Biologie voor Jou MAX (release 8.2) deel B - Thema 6 - Ecologie en duurzaamheid oefentoetsen & antwoorden

Een voedselrelatie is wanneer een soort het voedsel is voor een andere soort.Een pijl betekent “wordt gegeten door”. Een voedselweb is een tekening van het geheel van voedselrelaties in een ecosysteem.Een product is een plant. Zij maken hun eigen voedsel door fotosynthese. Bij concurrentie vechten twee organismen om hetzelfde, en een van de twee kan het uiteindelijk krijgen (bijvoorbeeld voedsel, een partner). Bij samenwerking werken organismen samen en krijgen ze uiteindelijke allemaal iets, bijvoorbeeld voedsel.Holle bomen bieden voor eekhoorns bescherming tegen roofdieren en beschutting tegen weersomstandigheden. Ook is het een opbergplek voor voedsel en een nestgelegenheid. De holle bomen hebben hier geen nadeel van. Het is dus geen parasitisme.   Een voorbeeld is de teek. De teek krijgt voedingsstoffen van de mens, terwijl de mens hier schade van ondervindt, zoals een rode plek of bult, jeuk en in zeldzame gevallen de ziekte van Lyme. Antwoord D. Je beschrijft bijvoorbeeld hoeveel mussen je ziet in je achtertuin, of wat voor merk fiets je vrienden hebben.  Concurrentie - bijvoorbeeld als twee steenbokken met elkaar vechten voor een partner.Samenwerking - bijvoorbeeld als leeuwen samenwerken om een prooi te vangen.Symbiose - zoals een korstmos waar algen en schimmels samen leven en elkaar positief beïnvloeden.Parasitisme - zoals een teek die bloed zuigt bij een mens, of de “zombieschimmel” die mieren van binnenuit op eet. Antwoord B. Bij de verbranding van fossiele brandstoffen ontstaat koolstofdioxide.Antwoord CAntwoord C. Aardgas is een fossiele brandstof en niet duurzaam. Antwoord A.  De algen zijn een producent. Toelichting: dat kun je zien, omdat de algen geen andere organismen eet.D - 5 schakelsToelichting: De voedselketen waarin de kikker voorkomt is: algen → watervlo → bootsmannetje → kikker → reiger. Er zijn dus 5 schakels.Benoem twee van de volgende drie:Algen → watervlo → voorn → reigerAlgen → watervlo → voorn → baars → snoekAlgen → watervlo → voorn → snoek Zeevonk in de tropen kan door de algen zijn eigen voeding maken door fotosynthese. Organismen die dit kunnen noem je een producent. In de Waddenzee moet zeevonk stoffen eten die door planten zijn gemaakt. Organismen die afhankelijk zijn van andere organismen noem je een consument.  De reducenten. Positief. Beide soorten hebben voordeel.Deze vorm van symbiose heet parasitisme.  Doordat we de auto zoveel gebruiken komen afvalstoffen vrij die zorgen voor milieuvervuiling.Dit kan door mest uit de landbouw dat in water komt, door vervuild water uit huishoudens of fabrieken, of door het lozen van afvalwater in het milieu.  Irma doet beschrijvend onderzoek.Irma verzamelt de gegevens door met haar eigen ogen te kijken.Irma verzamelt cijfers.