Geschiedenis Werkplaats 3e ed - Hoofdstuk 3 - De Grieken oefentoetsen & antwoorden

Gebied waar een groep mensen zich vestigt.Heeft te maken met bestuur.Regering van een groep aanzienlijke mensen.Bij de Grieken: alle wetenschappen. Nu: wijsbegeerte.Dieptewerking. eposwapenstilstandkolonisatiedemocratiecontrapostLeertip!Achterin het hoofdstuk staan alle begrippen. Maak bijvoorbeeld flitskaarten om ze te oefenen. Werkwijze:Als je het lastig vindt om een chronologische vraag te maken. Probeer dan de eerste en laatste gebeurtenis alvast te noteren. Zo heb je dan maar een drietal gebeurtenissen te verdelen tussen de eerste en laatste. Dit geeft wat meer overzicht.De juiste volgorde is: B - E - C - D - AToelichting:B. Ontstaan van schrift (begin van de oudheid). (3000 v.C.) E. Begin van de Griekse kolonisatie. (800 v.C.)C. De eerste Olympische Spelen. (776  v.C.)D. Begin van het wetenschappelijk denken. (6e eeuw v.C.) A. Begin van de democratie in Athene. (507  v.C.)Leertip! Achterin het hoofdstuk staan veel belangrijke gebeurtenissen op volgorde van tijd. Neem dit goed door! Griekenland had een versnipperd landschap, waardoor de stadstaten zich zelfstandig ontwikkelden (met een eigen regering en leger). Agora (centraal plein met markt) en stoa (lange zuilenhal). Toelichting: Nog andere overeenkomsten die de stadstaten met elkaar hadden was dat zij allemaal Grieks spraken, in dezelfde goden geloofden en op dezelfde manier tempels bouwden. Drie van de volgende vier vormen: monarchie, aristocratie, tirannie en democratie.Aristocraten zijn rijke, grootgrondbezitters met veel aanzien (aanzienlijke mensen). De macht moest volgens hen in handen van de edelen of de besten (aristoi in het Grieks). Een tiran is één man die alle macht in handen heeft (een alleenheerser). Deze macht krijgt hij vaak op een onwettige manier (bijvoorbeed met geweld). a) Oppergod.b) God van de zee (zeegod). c) Godin van de krijgskunst en de wijsheid. d) God van het dodenrijk. De Atheense democratie was geen echte democratie, omdat maar een klein gedeelte van de bevolking mocht stemmen. Alleen vrije, volwassen mannen met burgerrechten mochten stemmen. Vrouwen, vreemdelingen en slaven waren geen burgers en mochten dus niet stemmen. (zo'n 90% van de bevolking). Omdat de goden de veroorzakers waren van natuurrampen en hen vereerden om dit te voorkomen, maar ook om een goede oogst te krijgen of te genezen van een ziekte. Ze bouwden tempels en organiseerden sportwedstrijden voor de goden. Ze offerden ook allerlei dingen aan de goden op een altaar en vroegen de goden om advies. Filosofen ('liefhebbers van de wijsheid')Door nauwkeurig onderzoek en logisch denken verklaringen zoeken voor natuurlijke verschijnselen.Socrates, Plato en Aristoteles. Het begrip kolonisatie past goed bij de bron. Kolonisatie is het stichten van kolonies buiten Griekenland. Op de bron is te zien dat de Grieken delen van Afrika, Spanje, Zuid-Frankrijk en Turkije in handen hebben. De kolonies zorgden voor extra voedsel, want er waren voedseltekorten in de stadstaten door de bevolkingsgroei. Zo kwamen ze ook in contact met andere volken in het Middellandse Zeegebied en Zwarte zeegebied. Nikias is een voorstander van een tirannie. Dit is te lezen in de volgende zinnen: “Elke oogst werd kleiner, want de rijken eisten steeds meer belasting en lieten de boeren nauwelijks overleven.” Dit toont hoe een tiran de bestaande ongelijkheid zou kunnen aanpakken door de elite te beperken.“De verhalen over Peisistratos, een man die de macht met harde hand had gegrepen en rechtvaardigheid bracht, klonken als muziek in zijn oren.” Het gebruik van “harde hand” benadrukt de eigenschappen van een tiran die krachtig optreedt tegen ongelijkheid.“Hij verlangde naar een sterke leider, een tiran, die de edelen aan banden zou leggen en eerlijk zou heersen over het volk.”. Hierin ligt de verwachting dat een tiran strenge controle zou uitoefenen en rechtvaardigheid zou herstellen. a. Hellenisme.b. De sociale bovenlaag van de drie rijken na zijn dood bestond uit Grieken, het Grieks was de bestuurstaal, Griekse filosofen verspreidden hun ideeën en beeldhouwers en architecten pasten Griekse vormen toe. Toelichting: In Europa is er altijd een grote belangstelling geweest voor de klassieke cultuur en veel van onze Westerse kunst, literatuur, wetenschap en filosofie is gebaseerd op de Grieks-Romeinse cultuur. In deze afbeelding zie je duidelijk Griekse zuilen en bogen. Een kenmerk van de Griekse bouwkunst. De Romeinen gebruikten deze vorm van Griekse bouwkunst voor de bouw van het Colosseum in Rome.