-Amerika in de wereld & Actuele vraagstukken in Zuid-Amerika oefentoetsen & antwoorden

1e editie

Onderwerpen: buitenlandse investeringen, exportpakket, handelsbalans, importpakket, wereldsysteem, aardverschuiving, hazard management, modderstroom, risicoperceptie, inheemse bevolking, evapotranspiratie, landdegradatie, mijnbouw, ontbossing, waterbalans.

De Geo LRN-line Zuid-Amerika (CE 2026 e.v.)
Toets Aardrijkskunde
De Geo LRN-line Zuid-Amerika (CE 2026 e.v.)
Online maken
Toets afdrukken
Deze gebieden waren vroeger een (binnen)zee.Het water is inmiddels verdampt. Het zout in dat water kon niet verdampen en bleef achter. Toelichting:Deze zoutvlaktes zijn ontstaan doordat het water van een (binnen)zee in het verleden verdampt is. Dit betekent dat het water uit een afgesloten zee of meer langzaam is verdwenen, bijvoorbeeld door het klimaat of door veranderingen in het aardoppervlak. Het belangrijkste is te begrijpen dat zout zich in het water van de zee bevindt. Wanneer het water verdampt, blijft het zout achter, omdat het niet verdampt zoals water dat doet. Door het uitblijven van nieuw water, blijft het zout dus op de bodem achter, en zo ontstaan zoutvlaktes. Denk er ook aan dat lithium vaak voorkomt in deze gebieden omdat het zich kan ophopen in de zoutvlakten, vooral in de zogenaamde "zoutmeren" of evaporieten, waar het door de verdamping van water in grote concentraties terechtkomt. In Zuid-Amerika zijn (nog) geen autofabrieken die elektrische auto’s produceren. De transportkosten van accu’s (zwaar) zijn hoog. Dus men kiest voor een locatie dichtbij de afzetmarkt, dus in Noord-Amerika of West-Europa (waar veel Tesla’s worden verkocht).Toelichting:De eerste verklaring is dat er in Zuid-Amerika op dit moment geen grote autofabrieken zijn die elektrische voertuigen produceren. Dit betekent dat er in Zuid-Amerika minder vraag is naar lithiumbatterijen voor elektrische auto’s. Tesla richt zich met zijn fabrieken op regio's waar de vraag naar elektrische auto's groot is. Daarom kiezen ze voor locaties in Noord-Amerika en West-Europa, waar wel veel elektrische auto's worden geproduceerd en verkocht. Zuid-Amerika heeft deze markten nog niet op grote schaal.De tweede verklaring heeft te maken met de hoge transportkosten van lithiumaccu’s. Accu’s zijn zwaar en dus duur om over grote afstanden te vervoeren. Tesla wil zijn fabrieken daarom dicht bij de markten plaatsen waar ze hun auto's verkopen. Omdat Noord-Amerika en West-Europa grotere markten zijn voor Tesla, worden de accu's daar geproduceerd om de kosten en de tijd voor transport naar deze markten te verlagen. In Zuid-Amerika is deze afzetmarkt kleiner, waardoor het minder logisch is om daar een fabriek te bouwen. JuistOnjuistOnjuistJuistToelichting:In deze vraag laat je zien dat je over de vaardigheid kaartanalyse beschikt. Je krijgt een set kaarten (net als op het eindexamen) en je moet bepaalde gegevens controleren of vergelijken. Stelling A: Zuid-Amerika scoort inderdaad gemiddeld hoger dan Zuidoost-Azië op de VN-welzijnsindex, die kijkt naar zaken zoals gezondheid, onderwijs, levensverwachting en inkomens. Zuid-Amerikaanse landen hebben over het algemeen een hogere score op deze index dan de landen in Zuidoost-Azië.Stelling B: Deze stelling is onjuist omdat de landbouw in Zuid-Amerika over het algemeen minder arbeidsintensief is dan in Zuidoost-Azië. In Zuid-Amerika wordt veel landgebruik voor grootschalige, mechanische landbouw (zoals soja en graan), terwijl in Zuidoost-Azië kleinere landbouwbedrijven gebruik maken van meer arbeidsintensieve methodes, zoals rijstverbouw.Stelling C: Deze stelling is onjuist. In Zuidoost-Azië is het percentage stedelijke bevolking vaak lager dan in veel landen van Zuid-Amerika. Zuid-Amerika heeft over het algemeen een hoger percentage stedelijke