Zugspitze 3 LRN-line - Hoofdstuk Schritt 23-28 - Bockhutte oefentoetsen & antwoorden

benadrukkenterwijl, tijdensdusbijnade broekde laarzenpaarsLet opdat maakt niets uithet spoorplotselingop tijd änderndie Jeansdas Kleidweißschwarzdie Abfahrtdie Fahrkarteder Flugpassierendas SchildTip: Denk eraan dat je de zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter schrijft. Maak de umlaut op een letter duidelijk, die 2 kleine puntjes maken een woord juist goed of fout. Vergeet het meervoud niet mee te leren! mannelijkvrouwelijkonzijdigmeervoud1e naamvalderdiedasdie4e naamvaldendiedasdie mannelijkvrouwelijkonzijdigmeervoud1e naamvaleineineeinkeine4e naamvaleineineeinkeine dies-, all-, jed-, solch-, welch-de bezittelijke voornaamwoordenals het onderwerp is, je kunt het dan door HIJ vervangen. En als een zinsdeel het naamwoordelijk deel van de zin is.als het lijdend voorwerp is, je kunt het dan door HEM vervangen. En als het gaat om een tijdsbepaling. Er ist schöner als mein Pulli.Gefällt dir das?Ich habe mich geschminkt.Das ist nett von dir.Was ist los?Es ist hier sehr hektisch.Ich kann dir nichts versprechen.Der Reifen muss geflickt werden.Tip: Denk eraan dat je de zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter schrijft. Maak de umlaut op een letter duidelijk, die 2 kleine puntjes maken een woord juist goed of fout. Ärmel (aan een trui zitten er 2)die Mütze (in de winter, als het koud is, doe je het op je hoofd.grün (deze kleur krijg je als je blauw en geel mengt)der Bahnsteig (hier wacht je op de trein)die Fundsachen (als je iets verloren hebt, kwijt bent, moet je hier zoeken)die Haltestelle (hier wacht je op de bus)Tip: Denk eraan dat je de zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter schrijft. Maak de umlaut op een letter duidelijk, die 2 kleine puntjes maken een woord juist goed of fout. Ik eet HEM, 4e naamval.HIJ kost vandaag, 1e naamvalHIJ had het gisteren druk, 1e naamvalHij houdt van HEM (meisje in dit geval), 4e naamvalHeb je HEM, 4e naamvalHoeveel inwoners heeft HIJ 1e naamvalHEM kan ik me niet permitteren, 4e naamvalIk vind HEM aardig, 4e naamval der, mannelijk, eerste naamvaldie, vrouwelijk, vierde naamvaldas, onzijdig, eerste naamvalder, mannelijk, eerste naamvalder, mannelijk, eerste naamval (naamwoordelijk deel)den, mannelijk, vierde naamval (tijdsbepaling)die, vrouwelijk, vierde naamvaldie, meervoud, vierde naamval meinwelchedeinen (let op, het is mannelijk, je hebt hier 4de naamval)mancheunser (let op, het is mannelijk, je hebt hier 1e naamval)seinedieseskeineeurejeden (let op, het is mannelijk, je hebt hier 4de naamval)Leertip:  Zorg dat je deze schema’s goed kent, schrijf ze desnoods op een (klad)blaadje bij je toets, zodat je het bij de hand hebt. Tussen beide schema’s zitten veel overeenkomsten.Let op bij mannelijk, daar moet je ontleden! Gefällt dir meine Frisur?Ist diese Farbe nicht zu hell?Du siehst großartig aus/du siehst heute toll aus. Ich finde deine … toll/schön. Es steht dir wirklich gut.Ich habe einen Platten/Das Licht funktioniert nicht.Können Sie mir helfen?Um wie viel Uhr ist es fertig?Leertip: Maak het jezelf niet te moeilijk bij zulke opdrachten. Maak eenvoudige zinnen met woorden die je kent, als je iets niet weet, probeer het dan anders te zeggen. Vergeet de hoofdletters niet bij zelfstandige naamwoorden. Als je iets moet kiezen, kies dan iets dat je zeker weet en goed kan schrijven.