Talent MAX deel A + B - Hoofdstuk Onderdeel Grammatica deel A - 1.7 en 2.7: samengestelde zin, hoofdzin, bijzin, voegwoord, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend vw, meewerkend vw, bijwoordelijke bepaling oefentoetsen & antwoorden

Zin b is onjuist.b. Een zin bestaat altijd uit een hoofdzin en een bijzin. Dit is onjuist omdat er in een (samengestelde)zin sowieso een hoofdzin (HZ) moet staan.Een zin die niet samengesteld is, bestaat altijd uit een hoofdzin.  Voegwoorden laten zien wat voor een verband er tussen de zinnen bestaat. C. omdatOmdat is een onderschikkend voegwoord: het verbindt een hoofdzin met een bijzin en geeft een reden aan. b is niet waar. Een lijdend voorwerp komt alleen voor bij werkwoorden die iets doen. Het komt dan ook nooit voor bij een naamwoordelijk gezegde. Het lijdend voorwerp ondergaat de handeling; het wordt gedaan. Je kunt het dus niet vervangen met ‘iedereen’.  Wanneer je goed naar de resultaten kijkt, vallen ze toch een beetje tegen. Hoofdzin.Anna vindt dat ik haar niet vaak genoeg bel.Bijzin.Vandaag werk ik de administratie bij en doe ik de correspondentie.Hoofdzin.Erik maakt een afspraak met de baas van het bedrijf, omdat hij ontslag wil nemen.Bijzin.Zijn dit de opdrachten die we vorige week af hadden moeten hebben? Bijzin.  Heb | jij | het   licht   in   je   slaapkamer | vanochtend | uitgedaan?  De   galante   ridder | bond | zijn   paard | vast | aan   een   eikenboom.  Morgen | verhuist | Yente | haar   spullen | naar   haar   studentenkamer.  Maria | wil | een   brief | gaan   schrijven | aan   de   burgemeester. a = C. zijn zusAan wie gaf hij een cadeautje? → aan zijn zus = meewerkend voorwerp.b = B. Mijn oma vertelde mij een mooi verhaal.Aan wie vertelde oma het verhaal? → mij = meewerkend voorwerp.c = A. de klantenAan wie bracht de ober de drankjes? → de klanten = meewerkend voorwerp.d = C. Het zinsdeel dat aangeeft wie of wat iets ontvangte = A. zijn docentAan wie stuurde de leerling een e-mail? → zijn docent = meewerkend voorwerp. Werkwoordelijk gezegde: heeft gekochtHeeft is een hulpwerkwoord, gekocht is het hoofdwerkwoord. Samen vormen ze het werkwoordelijk gezegde.Werkwoordelijk gezegde: gaanGaan is het enige werkwoord in de zin en vormt dus het hele werkwoordelijk gezegde.Werkwoordelijk gezegde: wilIn deze hoofdzin is wil het enige werkwoord. Komen hoort bij de bijzin. Alleen wil is het gezegde van de hoofdzin.Werkwoordelijk gezegde: was vergetenWas is een hulpwerkwoord, vergeten is het hoofdwerkwoord. Samen vormen ze het gezegde. Hoewel het de hele dag regende, gingen we toch naar het strand.Lisa had haar wekker gezet, maar ze versliep zich alsnog. Hoewel Sam zich goed had voorbereid, maakte hij toch veel fouten op de toets.Omdat we te laat aankwamen op het station, misten we de trein. Lijdend voorwerp: meerdere stoelenWat gooide de harde wind omver? → meerdere stoelen = lijdend voorwerp.Lijdend voorwerp: hun eindopdrachtWat presenteerden de leerlingen? → hun eindopdracht = lijdend voorwerp. (aan de hele klas = meewerkend voorwerp.)Lijdend voorwerp: een uitgebreide maaltijdWat hebben mijn ouders bereid? → een uitgebreide maaltijdLijdend voorwerp: dat ene zeldzame boekWat zocht ik? → dat ene zeldzame boekLet op: het voorzetsel naar hoort erbij, maar het lijdend voorwerp zelf is het zelfstandig naamwoord ‘boek’.Lijdend voorwerp: nieuwe straatverlichtingWat heeft de gemeente geplaatst? → nieuwe straatverlichtingLijdend voorwerp: alle ingezonden foto’sWat beoordeelde de jury? → alle ingezonden foto’sLijdend voorwerp: lange wandelingenWat maakten we? → lange wandelingenLijdend voorwerp: alle toetsen die gisteren zijn gemaaktWat corrigeerde de leraar? → alle toetsen die gisteren zijn gemaakt Let op: het hele zinsdeel is lijdend voorwerp. a. pv = werd ow = Napoleon|napoleon wg = werd verbannen bwb = naar welk eiland bwb = na zijn nederlaag b. pv = sprak ow = de chirurg wg = sprak toe lv = de patiënt bwb = voor de operatie bwb = vol medeleven c. pv = biedt ow = Zeeuws-Vlaanderen|Zeeuws-vlaanderen|zeeuws-Vlaanderen|zeeuws-vlaandern wg = biedt lv = voldoende woonruimte mv = mensen uit de Randstad| mensen uit de randstad bwb = vanwege leegloop bwb = - d.pv = ontvangt ow = de sollicitatiecommissie wg = ontvangt lv = je mv = - bwb = om vier uur precies bwb = bij de receptie