Sprekend Verleden 7e ed
- Hoofdstuk 3 - Veranderingen in de Nieuwe Tijd (Europa ca. 1500-1800)
oefentoetsen & antwoorden
7e ed
Klas 4-5|Havo
Deze toets behandeld de volgende onderwerpen:
Begin van de Europese expansie 1500-1800
Het wereldbeeld verandert
De renaissance
De christelijke Kerk valt uiteen
Het absolutisme gaat in de Europese politiek de toon aangeven
De Wetenschappelijke revolutie
De Verlichting
Het verlicht absolutisme
De Franse Revolutie
Toets Geschiedenis
Sprekend Verleden 7e ed
Online maken
Toets afdrukken
De eerste vorm van kapitalisme, waarbij de winst door middel van de handel gemaakt werd. Onderzoek gebaseerd op waarneming, ervaring en experiment.Kunststroming die de harmonie (de juiste verhoudingen) in de kunst van de Oudheid waardeert Afspraak dat de vorst het geloof van zijn onderdanen voortaan bepaalde.Regeringsvorm waarin de vorst alle macht in handen heeft (autocratie).Degenen die de macht uitoefenen, ontlenen hun macht aan het volk en zijn daarom verantwoording schuldig aan het volk. Vorsten die sommige ideeën van de Verlichting gingen doorvoeren. Gematigde parlementsleden in de Franse Republiek (vanaf 1792). Werkwijze:De vier G’s staan nergens letterlijk in je boek, maar je bent ze toch zeker tegengekomen. Bedenk goed waar de verschillende kopjes in het hoofdstuk over gaan. Kun je een aantal redenen bedenken waardoor mensen op ontdekkingsreis gaan? Antwoord:Goud: Men ging naar de nieuwe wereld omdat ze daar ontzettend veel waardevolle edelmetalen konden halen en dit leverde rijkdom op. Glorie: Voor de avonturiers die op ontdekkingsreis gingen was er vaak een persoonlijk motief: eeuwige roem en je naam in de geschiedenisboeken. Geloof: Het katholicisme was behoorlijk wat macht verloren door de reformatie. Zij wilden hun geloof verspreiden in de nieuwe gebieden. Gebied: De verschillende Europese staten wilden hun eigen gebieden uitbreiden, ook in de nieuwe wereld. Een groot koloniaal rijk gaf veel aanzien. Werkwijze:De vraag geeft je duidelijk sturing. Je mag namelijk een revolutionaire verandering niet benoemen. Begin door zijn ontdekkingen te benoemen. Het is verstandig om na te denken over de methodiek van Copernicus, aangezien je daar ook over geleerd hebt. Antwoord:- De eerste ontdekking van Copernicus was dat de zon een vaste ster is, een vast middelpunt omringd door planeten die rond haar wentelen. - Hij ontdekte ook dat er naast hoofdplaneten nog secundaire planeten zijn die rond de hoofdplaneten draaien en samen met hen rond de zon. - Verder kwam Copernicus tot de conclusie dat de aarde een van de hoofdplaneten is. Dit was ontzettend revolutionair, aangezien het in ging tegen datgene wat ieder mens met gezond verstand zelf kon voelen en zien. De aarde beweegt niet en de zon maakt dagelijks een omloop om de aarde. Werkwijze:Er komen op het eindexamen vaak vragen waarbij je stukken tekst of bronnen moet verklaren met kenmerkende aspecten (KA) of dat je ze hieraan moet koppelen.Je hoeft in dit geval niet het hele kenmerkende aspect op te schrijven. Je moet hier uitleggen of Luther zijn doel was de kerk te splitsen of niet. Onderbouw je antwoord duidelijk.Antwoord:Luther had nooit de intentie om de christelijke kerk te splitsen. Hij had zeker veel aanmerkingen op de werking van de kerk, dat blijkt bijvoorbeeld aan zijn stellingen, maar hij wilde de kerk van binnenuit hervormen. Het feit dat de splitsing uiteindelijk heeft plaatsgevonden is vanuit Luthers standpunt gezien een onbedoeld gevolg. Werkwijze:Bedenk eerst goed welke landen dit kunnen zijn. Werk als eerste het land uit dat je het beste kan verwoorden.Wellicht helpt de uitleg van jouw eerste antwoord je ook bij het tweede antwoord. Benoem de landen kort en geef concreet aan waardoor zij uniek zijn. Ga niet een te grote brei aan tekst schrijven. Antwoord:- Een eerste uitzondering is de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Zij hebben namelijk helemaal geen vorst, maar werken met regenten en stadhouders. - Een tweede uitzondering is Engeland. Daar was wel een vorst, Willem III, maar door de Bill of Rights werd zijn macht beperkt. Dit gebeurde na een burgeroorlog waarbij het Parlement won. Werkwijze:- Deze vraag vraagt je om een verandering in houding van Catharina de Grote tegenover Voltaire te verklaren, op basis van gebeurtenissen in 1781 en 1792.