Neue Kontakte 7.1 FLEX ed
- Kapitel 4 - Im Einsatz
oefentoetsen & antwoorden
7.1 FLEX
Klas 4|Havo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:
Woorden Kapitel 4
Lektion A1 t/m I
Grammatica Kapitel 4
De werkwoorden können, dürfen, mögen, müssen, sollen, wollen en wissen in de verleden tijd (C)
Naamvallen (H)
Schrijven Kapitel 4
Formular
Beschwerdebrief
Toets Duits
Neue Kontakte 7.1 FLEX ed
Online maken
Toets afdrukken
● a) pakken● b) vrijwillig● c) in geen geval● d) oversteken● e) de gegevens● f) opgewonden● g) het takenpakket● h) heel klein● i) de soortgenoot● j) uitrusten● k) de sieraden● l) de opleiding● m) voor het geval dat● n) toen a) los seinb) beendenc) der Überfalld) der Personalausweise) der Krankenwagenf) gleichg) zum Schlussh) beendeni) das Ladegerätj) der Anrufk) die Dürrel) die Autobatteriem) die Nachrichtn) hinterlassen De werkwoorden sollen en wollen veranderen in de verleden tijd niet van klank.sollen - ich solltewollen - ich wollteAanvullingAlle overige modale werkwoorden veranderen in de verleden tijd wél van klank. Bij de meeste werkwoorden gaat het om het verdwijnen van de Umlaut, dat misschien een hele kleine verandering lijkt, maar voor de uitspraak én uiteraard de betekenis maakt het een groot verschil:können - ich konntedürfen - ich durfte\mögen - ich mochte (!)müssen - ich musste wissen - ich wusste (!) persoonsvorm: habeToelichting: de persoonsvorm komt helemaal vooraan te staan wanneer je de zin vragend maaktonderwerp: ichnaamval: 1eToelichting: het onderwerp vormt de persoonsvorm, deze twee zinsdelen zijn dus direct met elkaar verbondenlijdend voorwerp: eine Nachrichtnaamval: 4eToelichting: het lijdend voorwerp vind je door te vragen ‘wie of wat + persoonsvorm + onderwerp + resterende werkwoorden?’ - wie of wat heb ik gestuurd?meewerkend voorwerp: der Freundinnaamval: 3eToelichting: het meewerkend voorwerp vind je door te vragen ‘aan/voor wie + persoonsvorm + onderwerp + lijdend voorwerp + resterende werkwoorden?’ - aan/voor wie heb ik een berichtje gestuurd?bijvoeglijke bepaling van bezit: meines Brudersnaamval: 2eToelichting: een bijvoeglijke bepaling van bezit geeft aan van wie of wat iets is. Wanneer je de betreffende zin woord voor woord naar het Nederlands vertaalt, mis je het woord ‘van’. Wanneer dit het geval is, is er sprake van een bijvoeglijke bepaling van bezit: 2e naamval.
der-groep: der/die/das, dies-, welch-, solch-, manch-, jed-, jen-, all-ein-groep: ein, kein, mein, dein, sein, ihr, unser, euer, IhrIn de 1e naamval mannelijk en onzijdig en in de 4e naamval onzijdig verschillen de uitgangen van de woorden uit de der-groep met de woorden uit de ein-groep. Daarom is het belangrijk deze woorden in twee groepen in te delen. Voorbeeld 1e naamval mannelijk:Dieser Hund ist lieb.Mein Hund ist lieb.Het woord uit de der-groep eindigt op -er en het woord uit de ein-groep krijgt hier geen uitgang. Hetzelfde geldt voor 1e en 4e naamval onzijdig. Voordat je een zin gaat ontleden, is het belangrijk dat je kijkt of direct vóór het te vervoegen woord een voorzetsel staat. Een voorzetsel bepaalt namelijk direct de bijhorende naamval.- Voorzetsels 3e naamval: aus, bei, mit, nach, seit, von, zu, außer, gegenüber- Voorzetsels 4e naamval: gegen, ohne, entlang, durch, bis, um, für- Keuzevoorzetsels 3e of 4e naamval: auf, über, hinter, vor, zwischen, neben, an, in, unter wusstest, durftekonnte, wussteToelichting: “Lea” is enkelvoud, daarom gebruik je hier “sie” enkelvoudmussteToelichting: dit is een noodzaak, ‘mijn zus’ moest heel nodig. Daarom gebruik je hier “müssen” in plaats van “sollen”mochtenWolltestkonntenToelichting: “Meine Eltern” is meervoud, daarom gebruik je hier “sie” meervoud dichToelichting: dit is het lijdend voorwerp in de zin, dus gebruik je hier de 4e naamval van het persoonlijk voornaamwoordeuchToelichting: dit is het lijdend voorwerp in de zin, dus gebruik je hier