Seneca Maatschappijleer - Hoofdstuk 7 - Machtsdilemma oefentoetsen & antwoorden

Het gaat om de volgende machtsmiddelen:Functie/beroep: een docent kan jou uit de les sturen vanwege zijn functie.Kennis en vaardigheden: een dokter kan jou medicijnen geven, omdat hij daar kennis over heeft.Overtuigingskracht: een politicus kan stemmen winnen, omdat hij met overtuiging kan spreken.Geld: met geld kun je iemand omkopen om iets te doen.Status/aanzien: een beroemd persoon krijgt veel media-aandacht omdat diegene een bepaalde status heeft. Aantal personen: met een grote groep demonstreren maakt meer indruk dan wanneer je dat doet met een groep van 3 mensen.Toegang tot de media: mensen die via de media iets kunnen laten weten, bereiken een groter publiek dan wanneer de media niet gebruikt worden. Tip! Je hoeft maar drie machtsmiddelen te noemen. Noem je er meer dan drie dan kijkt de docent meestal alleen de eerste drie na. Schrijf dus de machtsmiddelen op waarvan je zeker weet dat ze goed zijn, meer is niet altijd beter. Het gaat om de volgende machten:Wetgevende machtUitvoerende machtWetgevende machtUitvoerende machtRechterlijke macht Het gaat om de volgende kenmerken van democratie:Er zijn vrije, eerlijke en geheime verkiezingen.Toelichting: dat niemand mag meekijken, past bij het stukje geheime verkiezingen, omdat je dus geheim mag houden wat je hebt gestemd. Er zijn vrije media.Toelichting: de media mogen burgers informeren en de overheid mag zich vooraf niet bemoeien met wat er wordt uitgezonden, dus ook niet als het om kritiek op de overheid gaat.Er is sprake van machtenscheiding.Toelichting: de macht is verdeeld over verschillende groepen, in Nederland hebben we de rechterlijke macht (rechters), de wetgevende macht (parlementsleden) en de uitvoerende macht (ministers).Er is sprake van een volksvertegenwoordiging.Toelichting: het volk kiest een volksvertegenwoordiging, dit doet het volk tijdens verkiezingen. Let op: je kunt hier niet kiezen voor het kenmerk ‘vrije, eerlijk en geheime verkiezingen’, omdat je uit de zin niet kunt afleiden dat de Tweede Kamerverkiezingen vrij, eerlijk en geheim zijn.  Je kiesrecht gebruiken.Toelichting: je kiesrecht gebruiken betekent dat je bij verkiezingen een stem uitbrengt. Demonstreren.Toelichting: als je de straat opgaat met een groep mensen voor een bepaald doel, dan heen dat demonstreren.Media-aandacht zoeken.Toelichting: als je contact opneemt met een krant, dan hoort dat bij media-aandacht zoeken.Contact opnemen met politici.Toelichting: als je een e-mail stuurt naar iemand uit de Tweede Kamer, dan neem je contact op met een politicus.   Inspraak.Toelichting: Inspraak betekent dat iedereen mee mag beslissen en dat is bij een referendum het geval. Je vraagt dan namelijk aan burgers om te stemmen over een concreet wetsvoorstel, want dit is een verkiezing over één maatschappelijk probleem. Daadkracht.Toelichting: Daadkracht betekent dat besluiten snel genomen kunnen worden, dat is wat deze directeur doet. Inspraak is daarbij niet belangrijk, er is hier dan ook niet te lezen dat de directeur aan de leraren of de leerlingen heeft gevraagd hoe zij erover denken. Inspraak.Toelichting: Als mensen ook voor burgemeester mogen stemmen (nu is dat niet zo), dan neemt hun inspraak toe, omdat ze hier dan ook over mee mogen beslissen. Daadkracht.Toelichting: Als het kabinet zelf wetten kan aannemen, dan kunnen ze sneller en dus daadkrachtiger handelen en hoeven ze niet te wachten totdat het parlement ook akkoord is met de plannen. De inspraak gaat daarmee omlaag.  A: NederlandToelichting: Nederland is een democratie met verkiezingen voor verschillende lagen: landelijk, provinciaal en op gemeenteniveau. Deze verkiezingen worden niet op dezelfde dag georganiseerd. B: ZwedenToelichting: Zweden is ook een democratie met verkiezingen voor verschillende lagen. Een verschil is dat deze verkiezingen in Zweden wel allemaal op dezelfde dag plaatsvinden. C: de Verenigde StatenToelichting: In de Verenigde Staten zijn inspraak en daadkracht allebei belangrijk. Inspraak zie je terug bij verkiezingen voor de president, de burgemeester en de sheriff. Daadkracht zie je terug doordat deze gekozen personen veel macht hebben en zelfstandig beslissingen mogen nemen.D: Noord-KoreaToelichting: In Noord-Korea is er een dictatuur. Er is een dictator aan de macht en je kunt alleen voor of tegen de dictator stemmen. Omdat iedereen het kan zien als je tegen de dictator stemt (je moet hiervoor naar een speciaal hokje) doet in de praktijk bijna niemand dat. Macht is het vermogen om het gedrag van anderen te beïnvloeden.Gezag is macht die geaccepteerd wordt.In het artikel herken ik macht wel, omdat daar staat dat de overheid mensen verplicht om tussen 21.00 en 4.30 uur binnen te blijven als ze geen geldige reden hebben om op straat te zijn, het gedrag van de mensen wordt dus door de overheid beïnvloed.In het artikel herken ik gezag niet, omdat er staat dat er veel weerstand onder de bevolking is en dat burgers bleven protesteren. Er breken zelfs rellen uit, er zijn vernielingen en er is geweld tegen politieagenten. Daaruit blijkt dat veel mensen de macht van de overheid niet accepteren. Democratisering betekent dat steeds meer mensen inspraak, rechten en macht hebben.Dit zie je in de tekst terug, omdat daar staat dat eerst alle mannen en later ook alle vrouwen kiesrecht kregen. Of: Dit zie je in de tekst terug, omdat daar staat dat burgers op steeds jongere leeftijd kiesrecht kregen. Of: Dit zie je in de tekst terug, omdat daar staat dat sinds 1983 ook niet-Nederlanders die langer dan vijf jaar in Nederland legaal verbleven in de gemeenteraad kunnen worden gekozen.  De massamedia hebben veel macht, omdat zij in één keer veel informatie aan grote groepen mensen geven.De theorie die het beste bij dit artikel past, is de injectienaaldtheorie, omdat uit het artikel blijkt dat de EU bang is dat mensen het Russische nepnieuws klakkeloos overnemen, waardoor hun gedrag bij de verkiezingen wordt beïnvloed. Ik herken het volgende grondrecht: vrijheid van vergadering.Dit zie ik de tekst terug, omdat er staat dat dat er een demonstratie is georganiseerd. Extra toelichting: Dit hoort bij de vrijheid van vergadering, omdat daarin is geregeld dat iedereen het recht heeft om in het openbaar bij elkaar te komen voor bijvoorbeeld een vergadering of een demonstratie. (Dit is Artikel 9 van de Grondwet)Ik herken het volgende grondrecht: vrijheid van vereniging.Dit zie ik de tekst terug, omdat er staat dat iedereen een politieke partij kan oprichten. Extra toelichting: Een politieke partij is een voorbeeld van een vereniging. (Dit is Artikel 8 van de Grondwet)