Zugspitze 5 LRN-line - Hoofdstuk Schritt 7-12 (A2+) - oefentoetsen & antwoorden

het verblijf, het oponthoudde toestemminghet eilandnuttigop de terugreisde (oude) binnenstadvan mijn huis vandaanrechtdoorin onze buurtde rusttochop korte termijn beachtenda drübenfrühkletterndie Süßigkeitender Aufzugdie Warenhäuserdie Kirchein der Näheim dritten StockTip: Denk eraan dat je de zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter schrijft. Maak de umlaut op een letter duidelijk, die 2 kleine puntjes maken een woord juist goed of fout. Vergeet het meervoud niet mee te leren! nach, zu, invor, fürbei, zudurch, vonbis, bis zuauf, anüber, inenlang, an...vorbei Wir haben ein Paar Städte besucht.Es hat tagelang nur geregnet.Es war schon dunkel.Ich nach Griechenland geflogen.Es lohnt sich wirklich.Das habe ich schon immer gesagt.Die Karten sind zu teuer.Magst du Techno?Tip: Denk eraan dat je de zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter schrijft. Maak de umlaut op een letter duidelijk, die 2 kleine puntjes maken een woord juist goed of fout. Pommes (met mayo smaken ze erg goed)Das Eis (Het is koud, maar lekker)grillen (dat doe je in de zomer veel, buiten eten, vlees, salade erbij)das Fenster (hierdoor kijk je naar buiten)das Reihenhaus (als veel huizen aan elkaar gebouwd zijn, noem je dat ...)der Wald (hier staan veel bomen)Tip: Denk eraan dat je de zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter schrijft. Maak de umlaut op een letter duidelijk, die 2 kleine puntjes maken een woord juist goed of fout. Het staat voor een land, namelijk Nederland.Het heeft hier de betekenis van ‘geleden’.Deze valt onder overige gevallen.Er is hier een handelend dier.Het is hier naar links.Hier is het een land met een lidwoord.Deze valt onder overige gevallen.Deze valt onder overige gevallen.Deze valt onder overige gevallen.omdat er een woord uit de DER-groep volgt, de brug.Het is tijdsbepaling, op maandag.Het betekent hier paralel aan de rivier.Het is GEEN tijdsbepaling, het betekent gewoon ergens overheen.Er volgt geen DER of EIN groep woord. vor, het geeft een plaats aanin, je gaat daar naar binnenzu, het is een bewegingvon, hier is een handelend persoonauf, het is geen tijdbepalingan ... vorbei, hij is de kerk gepasseerd.bis, er volgt geen DER of EIN woordin, het is een tijdsbepaling. bis zum/bis zu dem, er volgt een lidwoord, zu maakt 3e naamvalauf einem, er is geen tijdsbepaling, auf, keuze, je vraagt WO, dus 3e naamvalin einer, tijdsbepaling, in, keuze, je vraagt WANN; dus 3e naamvaldie ... entlang, parallel, entlang maakt 4e naamvalnach einer, naar geeft hier geen richting aan, nach maakt 3e naamvalfür einen, het is bestemd voor iemand, für maakt 4e naamvalbei dem, er is geen sprake van beweging, bei maakt 3e naamvalvon der, er is sprake van een handelend persoon, von maakt 3e naamval die Busfahrt war sehr langweilig.Ich habe nur zweieinhalb Stunden am Strand verbracht.Das Flugzeug hatte auf der Heimreise eine Verspätung.Ich stehe total auf … /Ich finde … toll. /Ich mag …Wie war das Konzert?Da hast du recht.Leertip: Maak het jezelf niet te moeilijk bij zulke opdrachten. Maak eenvoudige zinnen met woorden die je kent, als je iets niet weet, probeer het dan anders te zeggen. Vergeet de hoofdletters niet bij zelfstandige naamwoorden. Als je iets moet kiezen, kies dan iets wat je zeker weet en goed kan schrijven, ook al is het niet zo.