bewoners, doordat landen zoals Argentinië, Brazilië en Chili sterk verstedelijkt zijn.Stelling D: Dit is een correcte stelling. Zowel Paraguay in Zuid-Amerika als Cambodja in Zuidoost-Azië scoren inderdaad laag wat betreft het bruto nationaal product (bnp) per hoofd van de bevolking in vergelijking met andere landen in hun regio. Beide landen hebben een relatief lage economische ontwikkeling en een lager bnp per hoofd dan bijvoorbeeld Argentinië of Thailand. A BoliviaB Brazilië C ArgentiniëD VenezuelaE ParaguayToelichting:Land A: Bolivia heeft een relatief laag BNP per hoofd, wat overeenkomt met de 2.948 dollar die hier genoemd wordt. Het land exporteert aardgas en zinkerts, wat ook goed past bij de Boliviaanse economie, die sterk afhankelijk is van mijnbouw en gasproductie. Brazilië is een belangrijke handelspartner van Bolivia, vooral voor gas.Land B: Brazilië heeft een hoger BNP per hoofd, rond de 12.000 dollar, en is een van de grootste producenten van sojabonen, maïs, koffie, ijzererts en ruwe olie. De export naar China is belangrijk voor Brazilië, aangezien China een grote afnemer is van Braziliaanse soja en ijzererts.Land C: Argentinië heeft een BNP per hoofd dat overeenkomt met de 13.027 dollar in de tabel. Het land is een grote exporteur van sojabonen en sojameel, vooral naar de markten van zijn buur Brazilië, wat ook in de tabel genoemd wordt.Land D: Venezuela heeft een BNP per hoofd van rond de 12.000 dollar en is wereldwijd bekend om zijn enorme olievoorraden. Ruwe olie is dan ook het belangrijkste exportproduct van Venezuela, en de Verenigde Staten is een belangrijke afnemer van deze olie.Land E: Paraguay heeft een relatief laag BNP per hoofd, wat overeenkomt met de 4.480 dollar. Het land exporteert elektriciteit, voornamelijk geproduceerd door hydro-elektrische dammen, en is daarnaast een grote producent van sojabonen. Brazilië is een belangrijke handelspartner van Paraguay. Aan de exportkant vinden we in Peru vooral producten geproduceerd door de primaire sector / landbouwproducten / grondstoffen. Aan de importkant vinden we in Peru vooral producten geproduceerd door de secundaire sector / industrieproducten / halffabricaten. Deze handelsbalans vormt een risico voor Peru omdat de producten aan de exportkant minder opleveren dan de producten aan de importkant kosten. Dit zorgt op termijn voor een negatieve handelsbalans en dus een tekort aan geld. Toelichting:De importen van Peru bestaan uit dure producten zoals industriële machines en auto's. Deze producten kosten veel geld en maken de importkant van de handelsbalans duurder. Aan de andere kant bestaan de exporten van Peru uit grondstoffen en landbouwproducten, die over het algemeen minder opleveren in termen van waarde vergeleken met de geïmporteerde producten.Dit prijsverschil betekent dat Peru meer geld uitgeeft aan import dan het ontvangt van de export. Dit kan leiden tot een negatieve handelsbalans, wat betekent dat Peru meer betaalt voor de import dan het verdient met de export. Dit creëert een tekort aan geld in de economie. Uit de beschrijving moet blijken dat het BBP per hoofd van Peru is lager dan dat van Suriname, en dat de klimaatkwetsbaarheid van Peru groter is dan die van Suriname. Een juiste verklaring gaat in op het volgende:Suriname heeft per hoofd van de bevolking meer geld beschikbaar om maatregelen te nemen om klimaatverandering te ondervangen dan Peru waardoor de Surinamers ook minder klimaatkwetsbaar zijn dan de inwoners van Peru. Toelichting:Uit de atlaskaarten blijkt dat het BBP per hoofd van Suriname hoger is dan dat van Peru. Dit betekent dat de gemiddelde Surinamer meer geld heeft dan de gemiddelde Peruaan.Het hogere inkomen in Suriname betekent dat het land meer financiële middelen heeft om maatregelen te nemen tegen klimaatverandering. In