- Je moet de historische context begrijpen én nadenken over hoe ideeën van de Verlichting in de praktijk soms op weerstand stuiten.- Vraag jezelf af: wat is er tussen die tijd gebeurd, waardoor haar kijk veranderd kan zijn?Antwoord: De bewondering van Catharina de Grote voor (het gedachtegoed van) Voltaire sloeg om in afwijzing wat verklaard kan worden, doordat in 1792 de Franse monarchie gewelddadig werd afgeschaft (waaruit zij de conclusie trok dat de opvattingen van Voltaire gevaarlijk konden worden). Werkwijze:- Begrijp de historische contextIn 1792-1793 is Frankrijk een radicale republiek geworden. De koning is onthoofd en revolutionairen willen afrekenen met het oude systeem (ancien régime), inclusief religie en monarchie.In 1804 wordt Napoleon keizer en in 1806 voert hij de christelijke jaartelling weer in. Hij wil stabiliteit en brede steun.- Denk na over de symbolische betekenis van een jaartellingEen kalender is meer dan alleen tijd meten – het laat ook zien wat een samenleving belangrijk vindt (religie, revolutie, leiderschap).Door een nieuwe jaartelling in te voeren, laat een regering zien dat ... ?Door de oude jaartelling terug te brengen, zegt de leidende macht juist….. ?Voorbeeld van een juist antwoord is: In 1792 werd de republiek ingevoerd, wat door de radicalen gezien werd als het begin van een nieuw tijdperk. Daarom werd het jaar 1792 gekozen als jaar 1 van de nieuwe kalender. Napoleon keerde in 1806 terug naar de christelijke jaartelling om daarmee duidelijk te maken dat - er een breuk had plaatsgevonden met het revolutionaire verleden OF- het keizerrijk teruggreep op de prerevolutionaire situatie. Werkwijze:Als je de vraag goed leest zie je dat je twee dingen moet doen. Je moet eerst uitleggen welk gevolg je op de bron ziet. Doe dit door goed naar de bron te verwijzen in jouw antwoord. Vervolgens moet je nagaan wat er allemaal veranderde in Amerika qua bevolkingssamenstelling. Denk goed na over welke gebeurtenissen er nog meer plaatsvonden rond deze tijd. Werk alle punten systematisch uitAntwoord:Het gevolg van de ontdekking van Amerika wat je op de bron ziet is het meebrengen van ziektekiemen. Veel van de inheemse volkeren waren niet bestand tegen de ziekten die de Europeanen meebrachten. Dit zorgde ervoor dat de samenstelling in Amerika enorm veranderde. Er kwamen meer Europeanen, minder inheemse volkeren en uiteindelijk brengen de Europeanen ontzettend veel slaven naar Amerika toe om daar op de plantage te werken. Werkwijze:Je moet hier drie dingen doen!Allereerst moet je nog een typisch middeleeuws kunstelement benoemenVervolgens moet je twee kenmerken voor renaissancekunst benoemen.Noem niet alleen drie kenmerken, maar maak er een mooi vloeiend antwoord van, waarbij je kort uitlegt wat het kenmerk is. Antwoord:Een typisch middeleeuws kunstelement is dat de thematiek van het schilderij christelijk is. Je ziet namelijk Maria, Jezus en Lucas. Toch zie je ook kenmerken van de Renaissance terug. Deze kunstenaars gingen met menselijk lichaam precies uitbeelden en kregen ook voor perpectief. Op het schilderij zie je diepte/perspectief en dat de personen realistisch zijn afgebeeld. Werkwijze:De vraag geeft al een goede handleiding voor de opbouw van jouw antwoord. Zorg ervoor dat je actief in de bron gaat zoeken naar de manieren waarop katholieken de protestantse reformatie willen tegengaan. Bedenk dat tegengaan niet per se betekent dat ze er tegen vechten, ze kunnen ook standpunten accepteren.Antwoord:De katholieke kerk wil op twee manieren de protestantse reformatie tegengaan. Allereerst geven zij aan dat de verkoop van aflaten wel degelijk geaccepteerd is, iets waar de protestantse kritiek zich op richtte. Toch geven ze aan dat ze zich wel moeten matigen bij de verkoop, dus ze nemen een deel van de kritiek wel ter harte. Werkwijze:Probeer eerst te noteren wat het Droit divin inhoudt. Beschrijf vervolgens hoe de bron dit idee zou kunnen ondersteunenDe naam Zonnekoning staat niet letterlijk in je boek, maar de kenmerken van zijn bestuur wel. Hier zal je dus historisch moeten redeneren om tot je antwoord te komen.Antwoord: Lodewijk XIV liet zich afbeelden als Apollo, de Griekse god van de zon en het licht, om het idee van goddelijk recht te versterken. Door zich als een god te laten afbeelden, wilde hij laten zien dat zijn macht van God