BuiteNLand 5e ed/FLEX - Hoofdstuk 1 - Aarde in beweging oefentoetsen & antwoorden

Gebergte dat is ontstaan door het botsen van twee platen.De plaats aan het aardoppervlak boven de plek waar de aardbeving ontstaat. Magma dat buiten de aardkorst is gekomen. Afdruk of restant van een plant of dier in het gesteente. Aardgas uit de bodem halen door te boren. Aardkern. Dit is erg heet, maar bestaat door de hoge druk toch uit vast gesteente. aardmantel. Het bestaat uit dik stroperig materiaal dat heel langzaam stroomt. aardkorst. Het bestaat uit stukken oceaanbodem en stukken continent.  Pangea C. Hoe sterk de trillingen van een aardbeving zijnToelichting:De Schaal van Richter is een manier om de kracht (of sterkte) van een aardbeving te meten. Die kracht wordt gemeten aan de hand van de trillingen die een aardbeving veroorzaakt, en dit gebeurt met een speciaal apparaat: een seismograaf. Hoe hoger het getal op de schaal, hoe sterker de beving. Een gebergte is een plooiingsgebergte als het is ontstaan doordat aardlagen zijn samengedrukt en geplooid door botsende tektonische platen. Dit zorgt ervoor dat gesteentelagen omhoog worden gedrukt en plooien vormen, wat uiteindelijk leidt tot de vorming van bergen. Een voorbeeld hiervan is de Alpen. Omdat de aardkorst in elkaar wordt gedrukt.  B. EpicentrumToelichting:                                               Het epicentrum is het punt aan het aardoppervlak waar de aardbeving het sterkst wordt gevoeld. Dit is meestal de plek die het dichtst bij het begin van de beving ligt en waar de meeste schade optreedt. In deze situatie kreeg het dorp de zwaarste schokken te verduren, en daarom noemen we dat punt het epicentrum.  1. Een zeeplaat duikt onder een landplaat.2. Twee platen schuiven langs elkaar.3. Platen met land botsen op elkaar. Omdat de grond rond vulkanen erg vruchtbaar is en goed is voor landbouw.Toelichting: De as en mineralen die vrijkomen bij vulkaanuitbarstingen maken de bodem erg vruchtbaar. Daardoor is landbouw vaak erg vruchtbaar rondom vulkanen. Dat is de reden dat mensen ondanks het gevaar toch in de buurt van vulkanen wonen.  Antwoord B.Toelichting: Alleen persoon twee is positief over het winnen van gas. Nummer 1 en nummer 3 zijn tegen het winnen van gas. De een heeft scheuren in zijn huis, de ander vindt dat de veiligheid van mensen belangrijker is.  Waar platen naar elkaar toe bewegen of langs elkaar bewegen komen relatief de meest krachtige aardbevingen voor. D. Dat Nederland miljoenen jaren geleden bij de evenaar lag in een warm en vochtig klimaat.Toelichting:Steenkool ontstaat uit dikke lagen plantenmateriaal, die alleen kunnen ontstaan in tropische, natte omstandigheden. Dit wijst erop dat Nederland vroeger een heel ander klimaat had en zich veel dichter bij de evenaar bevond dan nu. Dit is een voorbeeld van hoe fossiele brandstoffen ons iets vertellen over de aardgeschiedenis. Door gas uit de grond te halen, verandert de druk in de bodem.De grond kan daardoor gaan verzakken.Dit zorgt voor spanningen in de aarde, die leiden tot aardbevingen.Toelichting:Deze aardbevingen komen dus door gaswinning. Ze zijn niet natuurlijk, omdat ze ontstaan door wat mensen doen, niet door de natuur zelf. Epicentrum, want dat hoort bij aardbevingen niet bij vulkanen. Krater, lava en magma horen bij vulkanen.Toelichting:Magma is gesmolten gesteente onder de grond.Lava is magma dat uit de vulkaan stroomt.Een krater is de opening van een vulkaan.Het epicentrum hoort bij aardbevingen, niet bij vulkanen. Het is het punt aan het aardoppervlak recht boven de plek waar een aardbeving ontstaat.