Peru, met een lager BBP per hoofd, is er minder geld beschikbaar voor klimaatmaatregelen, waardoor het land kwetsbaarder is. De weg zorgt dat het regenwoud beter bereikbaar wordt. Houtkapbedrijven zullen langs zijwegen beginnen met houtkap en eventueel mijnbouw waardoor het bos verder wordt versnipperd. Toelichting:De Carretera Federico Bassadre maakt het regenwoud beter bereikbaar, wat leidt tot meer houthakkers en mogelijk mijnbouwbedrijven die de bossen verder kunnen ontginnen.Door de aanleg van de weg ontstaan er nieuwe toegangspunten in het regenwoud, wat de versnippering vergroot doordat er meer menselijke activiteiten in afgelegen gebieden plaatsvinden.De aanleg van de weg zorgt dus voor minder ongerept bos en een verder verlies van biodiversiteit, omdat de natuurlijke gebieden steeds meer opgesplitst worden door menselijke ingrepen. Venezuela, Peru en Bolivia zijn de landen in Zuid-Amerika met de meeste / waardevolle grondstoffen. China is zelf relatief grondstofarm en heeft de grondstoffen in deze landen nodig om de eigen economie draaiende te houden.Toelichting:Deze drie landen zijn rijk aan belangrijke natuurlijke hulpbronnen zoals olie, koper, zink en lithium. China heeft veel grondstoffen nodig voor zijn eigen industrie, bijvoorbeeld voor de productie van elektronica, auto's en energie.China is grondstofarm: China heeft zelf niet genoeg natuurlijke hulpbronnen om in zijn enorme industriële behoeften te voorzien. Daarom zoekt China naar landen die wel rijk zijn aan grondstoffen en investeert het daar om deze belangrijke grondstoffen veilig te stellen. Atlaskaart 267F (55e editie) of 245J (56e editie)Uit de toelichting moet blijken dat de regelgeving in Suriname minder helder is dan in Brazilië en Frans-Guyana en dat dit een pull-factor is voor goudzoekers. Toelichting:De regelgeving in Suriname is minder duidelijk en strikt dan in landen zoals Brazilië en Frans-Guyana. Dit betekent dat het voor goudzoekers in Suriname makkelijker is om goud te zoeken zonder strikte controles of beperkingen. In Brazilië en Frans-Guyana zijn er strengere regels voor wie er mag zoeken, waar het mag en onder welke voorwaarden. Dit maakt het moeilijker voor mensen om zomaar goud te zoeken. In Suriname is de controle minder streng, waardoor er voor goudzoekers een soort 'pull-factor' is: het trekt hen aan om naar Suriname te komen, omdat ze daar makkelijker hun gang kunnen gaan. De onduidelijkheid in de regelgeving biedt hen dus meer kansen om snel en zonder al te veel beperkingen goud te zoeken. - Sociale huisvesting kan zorgen voor assimilatie en dus tot verzwakking van de identiteit. - Door sociale huisvesting krijgen de inheemsen een volwaardige plek in de maatschappij, waardoor ze kansen krijgen hun identiteit beter te beschermen (bijv. door musea / folklore etc.). Toelichting:Verzwakking van de identiteit: Sociale huisvesting kan leiden tot assimilatie, wat betekent dat inheemse mensen zich steeds meer aanpassen aan de cultuur en levensstijl van de meerderheid van de bevolking. Dit kan hun traditionele gewoontes, talen en waarden verwateren. Als ze in moderne, stedelijke woningen wonen, kunnen ze verder verwijderd raken van hun oorspronkelijke leefwijzen, waardoor hun inheemse identiteit minder zichtbaar of belangrijk wordt.Versterking van de identiteit: Aan de andere kant kan sociale woningbouw in de stad ervoor zorgen dat inheemse gemeenschappen beter geïntegreerd worden in de samenleving en gelijke kansen krijgen. Hierdoor kunnen zij hun cultuur en identiteit actief behouden en delen. Bijvoorbeeld door middel van culturele centra, musea of evenementen die hun folklore en tradities uitdragen, kunnen ze hun identiteit versterken en behouden binnen de moderne maatschappij. Voor de opening van het Panamakanaal, kwam al het scheepvaartverkeer