Toets Economie

Economie Integraal 2e ed deel 1+2 - Hoofdstuk 16 - Inflatie en monetair beleid oefentoetsen & antwoorden

2e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: 

  • Gevolgen van inflatie en deflatie 

  • Berekenen van het CPI

  • Loonprijsspiraal 

  • Internationale concurrentiepositie 

  • Oorzaken van inflatie 

  • Europese Centrale Bank (ECB)

  • Monetair beleid ECB 

  • Invloed van rentetarieven op inflatie 


Examendomein I 


Economie Integraal 2e ed deel 1+2
Toets Economie
Economie Integraal 2e ed deel 1+2
Online maken
Toets afdrukken
Inflatie is een stijging van het gemiddelde prijsniveau in een land.  Inflatie heeft tot gevolg dat de koopkracht daalt. Met hetzelfde (nominale) inkomen kun je nu minder goederen kopen. Dit wordt ook geldontwaarding genoemd, oftewel een waardedaling van het geld.  Een inkomen of uitkering is waardevast wanneer deze meestijgt met de inflatie. Een inkomen of uitkering is welvaartsvast wanneer deze meestijgt met de gemiddelde inkomensstijging.In dit geval worden mensen relatief niet armer dan de gemiddelde Nederlander.     1) BestedingsinflatieDoordat de effectieve vraag stijgt (tot boven de productiecapaciteit) stijgen de prijzen. 2) Loonkosteninflatie Doordat de lonen stijgen, hebben bedrijven meer loonkosten. Deze loonkosten worden doorberekend in de prijzen waardoor de prijzen stijgen. 3) Winstmarge-inflatie Doordat bedrijven hun winstmarges op producten verhogen stijgen de prijzen. 4) BelastinginflatieDoordat de overheid de belastingen (zoals btw en accijnzen) verhoogt stijgen de prijzen.  5) Rente-inflatieDoordat de rente stijgt, stijgen de financieringskosten voor bedrijven. Deze hogere rentekosten rekenen zij door in de verkoopprijzen waardoor de prijzen stijgen. 6) Geïmporteerde inflatie Grondstoffen, hulpstoffen en andere geïmporteerde producten vanuit het buitenland worden duurder, waardoor de kostprijs voor bedrijven stijgt om producten te maken. Deze hogere productiekosten worden doorberekend in de verkoopprijzen waardoor de prijzen stijgen. Inflatie 2 t/m 6 vallen allemaal onder de categorie kosteninflatie, al is dit bij winstmarge-inflatie niet helemaal het geval.  De Europese Centrale Bank ligt in Frankfurt (De) en is een politiek onafhankelijke bank die samen met alle nationale banken (zoals De Nederlandsche Bank / DNB) het monetaire beleid in de eurozone bepaald. Het doel van de ECB is het handhaven van prijsstabiliteit in de eurozone.Er wordt een jaarlijkse inflatie van 2% nagestreefd. De algemene rente aanpassen in de eurozone. Commerciële banken lenen geld van de ECB. Als de ECB de rente verhoogt of verlaagt, kunnen de commerciële banken goedkoper of duurder lenen bij de ECB. De rentetarieven voor consumenten en bedrijven zullen dan ook veranderen.  Commerciële banken zijn banken waar consumenten en bedrijven rekeningen kunnen openen, zoals ING, Rabobank en SNS Bank.  Bepalen hoeveel kasgeld commerciële banken moeten aanhouden.Indien de ECB het percentage kasgeld dat commerciële banken in kas moeten hebben bijvoorbeeld verhoogt, wordt het voor commerciële banken moeilijker om leningen te verstrekken aan consumenten en bedrijven. De geldhoeveelheid in omloop beïnvloeden door geld te vernietigen of geld te laten bijdrukken. Wanneer er meer geld in omloop is, zal de waarde van het geld dalen. Eindantwoord a)Doordat de lonen stijgen, hebben bedrijven meer loonkosten. Deze loonkosten worden doorberekend in de prijzen waardoor de prijzen stijgen. Er kan dan (loon)kosteninflatie ontstaan. Eindantwoord b)De vakbonden houden vast aan hun eis voor (fors) hogere lonen. Bedrijven zullen de hogere loonkosten doorberekenen in hun verkoopprijzen, waardoor prijzen gaan stijgen. Door deze inflatie zal de koopkracht van werknemers dalen, die daarop wederom hogere lonen gaan eisen. Zo ontstaan wederom meer loonkosten voor bedrijven, waardoor die hun prijzen nog verder gaan opschroeven. Dit economisch fenomeen noemen we een loon-prijsspiraal. Eindantwoord c)De overheid zou de winstbelasting voor bedrijven kunnen verlagen. Hierdoor daalt de netto winst na belasting voor bedrijven niet of minder, ondanks de hogere loonkosten.Doordat de winst niet daalt, hoeven de bedrijven de prijzen niet te verhogen. Zo kan inflatie worden voorkomen. De overheid zou de loonbelasting voor werknemers kunnen verlagen. Op deze manier houden de werknemers een hoger netto loon over, waardoor de looneisen van de vakbonden gematigd kan worden. Bedrijven hebben op deze manier geen hogere loonkosten en hoeven ook de prijzen niet te verhogen. Zo kan inflatie worden voorkomen.  