kwam en dat hij boven iedereen stond, net zoals Apollo een god was.Lodewijk werd de "Zonnekoning" genoemd omdat hij, net als de zon, het middelpunt van het universum wilde zijn. Hij regeerde met absolute macht en liet alles in zijn koninkrijk om hem draaien. Zoals de zon alles verlicht, zo wilde Lodewijk alles en iedereen in zijn koninkrijk controleren en beïnvloeden. Werkwijze:Je moet twee redenen benoemen. Het eerste kan globaal zijn, denk bijvoorbeeld aan wat eerst voornamelijk werd afgebeeld op schilderijen.Een tweede punt waar je aan moet denken is niet zozeer de schilderkenmerken, maar je kan wel naar het realisme van het schilderij kijken. Zorg ervoor dat je duidelijk twee afzonderlijke kenmerken benoemd!Antwoord:Een eerste reden is het onderwerp: een ontleding van een lijk. Tijdens de wetenschappelijke revolutie namen mensen niet meer klakkeloos iets over, maar gaan onderzoek doen (in dit geval hoe het menselijk lichaam in elkaar zit). Een tweede reden is de hoge mate van detail van het schilderij. De scene moest zo realistisch mogelijk worden weergeven. Alleen op deze wijze kon men er meer begrip van krijgen. Werkwijze:Deze vraag vraagt je om een vergelijking te maken tussen twee denkers uit de Verlichting: Montesquieu en Rousseau. Je moet uitleggen hoe Rousseau aansluit bij de Verlichting, maar ook hoe hij zich daarin onderscheidt.Begrijp eerst de rol van Montesquieu binnen de Verlichting:Montesquieu is vooral bekend van het idee van trias politica: de scheiding der machten in een staat (wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht).Hij vond dat macht gescheiden moest worden om misbruik te voorkomen.Lees de bron van Rousseau goed: Zoek zinnen waarin Rousseau iets zegt over het verdelen van de macht in de staat.Antwoord: Rousseau is beïnvloed door Montesquieu omdat hij ook pleit voor een scheiding tussen wetgevende en uitvoerende macht, zoals in bron 1 te zien is. Net als Montesquieu vindt hij dat die machten gescheiden moeten blijven om machtsmisbruik te voorkomen.Toch verschilt Rousseau van andere verlichte denkers. Hij vindt dat alle burgers gelijk zijn en dat het volk zelf wetten moet kunnen maken. Waar Montesquieu vooral dacht aan macht voor koningen en parlementen, wil Rousseau meer invloed voor het volk zelf. Dat maakt hem bijzonder binnen de Verlichting. Werkwijze:Je kan het beste hier beginnen door uit te leggen wat verlicht absolutisme inhoudt. Als je dit doet dan heb je namelijk een aantal kenmerken van het begrip opgeschreven. Het enige wat je daarna moet doen is aantonen dat in de bron er een voorbeeld staat wat past bij de kenmerken die je hebt genoemd. Op deze wijze heb je jouw antwoord mooi vormgegeven en meteen goed onderbouwd. Antwoord:Een verlicht absoluut vorst is een vorst(in) die wel de absolute macht bezit, waardoor ze alles zelf mag bepalen, maar ze regeren op een wijze dat het belang van het volk voorop staat. In de bron kan je dit zien doordat Catharina de Grote een opdracht geeft om nieuwe gebouwen te bouwen. Deze gebouwen worden de academie voor Wetenschappen en de Academie voor Schone kunsten, waarmee ze het volk wilt onderwijzen. Dit hoort bij de verlichting. Werkwijze:Begrijp de historische context:Deze vraag vraagt je om te kijken naar bedoelde en onbedoelde gevolgen van het verzamelen van de Cahiers des Doléances in 1789.Allereerst moet je weten wat de Cahiers inhouden. Dit staat in het eerste stuk van de vraag. Begrijp de bedoeling van het ancien régime: Waarom liet koning Lodewijk XVI de Franse bevolking deze cahiers opstellen, wat was zijn bedoeling.Lees de bron aandachtig: Let op de toon en inhoud van de bron. Wat zeggen de gewone mensen over de adel, het hof en de belastingen? Wat zegt dat over hun gevoelens en frustraties?Denk na over het onbedoelde gevolg: Wat zou er kunnen gebeuren als miljoenen Fransen op deze manier hun onvrede uiten? Voorbeeld van een juist antwoord is:Het door de koning beoogde doel van de klaagbrieven is het kanaliseren van de onvrede / het melden van misstanden die besproken kunnen worden op een vergadering van de Staten-Generaal.Er ontstaat echter een revolutionaire situatie doordat het uitloopt op een felle aanklacht tegen de adel. Dit was een onbedoeld gevolg van het laten opstellen van de Cahiers des Doléances
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.