tussen Grote Oceaan en Atlantische Oceaan via Punta Arenas. Na de opening van het Panamakanaal, werd Punta Arenas veel minder gebruikt en daarmee verslechterde de relatieve ligging. Toelichting:Voor de opening van het Panamakanaal (voor 1914) had Punta Arenas een belangrijke strategische ligging. Het was de belangrijkste tussenstop voor scheepvaartverkeer dat van de Grote Oceaan naar de Atlantische Oceaan wilde reizen (en andersom). Schepen moesten rond Kaap Hoorn varen, aan de zuidkant van Zuid-Amerika, en Punta Arenas was een belangrijk punt voor bevoorrading en rust. Het was dus een belangrijke handels- en verkeershub.Na de opening van het Panamakanaal (na 1914) maakte het kanaal het mogelijk om van de Atlantische Oceaan naar de Grote Oceaan te varen zonder om Zuid-Amerika heen te moeten. Dit zorgde ervoor dat de scheepvaartroutes veel korter en sneller werden. Punta Arenas verloor daardoor zijn belangrijke functie als tussenstop, omdat schepen nu via het Panamakanaal konden varen, waardoor de stad veel minder gebruikt werd voor scheepvaartverkeer. Dit zorgde ervoor dat de relatieve ligging van Punta Arenas verslechterde, omdat het niet meer de belangrijke doorvoerhaven was die het voorheen was. Juiste kenmerken zijn:- Het reliëfrijke landschap.- De grote regenval.Toelichting:In de uitwerking wordt uitgelegd waarom aardverschuivingen vaak voorkomen in Colombia. Twee belangrijke fysische kenmerken van het land zorgen hiervoor:1. Het reliëfrijke landschap: Colombia heeft veel bergen en steile hellingen, vooral in de Andes. Het reliëf zorgt ervoor dat de grond vaak schuin staat, wat aardverschuivingen kan veroorzaken, vooral als de bodem niet goed verankerd is. Wanneer er bijvoorbeeld zware regen valt, kan de grond gemakkelijk loskomen en naar beneden schuiven.2. De grote regenval: Colombia heeft een tropisch klimaat met veel neerslag, vooral in de regenachtige seizoenen. Veel regen maakt de grond zwaarder en verzadigt deze met water, waardoor het makkelijker wordt voor de grond om los te raken van de hellingen. Dit verhoogt de kans op aardverschuivingen, omdat natte en zware grond instabieler is. Doordat de aardverschuiving ’s nachts / vroeg in de ochtend optrad was het moeilijk mensen te waarschuwen / konden mensen zich niet bijtijds in veiligheid brengen, maar als de ramp overdag gebeurd was, was dat beter mogelijk geweest. Toelichting:Doordat de aardverschuiving ’s nachts of vroeg in de ochtend plaatsvond, waren veel mensen nog in slaap en daardoor niet alert op de gevaren. Bovendien is het in het donker veel moeilijker om te zien wat er gebeurt en om snel te reageren. Er was dus weinig tijd om mensen te waarschuwen, waardoor ze zich niet op tijd in veiligheid konden brengen.Als de ramp overdag had plaatsgevonden, zouden mensen waarschijnlijk wakker en alert geweest zijn. Ze zouden eerder in staat zijn geweest om te horen over de dreiging en snel naar veilige plaatsen te gaan. De zichtbaarheid zou beter zijn geweest, waardoor mensen meer tijd hadden om zich voor te bereiden en te ontsnappen. Het recht om te werken voor particuliere / niet-staatsbedrijven: een MNO zal het er mee eens zijn, want dit betekent dat ze makkelijker en dus goedkoper aan (lokale) arbeiders kunnen komen.Een betere vakbondsvertegenwoordiging: een MNO zal het er niet mee eens zijn, want dit betekent dat men meer en/of tegen hogere salarissen personeel moet aannemen.Toelichting:In de uitwerking worden de twee eisen van de mijnwerkers besproken, die belangrijk zijn voor multinationale ondernemingen (MNO's) die misschien in Bolivia willen investeren.Eis 1. Het recht om te werken voor particuliere / niet-staatsbedrijven: Een MNO zal het met deze eis eens zijn, omdat dit betekent dat particuliere bedrijven (dus ook buitenlandse bedrijven) makkelijker arbeiders