Blink Geschiedenis - Module 8 - Pruiken en revoluties oefentoetsen & antwoorden

Standen (les 1)Verlichting (tijdsprong)Gematigden (les 3)Nationale Vergadering (les 2)Consulaat (les 4)Franse Revolutie (tijdsprong)Leertip!Maak voor de begrippen bijvoorbeeld flitskaarten om ze te oefenen. Werkwijze:Als je het lastig vindt om een chronologische vraag te maken. Probeer dan de eerste en laatste gebeurtenis alvast te noteren. Zo heb je dan maar een drietal gebeurtenissen te verdelen tussen de eerste en laatste. Dit geeft wat meer overzicht.De juiste volgorde is: C - D - A - E - BToelichting:C. Rousseau publiceert beroemd boek over ongelijkheid. (1755) D.  De start van de Franse Revolutie. (1789)A.  Start van de periode van Terreur. (1792)E.  Robespierre wordt onthoofd. (1794) B. Napoleon wordt keizer. (1804)Leertip! In de tekst staan veel jaartallen van belangrijke gebeurtenissen. Schrijf ze op in volgorde van tijd en neem dit goed door! (Charles de) Montesquieu.De wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht.Het doel van de Trias Politica is dat de drie machten nooit in handen mogen komen van één persoon. De drie machten moeten elkaar continu controleren en geen invloed hebben op elkaar. De adel moest verplicht aanwezig zijn bij alles wat in het Versailles werd georganiseerd, zoals feesten en diners. Ook woonden veel hoge edelen in Versailles. Zo kon Lodewijk XIV de adel goed in de gaten houden. Lodewijk had meer geld nodig. Het paleis van Versailles is ontzettend groot en was erg duur om te onderhouden. Ook had hij geld geleend voor om oorlogen te voeren. De arme bevolking had het zwaar door hele hoge belastingen en mislukte oogsten. Dit zorgde voor onrust. Toelichting: De levensstijl van Lodewijk XIV heeft grote gevolgen gehad voor de Franse schatkist. In 1789 was Frankrijk bijna bankroet. Verlichting: c - d - fAbsolutisme: a- b - e Standen zijn groepen met verschillende rechten en plichten (sociale lagen van een bevolking). De derde stand: boeren en burgers. Het bestond uit ongeveer 97% van de bevolking.Iedereen die niet hoorde bij de eerste of tweede stand werd automatisch ingedeeld bij de derde stand. Bij de derde stand hoorden arme boeren (85%), maar ook hele rijke stedelingen (soms rijker dan de adel). De verschillen in rijkdom waren dus enorm.Het grote kritiekpunt van de derde stand was dat zij als enige belasting moesten betalen. Alleen de eerste en tweede stand hadden privileges, rechten die anderen niet hadden, zoals geen belasting betalen. Dit zorgde voor veel ongelijkheid en dit vonden zij niet eerlijk. Het werd tijd voor vrijheid, gelijkheid en broederschap, dus weg met de standen. derde standeerste standderde standeerste standtweede standderde standtweede stand Het stemmen ging per stand. Iedere stand had dus maar één stem. Het grootste gedeelte van de bevolking viel onder de derde stand en zij hadden dus maar één stem. De adel en geestelijkheid hadden ook dezelfde belangen, dus stemden hetzelfde. De derde stand wilden stemmen per persoon. De derde stand richtte de Nationale Vergadering op uit protest voor de oude manier van stemmen. Hun doel is om in Frankrijk een grondwet te krijgen, waarin de rechten en plichten van het volk en de regering waren vastgelegd. Lodewijk XVI accepteerde de Nationale Vergadering, maar de voorstellen niet. Hij liet 18.000 soldaten naar Versailles komen voor het geval er een opstand zou komen. Dit maakte de derde stand nog bozer. d. Er kwam alsnog een grote opstand, wat begon met de bestorming van de Bastille op 14 juli 1789. In oktober trokken gewapende revolutionairen naar Versailles en dwongen de koning te verhuizen naar Parijs. Na zijn vluchtpoging waren ook zijn aanhangers teleurgesteld en werd de eerste grondwet aangenomen zonder goedkeuring van de koning. Hij had geen andere keuze dan deze te accepteren. a. Girondijnen zijn gematigde revolutionairen. Zij wilden hun idealen geleidelijk invoeren. b. Jacobijnen zijn radicale revolutionairen. Zij wilden hun idealen snel invoeren, dus met grote stappen en desnoods met geweld. c.  De Jacobijnen namen in 1792 na bloedige opstanden het bestuur van Frankrijk over. De Nationale Vergadering werd de Nationale Conventie en schafte de monarchie af. Lodewijk XIV werd onthoofd en ook veel mensen die tegen de revolutie waren. In twee jaar tijd werden 40.000 mensen vermoord, dus een tijd van terreur. Werkwijze:Als je het lastig vindt om een chronologische vraag te maken. Probeer dan de eerste en laatste gebeurtenis alvast te noteren. Zo heb je dan maar een drietal gebeurtenissen te verdelen tussen de eerste en laatste. Dit geeft wat meer overzicht.De juiste volgorde is: c - e- b- a- d Toelichting:c. De Nationale Conventie werd vervangen door het Directoire. (1795)e. Napoleon slaat op een opstand van monarchisten neer en wordt benoemd tot generaal. (1795)b. Napoleon pleegt een staatsgreep. (1799)a.  Napoleon kroont zichzelf tot keizer. (1804)d. Napoleon wordt verbannen naar een eiland. (1815) Kenmerkend voor het absolutisme is dat de koning de volledige macht heeft. Lodewijk XIV stond zelfs boven de grammatica(regels). Hij zag zichzelf als keizer en zijn daden hebben hem 'onsterfelijk' gemaakt. Een kenmerk van de Verlichting is interesse in kunst en wetenschap. Frederik de Grote wilde kunst en wetenschap naar zijn land brengen en zo beschaving brengen aan het volk. Toelichting:Verlichte denkers geloofden dat als mensen meer kennis zouden krijgen, ze zich zouden inzetten voor vooruitgang en gelukkiger zouden worden. De maker van de bron probeert met deze spotprent duidelijk te maken dat de derde stand de lasten van de eerste en tweede stand draagt. Je ziet op de bron dat de eerste en tweede stand op de rug van een man uit de derde stand zitten. De derde stand draagt de eerste en tweede stand (door als enige stand belasting te betalen) en is onvrij. De maker van de bron uit kritiek op de radicalen. Dit zie je aan hoe de man en vrouw zijn afgebeeld. De radicalen waren veelal de armere burgers. Je ziet dat de mensen arm zijn, omdat zij onder andere kapotte kleding dragen. De radicalen staan naast een guillotine die veel gebruikt is. Dit zie je aan het bloed en de restanten van de geestelijkheid, zoals de mijter. De mening van de maker van de bron is dat de radicalen zorgen voor dood en verderf, 'de wereld staat in brand'.Het begrip terreur is een bloedige periode waarin radicalen, onder leiding van Robespierre, tegenstanders massaal onthoofden met de guillotine. Je ziet op de bron de guillotine die meerdere keren gebruikt is. Dit zie je onder andere aan het bloed wat er nog vanaf druipt. De bron past Napoleon, omdat hij in 1795 benoemd werd als generaal (hoofd van het Franse leger) en vanaf 1796 als generaal grote militaire successen boekte met zijn leger in Europa. Toelichting: Hij won veel oorlogen en veroverde landen, zoals Nederland in 1799. De Bataafse Republiek werd toen een koninkrijk met Napoleons broer als koning (college).