de 4e naamval van het persoonlijk voornaamwoordunsererToelichting: het voorzetsel ‘vor’ staat direct vóór het te vervoegen woord, dus gebruik je de 3e naamval van het woord uit de ein-groep. ‘Katze’ is vrouwelijk.sie, mirToelichting: ‘haar’ is het lijdend voorwerp in de zin, dus gebruik je hier de 4e naamval van het persoonlijk voornaamwoord.Direct vóór ‘mij’ staat het voorzetsel ‘mit’, waardoor je de 3e naamval van het persoonlijk voornaamwoord gebruikteurerToelichting: het voorzetsel ‘mit’ staat direct vóór het te vervoegen woord, dus gebruik je de 3e naamval van het woord uit de ein-groep. ‘Unterstützung’ is vrouwelijk.seinerToelichting: het voorzetsel ‘nach’ staat direct vóór het te vervoegen woord, dus gebruik je de 3e naamval van het woord uit de ein-groep. ‘Nummer’ is vrouwelijk. Tip: Omdat de woordvolgorde van Duitse zinnen grotendeels overeenkomt met de woordvolgorde van Nederlandse zinnen, kun je het beste woorden uit de zinnen leren die je nog niet goed kent. Overhoor jezelf door de Nederlandse zin te lezen en deze zelf naar het Duits te vertalen. Kijk daarna welke woorden je nog niet wist. Maak van deze onbekende woorden een eigen woordenlijst, zodat je genoeg woorden hebt om deze zinnen te kunnen maken.Een voorbeeld van een goed antwoord is: Sehr geehrte Damen und Herren,letzte Woche / vor einer Woche habe ich Sneaker bei Ihnen bestellt / gekauft.Auf der/Ihrer Webseite sahen die Farbe(n) sehr anders aus als in Wirklichkeit.Die Farbe der Sneaker sieht in Wirklichkeit ganz anders aus.Die Sneaker gefallen mir nicht / Ich finde die Schuhe nicht schön.Darüberhinaus / Auch sind mir die Sneaker zu eng. Die Schuhe sitzen zu eng. Die Sneaker tun mir weh.Ich möchte gerne mein Geld zurück. / Könnten Sie mir mein Geld zurückschicken? Im Voraus vielen Dank / Vielen Dank im Voraus.Mit freundlichen Grüßen / Mit freundlichem Gruß (zonder komma)Je naamToelichting: Let bij je eigen brief op de volgende punten:De tweede regel begint in het Duits met een kleine letterZorg dat je in jouw brief de hele opdracht verwerkt: dus vraag of het mogelijk is om je geld terug te krijgen, maar schrijf ook op wat er net boven de opdracht stond: Je hebt vorige week online nieuwe sneakers besteld en je bent ontevreden. De kleur is heel anders dan op de website aangegeven en ze zitten veel te strak. Over het algemeen worden spelfouten als volgt beoordeeld:hoofdletter, Umlaut, één letter verkeerd: ½ foutmeer dan één letter verkeerd: 1 foutNa de regel net boven je naam, waar je “Mit freundlichen Grüßen of Mit freundlichem Gruß” schrijft, moet in het Duits geen kommab. Vorname, Nachnamevoornaam, achternaamStraße, Hausnummerstraat, huisnummerPLZ, Ortpostcode, plaatsLandNiederlandeE-Mail Adressejemailadres@voorbeeld.nlTelefonnummer+31 123 456 789Ggf. abweichende Lieferadresse (bei einer Ersatzlieferung)(hier hoeft niet te worden ingevuld, dit geldt alleen voor vervangende leveringen)II. Grund der Rücksendung Bitte kreuzen Sie nachfolgend an, warum Sie den oder die Artikel an uns zurücksenden:❐ 1: Rücksendung wegen Ausübung des gesetzlichen Widerrufsrechts ❐ 2: Rücksendung wegen Mangel bzw. Defekt ❐ 3: Rücksendung wegen Falschlieferung Toelichting: je maakt gebruik van je herroepingsrecht. De schoenen zijn namelijk niet kapot of verkeerd verzonden, je vindt ze niet leuk.III. Zahlungsdaten Für eine Erstattung des Kaufpreises und/ oder von verauslagten Versandkosten wünsche ich eine Zahlung in Form von (Zutreffendes bitte ankreuzen): ❐ Überweisung auf mein Girokonto (bitte angeben falls es vom ursprünglichen Konto abweicht) ❐ Erstattung via PayPal (nur bei ursprünglicher Zahlungsart PayPal möglich) Toelichting: eigen antwoord. Je moet hier aangeven hoe je het geld terug zou willen ontvangen._______plaats, datum_______________ ______handtekening_________ Ort, Datum, Unterschrift des Kunden
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.