Eindantwoord a)Vanuit het perspectief van gezinnen:De rente daalt. Lenen wordt goedkoper en sparen levert minder op. Mensen gaan dus minder sparen en meer lenen. Hierdoor stijgen de bestedingen / de effectieve vraag (tot boven de productiecapaciteit). Prijzen zullen dan stijgen 🡪 toename van de bestedingsinflatie. Vanuit het perspectief van bedrijven:De rente daalt. Lenen wordt goedkoper voor bedrijven. Door de lagere interestkosten zullen bedrijven minder snel de verkoopprijzen verhogen 🡪 kosteninflatie daalt. Vanuit het perspectief van de overheid:De rente daalt.Lenen wordt goedkoper voor de overheid. Overheidsbestedingen kunnen hierdoor toenemen, waardoor de effectieve vraag stijgt (tot boven de productiecapaciteit). Prijzen zullen dan stijgen 🡪 toename van de bestedingsinflatie. Eindantwoord b)Aanpassen van de hoeveelheid kasgeld die commerciële banken moeten aanhouden. Als de verplichte hoeveelheid kasgeld toeneemt, dan wordt het voor commerciële banken moeilijker om leningen te verstrekken. Het aantal leningen zal dalen.Bestedingen gaan omlaag.Inflatie daaltAanpassen van de geldhoeveelheid in omloop. Commerciële banken krijgen hierdoor een grotere geldhoeveelheid (bij een toename van de geldhoeveelheid).Hierdoor kunnen commerciële banken eenvoudiger leningen verstrekken.  De rente zal dalen.Aantal leningen zal stijgen. Bestedingen stijgen. Inflatie stijgt. Eindantwoord a)Bij de berekening van het CPI wordt gebruik gemaakt van wegingsfactoren. Eindantwoord b)Om een procentuele verandering te berekenen, gebruiken we altijd de formule: (nieuw – oud) / oud x 100% (ook bij indexcijfers) (154 – 135) /135 × 100% = 14,1%.Eindantwoord c)Uitspraak 1 is onjuistVan een verdubbeling t.o.v. het basisjaar is sprake wanneer het indexcijfer 200 bedraagt. Hier bedraagt het prijsindexcijfer 154.Er is dus sprake van een stijging van 54%, niet een verdubbeling. Uitspraak 2 is onjuistIn alle drie de jaren ligt de wegingsfactor van voeding lager dan de wegingsfactor van energie. Het aandeel van de totale uitgaven van voeding ligt wel hoger dan het aandeel energie. Uitspraak 3 is onjuistHet prijsindexcijfer van recreatie is 104. Dit betekent dat de prijzen in 2021 4% hoger lagen dan in 2016.  Eindantwoord d)Verandering koopkracht = verandering nettoloon – inflatie. Verandering nettoloon in 2021 is 2,1%Inflatie = CPI 2021 = 1,7%Verandering koopkracht = 2,1 – 1,7 = 0,4%  Eindantwoord a)De voorzitter brengt naar voren dat het rentepercentage historisch laag is, waardoor lenen goedkoper is, zodat meer mensen een hypothecaire lening kunnen afsluiten en de vraag naar woningen zal kunnen toenemen.   De voorzitter redeneert dus vanuit de vraagkant. Eindantwoord b)Bij een hypothecaire lening is er sprake van een onderpand (en bij een consumptieve lening is dat niet het geval), waardoor het risico voor de verstrekker van de lening lager is dan bij een andere vorm van lenen. en derhalve een lagere rente in rekening kan worden gebracht.Eindantwoord c)2009 en 2015 Bij deflatie geldt dat de reële rente hoger is dan de nominale rente.Eindantwoord d)Bij een lage inflatie is de (reële) waardedaling van het uitgeleende geld beperkt / is er minder risico op waardedaling.  zodat banken een lagere compensatie voor geldontwaarding vragen en derhalve een lagere (nominale) rentevergoeding in rekening kunnen brengen.Eindantwoord e)Twee mogelijke antwoorden:Bij de aanschaf van een koopwoning met hypothecaire financiering wordt er koopkracht van de toekomst naar voren geschoven (lenen). Er kan sprake zijn van vermogensopbouw (verschuiven van koopkracht naar de toekomst) door aflossing van een lening / door overwaarde. Eindantwoord a)Door een verlaging van de rente wordt geld lenen aantrekkelijker / wordt sparen minder aantrekkelijk. (mits de algemene banken de renteverlaging doorgeven aan de consument).Hierdoor nemen de bestedingen toe en zal, bij gelijkblijvende productie(capaciteit), de inflatie kunnen toenemen.Eindantwoord b)Consumenten verwachten (verdere) prijsdaling en stellen aankopen uit. Hierdoor dalen de bestedingen en daalt de productie. Dit leidt tot een lagere economische groei. Eindantwoord c)Door een verlaging van de rente dalen de kosten van Europese producenten. Hierdoor kunnen prijzen van Europese producten dalen ten opzichte van prijzen van Amerikaanse producten, waardoor de internationale concurrentiepositie van de VS verslechtertOFIndien de ECB de rente verlaagt zal de rente in de VS relatief hoog zijn.Meer internationale beleggers zullen in de VS krediet willen verlenen.Hierdoor is er meer vraag naar de dollar waardoor de dollar apprecieert. Amerikaanse producten worden in euro’s duurder, waardoor de internationale concurrentiepositie van de VS verslechtert.Dit tweede antwoord past bij de inhoud van H17 uit het boek. Eindantwoord d)Uit de figuur in bron 1 blijkt dat het vermogen van 55-plussers gemiddeld groter is dan dat van mensen onder de 55 jaar.Omdat het aandeel 55-plussers (relatief) hoog is, zal het totale vermogen (relatief) hoog zijn. Hierdoor is het aanbod op de vermogensmarkt (ten opzichte van de vraag relatief) hoog, waardoor de rente (relatief) laag is.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers
10

Zeer goed lesmateriaal en topservice

Het les materiaal is door de docenten van mijn zoon beoordeeld als zeer goed. Voorts heb ik een uitstekende service gehad naar aanleiding van een fout die ik zelf maakte bij het verlengen van een abonnement.

Robert

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in