kunnen aannemen. Dit zou de MNO in staat stellen om goedkopere arbeidskrachten te vinden, wat de kosten voor de onderneming verlaagt. Het recht om voor particuliere bedrijven te werken betekent ook meer flexibiliteit in de keuze van werknemers, wat aantrekkelijk is voor bedrijven die winst willen maken.Eis 2. Een betere vakbondsvertegenwoordiging: Een MNO zal het waarschijnlijk niet eens zijn met deze eis, omdat het betekent dat er meer vakbondsrechten komen, wat de kosten voor het bedrijf zou kunnen verhogen. Een betere vakbondsvertegenwoordiging kan leiden tot hogere eisen van de werknemers, zoals hogere lonen, betere arbeidsomstandigheden en meer voordelen. Dit kan voor een MNO ongunstig zijn, omdat het hun winstmarges zou kunnen verkleinen en hun controle over het personeel zou kunnen verminderen. Voorbeelden van juiste argumenten vóór (en onderbouwing): De Boliviaanse overheid mist zelf misschien de expertise (gegeven het betrekkelijk hoge analfabetisme). De Boliviaanse overheid mist zelf misschien het kapitaal (bijvoorbeeld gegeven het lage BNP/inwoner).De Boliviaanse overheid heeft geen goede toegang tot de wereldmarkt (bijvoorbeeld omdat Bolivia zelf geen havens heeft).Voorbeelden van juiste argumenten tegen (en onderbouwing):Een multinationale onderneming zal een groot deel van de opbrengst uit Bolivia wegsluizen (bijvoorbeeld gezien de slechte beheersing van corruptie).In Bolivia is het als ondernemer lastig zaken doen (gegeven de lage score op ondernemingsklimaat).Als buitenlands bedrijf kun je niet rekenen op goede rechtsbescherming (gezien de slechte kwaliteit van het rechtssysteem).Toelichting:Argumenten vóór uitbesteding aan een MNO. De Boliviaanse overheid mist mogelijk de expertise:Bolivia heeft relatief hoge niveaus van analfabetisme, wat betekent dat er minder gekwalificeerde mensen zijn om de lithiumwinning efficiënt en duurzaam te beheren. Multinationale ondernemingen hebben vaak de nodige kennis en ervaring om de winning van lithium op een effectieve manier te organiseren, wat kan bijdragen aan een hogere opbrengst.De Boliviaanse overheid mist het kapitaal:Bolivia heeft een relatief laag bruto nationaal product (BNP) per inwoner, wat betekent dat de overheid niet genoeg financiële middelen heeft om grote industriële projecten te financieren, zoals de lithiumwinning. Multinationale ondernemingen hebben wel de benodigde kapitaalreserves om de benodigde technologie en infrastructuur te leveren, waardoor de lithiumwinning snel kan worden opgezet.Argument tegen uitbesteding aan een MNO:Een MNO zal een groot deel van de opbrengst wegsluizen:Bolivia heeft te maken met corruptie, en een multinationale onderneming zou veel van de opbrengst uit de lithiumwinning naar haar eigen land kunnen verplaatsen, zonder veel voordelen voor de Boliviaanse economie. Daarnaast heeft Bolivia een relatief lage score op het gebied van het ondernemingsklimaat, wat het voor buitenlandse bedrijven lastig maakt om transparant en eerlijk te opereren.Onderbouwing met gegevens uit de atlas:- Analfabetisme: Bolivia heeft een aanzienlijk percentage analfabeten (rond de 10-15%, afhankelijk van de bron), wat de capaciteit van de overheid om de lithiumwinning effectief te beheren kan beperken.- BNP per inwoner: Bolivia heeft een relatief laag BNP per inwoner in vergelijking met andere landen, wat het voor de overheid moeilijk maakt om het kapitaal te investeren dat nodig is voor grote industriële projecten.- Ondernemingsklimaat en corruptie: Volgens de atlas scoort Bolivia laag op de index van ondernemingsklimaat en heeft het land te maken met aanzienlijke corruptie, wat kan leiden tot uitbuiting van de natuurlijke rijkdommen door buitenlandse bedrijven zonder dat de bevolking er veel van profiteert.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in