Gold Experience B1+ - Hoofdstuk 6 - Superpowers oefentoetsen & antwoorden

WerkgeverVerdwijnenSprookjeWantrouwenImiteren / nadoenHeldhaftig / heroïsch  ConcurrentArtistiek / kunstzinnig InfectionRedoNaturalLaboratoryPlotComedy  BatteryRebuildInstructorLogicalAnalyseThoughtful Jane has violin classes every Tuesday.I like neither white nor dark chocolate.We will need a few serious sponsors if we want to raise enough money.Could you give us a little more time?Each card is personally addressed. After a week, all tickets were sold out.Toelichting:Quantifiers zijn woorden die woorden die een hoeveelheid aangeven. Ze bepalen of er veel of weinig is van iets.Je gebruikt ze daarom een beetje zoals je zou doen met bijvoeglijke naamwoorden. Het is vooral belangrijk om te leren welke woorden staan voor veel, of zelfs alles, en welke voor weinig of niks.Let ook op het woord waar ze iets over zeggen: Sommige woorden koppel je aan zelfstandige naamwoorden in het enkelvoud en/of in het meervoud (telbare woorden), of juist aan woorden die geen meervoudsvorm hebben (ontelbare woorden). Sentence A means that she actively remembers the act of locking the door. Sentence B means she did not forget to lock the door when she left her house.Sentence A means that he completely quit smoking, forever.Sentence B means that he stopped doing what he was doing to smoke instead.Sentence A means that you restarted the computer as a potential solution.Sentence B means that you made an attempt to get the computer to restart.Sentence A means that they did not stop talking about the film, they just kept going.Sentence B means that they switched topics and are now starting to talk about the film.Sentence A means that you were at the party and met her, but you forgot this happened.Sentence B means that you forgot to meet her entirely.Trick question: There is no real difference here!Toelichting:Hoewel er vaak weinig betekenis verschil zit tussen de to infinitive en de vorm werkwoord + -ing, kan dat bij sommige werkwoorden anders liggen.Bij bijvoorbeeld de werkwoorden forget, stop, go on, remember, try en regret verandert de betekenis van de zin behoorlijk als je switcht van de ene naar de andere vorm, zoals je kan zien in een aantal van de voorbeelden hierboven.Let bij deze werkwoorden dus extra goed op welke vorm je kiest, want soms kunnen ze namelijk grammaticaal allebei en gaat het dus om welke betekenis er bedoeld wordt! To helpCookingTo lockTo call, textingJoiningPainting, to restTo travel, to seeInterrupting, to stop All ofNoneEitherEveryA littleA fewNeither  NoneEitherNeither … norEachA fewAll  CToelichting: De challenge is een dag zonder technologie, dus de laptop zou op deze dag niet toegestaan zijn.AToelichting: Meestal spelen ze samen videospelletjes, maar dat mocht vandaag natuurlijk niet. Dus gingen ze naar het park en is A het goede antwoord.AToelichting: In de laatste alinea vertelt de auteur dat ze haar telefoon nu minder gebruikt dan normaal. Ze heeft geleerd dat dat ook niet nodig is! Voorbeeldantwoord:Dear Dr. Brindon,My name is Emma Johnson and I’m a 13-year-old student from Riverdale Middle School. I’m currently working on a school project about crocodiles, and I would love to ask you a few questions to include in my research.One thing I’m really curious about is how crocodiles communicate with each other. I read that they make sounds, but I’d love to learn more from an expert like you.Would it be possible to do a short interview, maybe 15–20 minutes? I’m usually free after school on weekdays, around 4 p.m., and I could also do a video call on Saturday morning if that works better for you.Thank you very much for your time and consideration!Best regards,Emma Johnson124 wordsTips:Kijk goed na of je voldoende woorden hebt gebruikt.Vraag een beoordelingsformulier van je docent zodat je een goed beeld hebt van hoe de schrijfopdracht wordt beoordeeld.Het is lastig om je eigen tekst na te kijken. Vraag daarom aan je (bijles-)docent of die je brief voor je wil nakijken.Let op: schrijf I (ik) altijd met een hoofdletter; hetzelfde geldt voor maanden van het jaar en dagen van de week, maar niet voor seizoenenLet goed op het volgende in het voorbeeld:Het omvat alle punten van de opdracht ( en hou je strikt aan de opdracht)Het vermijden van ‘contractions’: it’s, I’m , I’ve, can’t, you’ll enz.Het gebruik van formele taalEen nette, duidelijke toonCorrecte lay-out