Bravoure MAX release 1.0 deel A+B - Theme 3 - C'est mon jour de chance ! oefentoetsen & antwoorden

 de mobiele telefoon  wat…?  omdat beste, beter  morgen  huiswerk maken  wacht!  (even) bellen  zin hebben om  een afspraak maken  mon sport préférél’après-midi aujourd’hui le chargeur tous les jours une fois par semaine la semaine prochainepromener le chien avoir le temps deje peux  Wat vind je leuk om te doen? J’aime jouer au piano. Wat wil dat zeggen? Wat betekent dat? Je ne comprends pas. Heb je zin om te gamen? Oui, mais je n’ai pas le temps. Tu parles beaucoup ! Jij praat veel!Mais non! Je t’ écoute. Nee joh! Ik luister naar je.Vous dansez ? Danst u?Silence! Nous travaillons ! Stilte! Wij werken!Elles bavardent aussi. Zij kletsen ook.Toelichting:De meeste werkwoorden die op -ER eindigen, zijn regelmatige werkwoorden. Het vervoegen van deze werkwoorden gaat dus volgens één en dezelfde regel: je maakt de stam door ER van het hele werkwoord af te trekken en je plakt daar de juiste uitgang achter (zie schema hieronder). De stam en uitgang samen vormen de persoonsvorm.persoonlijk voornaamwoordstamuitgangJehele werkwoord - ERETuhele werkwoord - ERESIl, Elle, Onhele werkwoord - ERENoushele werkwoord - ERONSVoushele werkwoord - EREZIls, Elleshele werkwoord - ERENT Nous faisons de la musique. Wij maken muziek.Tu fais du tennis. Jij tennist.Moi, je fais du foot. Ik voetbal.Elle fait la cuisine. Zij kookt.Ils font les devoirs. Zij maken huiswerk.Toelichting:Het onregelmatige werkwoord faire is een belangrijk werkwoord en wordt veel gebruikt. Je drukt er een activiteit mee uit. Het kan doen of maken betekenen. Faire vervoeg je niet volgens een vaste regel en leer je daarom uit je hoofd (zie schema hieronder).persoonlijk voornaamwoordpersoonsvormJefaisTufaisIl, Elle, OnfaitNousfaisonsVousfaitesIls, Ellesfont Je ne peux pas aller à l'école lundi.Il n’ aime pas jouer de la guitare mercredi.Nous ne travaillons pas vendredi.Ce n’ est pas normal pour un mardi.Vous n’ avez pas envie de jouer aux cartes dimanche.Toelichting:Om een zin ontkennend te maken gebruik je twee woordjes ne …. pas. Het 1e woordje NE zet je vlak voor de persoonsvorm in de zin en het 2e woordje PAS zet je gelijk na de persoonsvorm. Wanneer de persoonsvorm begint met een klinker (a, e, i, o, u) valt de E van NE weg en wordt vervangen door een hoge komma -> N’  Tu parles plus fort que ce monsieur.Nous dansons dans un club de zumba.Vous gagnez souvent ensemble?Elles regardent la télé le soir.J'écoute de la musique dans ma chambre.Toelichting:Zie voor uitleg en schema van de regelmatige werkwoorden die eindigen op -ER de toelichting bij opdracht 4. Tu fais du sport en ville?  Oui, je fais du sport en ville.Elle fait ses devoirs?  Non, elle ne fait pas ses devoirs.Vous faites du tennis ensemble?  Oui, nous faisons du tennis ensemble.(hier kan alleen nous vanwege het woord ensemble in de vraagzin.)Tu fais souvent la cuisine?  Oui, je fais souvent la cuisine.Ils font la fête le soir?  Non, ils ne font pas la fête le soir.ToelichtingKijk voor de juiste vorm van faire (zie ook het schema bij de toelichting van opdracht 5).De  logische persoonsvorm in de vraag met TU -> JE ; VOUS -> NOUS of JE; ELLE(S) -> ELLE(S) ; IL(S) -> IL(S) ; ON -> ON/NOUS.Zie voor uitleg van het toepassen van de ontkenning in de Franse zin de toelichting bij opdracht 6. Paul: Salut Michel, ça va?Michel: Salut Paul! Oui, ça va bien (het gaat goed) . Et toi?Paul: Oui, moi aussi, ça va bien. Qu’est-ce que tu fais?Michel: Je fais mes devoirs (ik maak mijn huiswerk). Et toi?Paul: Moi aussi, je fais mes devoirs. Tu travailles samedi?Michel: Non, je ne travaille pas samedi (ik werk zaterdag niet). Pourquoi?Paul: Tu as envie de jouer aux jeux vidéo samedi?Michel: Oui, J’ai envie (ja, ik heb zin) !Paul: Super! Samedi à 15 heures chez toi?Michel: Je suis désolé, ça ne va pas (Het spijt me, dat gaat niet)Paul: Chez moi alors?Michel: Oui, d’accord (ja, oké) à samedi (tot zaterdag) !ToelichtingWanneer je de dialoog hebt aangevuld, net zoals je deze bij de expressions van dit hoofdstuk hebt geleerd en je hebt de woordvolgorde aangehouden die al in het Frans gegeven staat in de dialoog, dan zul je deze opdracht zelfstandig kunnen nakijken. Mocht je echt hele andere antwoorden hebben dan in de uitwerking staat, vraag dan je (bijles) docent de opdracht samen met jou na te kijken.