Bravoure MAX release 1.0 deel A+B - Theme 5 - C'est les vacances ! oefentoetsen & antwoorden

 het vertrek Ik ga erheen een klok om half elfvlak bijproberen90een smaak de slagroom hoeveel les vacancesil pleut passerle paysla valisedans une heurepeut-êtresoixante et onze avecVoilà Ik heb geen zin om een dorpje / een museum te bezoeken.Je n’ai pas envie !Arrête !Hoeveel is het (alles bij elkaar) ?  C’est combien ?Quels parfums ? Nous allons réserver une chambre.Je vais à l’école.Tu vas acheter une nouvelle valise ?Mes parents vont inviter tout le monde pour la fête.On va dire au revoir à la famille.Toelichting:Vervoeging van het onregelmatige werkwoord Aller in de Présent (tegenwoordige tijd):Je vaisTuvasIl, Elle, OnvaNousallonsVousallezIls, Ellesvont Je dois aller à la gare.Il prend le bus à l'aéroport.Mes amis dorment à l’ hôtel.Tu vas dire au revoir aux amis de tes parents ?.Demain, elles vont à la médiathèque.ToelichtingHet Franse voorzetsel  à  komt heel veel voor in Franse zinnen en het heeft heel veel betekenissen (naar, in, op, bij, maar ook bijvoorbeeld: tot, om, aan)Wanneer het voorzetsel  à  in de zin voor het bepaalde lidwoord komt te staan (le, la, l’, les) kan deze samengevoegd worden (zie schema hieronder). voorzetsel  à bepaald lidwoordwordt samen:à  +le auà +laà  la  à +l’à  l’à  +lesauxBij mannelijk enkelvoud (le) en meervoud (les) worden de twee woorden samengevoegd tot één woord (zie vetgedrukte woorden in het schema hierboven). Bij vrouwelijk enkelvoud (la) en (l’) blijven de twee woorden staan (zie schema hierboven) a) Zin 1,3,4 en 5. Alleen zin 2 niet. b)1. Wij gaan een kamer reserveren.2. Ik ga naar school.3. Ga jij een nieuwe koffer kopen?4. Mijn ouders gaan iedereen uitnodigen voor het feest.5. Wij gaan de familie gedag zeggen.ToelichtingNet als in het Nederlands kun je met het onregelmatige werkwoord Aller (=gaan) in de tegenwoordige tijd (Présent) ook een toekomende tijd maken (Futur Proche). Je maakt deze tijd met een vorm van Aller in de Présent en gelijk daarachter komt het hele werkwoord (infinitief).  Non, je vais visiter des musées.Non, Jean - Luc va réserver nos chambres.Non, il va au restaurant.Non, elles vont faire leurs devoirs.Non, nous allons faire de la musique. ToelichtingDe volgorde van een eenvoudige Franse zin = onderwerp - alle werkwoorden bij elkaar - rest van de zin. Bij deze zinnen zie je dat na het werkwoord gelijk de persoonsvorm volgt (een vorm van Aller) en daarna gelijk gevolgd door een heel werkwoord (infinitief).De rest van de zin volgt dan na het laatste werkwoord, hier is de rest van de zin: des musées; nos chambres; au restaurant. Faire leurs devoirs + faire de la musique zijn in deze zinnen het hele werkwoord (infinitief). Dans la rue quelque part en Italie….Ta mère: On va prendre une glace avant de partir?Toi: Ah ouiiiii! Je voudrais une glace au chocolat.Ta mère: Vite! Papa a envie de nager. Toi: Je n’ai pas envie de nager!  J’ai envie d’une glace!Ta mère: Moi aussi!Quelques minutes plus tard….Vendeuse: Bonjour Mesdames!Toi et ta mère: Bonjour! Vendeuse: Qu’est-ce que je peux faire pour vous?Ta mère: Je voudrais trois cornets avec deux boules.Vendeuse:    Quels parfums ?Toi: Je voudrais deux boules de chocolat.Ta mère: Et pour moi, deux boules de fraise s’il vous plaît. Et pour ton père on va prendre deux boules de vanille.Vendeuse: Voilà! Ça fait cinq euros quatre-vingts s’il vous plaît.Toelichting: Wanneer je de dialoog hebt aangevuld, net zoals je deze bij de vocabulaire (les 1, 2, 3, 4) en expressions (les 3, 4) van dit hoofdstuk hebt geleerd. En je past de grammatica regels toe zoals staat uitgelegd bij les 2 en 3, dan zul je deze opdracht zelfstandig kunnen nakijken. Mocht je echt hele andere antwoorden hebben dan in de uitwerking staat, vraag dan je (bijles) docent om de opdracht samen met jou na te kijken.