Toets Nask/Science

Polaris NaSk1 - Hoofdstuk 3 - Licht en beeld oefentoetsen & antwoorden

1e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:

  • Schaduwen 

  • De spiegelwet

  • Het gezichtsveld

  • Positieve en negatieve lenzen

  • De werking van het oog

  • Kleuren zien

Polaris NaSk1
Toets Nask/Science
Polaris NaSk1
Online maken
Toets afdrukken
De drie soorten lichtbundels zijn:Divergente lichtbundel: de lichtbundel wordt steeds breder.Evenwijdige lichtbundel: de lichtbundel blijft steeds even breed.Convergente lichtbundel: de lichtbundel wordt steeds smaller.Waar het licht van een stof naar een andere doorzichtige stof overgaat (bijvoorbeeld van water naar lucht) verandert het van richting. Dit verschijnsel noemen we breking.De werking van de lenzen is als volgt:Een bolle lens heeft een convergerende werking. De invallende evenwijdige lichtstralen worden na breking naar elkaar toe gebogen.Een holle lens heeft een divergerende werking. De invallende evenwijdige lichtstralen worden na breking uit elkaar gebogen.Bij accommoderen verandert de ooglens van vorm, zodat men scherp kan zien. Niet waar, het donkerste deel van de schaduw heet de kernschaduw.Niet waar, de normaal wordt altijd in een hoek van 90 graden (loodrecht) getekend op de plek waar de lichtstraal op de spiegel komt.Niet waar. Bij constructie van het beeld staat het beeld op zijn kop. (Software van bijvoorbeeld een camera zet het beeld weer rechtop op het scherm.)Waar. Zie onderstaande afbeelding.Toelichting:Teken vanuit lamp A lichtstralen (randstralen) langs de randen van de tafel naar de grond.Teken vanuit lamp B lichtstralen (randstralen)  langs de randen van de tafel naar de grond.Zie bovenstaande afbeelding.Het gebied waar geen direct licht van beide lampen komt, noemen we kernschaduw.Het gebied waar slechts direct licht van één van de twee lampen komt, noemen we bijschaduw.Als de lamp lager zou hangen, dan is de afstand tussen de lamp en het voorwerp kleiner. De schaduw wordt dus groter (zie onderstaande afbeelding). Teken de normaal. De hoek tussen de normaal en de spiegel is altijd 90 graden.Meet de hoek tussen de normaal en de invallende lichtstraal met de geodriehoek.De hoek van inval is hetzelfde als de hoek van uitval. Dit is de spiegelwet. Teken de hoek tussen de normaal en de teruggekaatste lichtstraal. Het brandpunt F is het punt waar de lichtstraal kruist met de hoofdas.  Om een beeld van de kaars te tekenen heb je twee lichtstralen nodig (de derde lichtstraal is ter controle):Een lichtstraal van de top van de kaars door het midden van de lens.Een lichtstraal van de top van de kaars evenwijdig aan de hoofdas, en aan de andere kant van de lens door het brandpunt.Het snijpunt van deze twee lichtstralen is de top van het beeld van de kaars. (Derde lichtstraal: door het brandpunt van de lens en aan de andere kant van de lens evenwijdig aan de hoofdas. Deze lichtstraal is niet nodig, maar is ter controle.) Wit licht bestaat uit alle kleuren van het zichtbare spectrum.De appel lijkt rood, omdat hij alle kleuren absorbeert, behalve rood – dat wordt teruggekaatst door de appel.Het blauwe papiertje absorbeert alle kleuren, behalve blauw – dat wordt teruggekaatst door het papiertje.Bij een rode lamp is alleen rood licht aanwezig.De rode appel weerkaatst rood licht, dus je ziet hem nog steeds rood.Het blauwe papier kan geen rood licht weerkaatsen (het reflecteert normaal alleen blauw licht), dus het papier zal het rode licht absorberen. Je ziet het papiertje dan als zwart of donkergrijs. Zie onderstaande afbeelding.De lichtstralen gaan door het hoornvlies. Daarna gaan ze door de pupil, en om de pupil zit de iris, die de hoeveelheid licht regelt die door de pupil kan. Achter de pupil zit de ooglens, die samen met het hoornvlies de lichtstralen naar het netvlies convergeert. Op het netvlies zetten de cellen het licht om in elektrische signalen. Deze elektrische signalen gaan door de oogzenuw naar de hersenen. De hersenen verwerken de informatie tot een beeld.Lisa is bijziend. De negatieve lenzen zorgen ervoor dat de lichtstralen verder uit elkaar gaan voordat ze op het netvlies terechtkomen. Zo kan ze in de verte ook scherp zien. Een weggegooide drankfles kan als een vergrootglas gaan werken als de zon erop schijnt. Door de convergerende werking komen de lichtstralen bij elkaar in het brandpunt en dat kan ervoor zorgen dat droog gras in brand vliegt.Het gaat om een bolle lens, dus de lichtstralen buigen naar elkaar toe door het brandpunt F. De lens heeft dus een convergerende werking.Om een beeld van de pijl te tekenen heb je vier lichtstralen nodig:Een lichtstraal van de top van de pijl door het midden van de lens.Een lichtstraal van de top van de pijl evenwijdig aan de hoofdas, en aan de andere kant van de lens door het brandpunt.Het snijpunt van deze twee lichtstralen is de top van het beeld van de pijl. Een lichtstraal van de onderkant van de pijl door het midden van de lens.Een lichtstraal van de onderkant van de pijl evenwijdig aan de hoofdas, en aan de andere kant van de lens door het brandpunt.Het snijpunt van deze twee lichtstralen is de onderkant van het beeld van de pijl. Als fietser kan je het beste achter de vrachtwagen fietsen als de vrachtwagen rechtsaf wil. Op die manier kom je niet in de dode hoek van de vrachtwagenchauffeur terecht en verklein je de kans op een (dodelijk) ongeluk. Fiets in geen geval rechts van de vrachtwagen!Om het gezichtsveld te tekenen:Teken je het spiegelbeeld van het oog achter de spiegel.Vanaf het spiegelbeeld van het virtuele oog teken je kijklijnen langs beide zijden van de spiegel. Laat deze lijnen aan de voorkant als lichtstralen doorlopen.Het gebied tussen de lichtstralen voor de spiegel is het gezichtsveld. Als mensen ouder worden, dan kan de elasticiteit van de ooglens afnemen. De lens is dan niet goed meer in staat om te accommoderen en de lens dus boller te maken om dichtbij goed te kunnen zien.  Het beeld dat zich vormt, valt bij mensen die last hebben van oudziendheid achter het netvlies. Mensen die last hebben van ouderdomsverziendheid hebben bolle lenzen (positieve lenzen) nodig.  Het licht verandert van richting als het van lucht naar water gaat. Dit verschijnsel noemen we “breking”. Daardoor lijkt het alsof het hoofd en het lichaam van elkaar gescheiden zijn.Het licht buigt naar de normaal toe als het van lucht naar water gaat.  Een groen t-shirt kaatst alleen groen licht terug. Alle andere kleuren van het licht worden geabsorbeerd door de stof van het t-shirt. Nee, je kan niet met zekerheid zeggen welke kleur t-shirt de dader draagt. De kleur van het licht bepaalt hoe je de kleuren van het t-shirt ziet. In een rood licht heeft het t-shirt een andere kleur dan in blauw licht. In een discotheek verandert de kleur van het licht constant.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in