BuiteNLand 5e ed/FLEX - Hoofdstuk 4 - Ongelijkheid oefentoetsen & antwoorden

Alle mensen die tegen betaling werken plus de werklozen.Het niet-officiële deel van de economie. De werkzaamheden in de informele sector vind je niet terug in de officiële statistieken van de overheid. Verschillen in inkomen tussen groepen mensen in een land.Proces waarbij gebieden wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden raken.Een gebied dat voor de aan- en afvoer van goederen afhankelijk is van een haven.Een maat voor sociale ongelijkheid: hoe hoger het getal, hoe hoger de ongelijkheid.Een economie waarin kennis, opleiding en moderne technologie een zeer belangrijke rol spelen. De eerste manier om te bepalen hoeveel een land verdient is door te kijken naar het Bruto Binnenlands Product (bbp/inwoner)Tweede manier is te kijken naar de verdeling van de beroepsbevolking van een land. Djibouti: periferiePeru: SemiperiferieSingapore: CentrumToelichting: Centrumlanden kenmerken zich door een relatief hoge mate van dienstverlening (tertiaire sector) en relatief lage mate van landbouw (primaire) sector.Semiperiferie landen kenmerken zich doordat veel mensen werkzaam zijn in de secundaire sector. en periferie land kenmerkt zich door relatief hoge landbouw (primaire) sector en relatief lage dienstverlenende (tertiaire) sector. Het bbp/inwoner zegt iets over de welvaart van een land door aan te geven wat er in een land wordt verdiend, maar gaat niet in op de leefomstandigheden van een land. Daarvoor heb je gegevens nodig die iets zeggen over het welzijn binnen een land. Informele sector.Toelichting:                                                                                                                                                               In lage- en middeninkomenslanden werk veel mensen in de informele sector. Dit is het niet-officiële deel van de economie. Deze mensen werken bijvoorbeeld als straatverkoper of dagloner voor een boer. Het geld dat hiermee wordt verdiend komt niet terecht in de officiële statistieken. Hoger. Hoe hoger het getal, hoe beter de levensomstandigheden in het land zijn.  Ruimtelijke ongelijkheid, omdat het gaat om verschillen in inkomen tussen gebieden in een land. Toelichting:       Bij sociale ongelijkheid zou sprake zijn als het gaat om verschillen in inkomen tussen groepen mensen in een land.  Deze kaart laat zien dat gebieden steeds meer met elkaar verbonden raken. Dat is het kenmerkende van globalisering.  Landen met een hoge alfabetiseringsgraad (zoals Land A) hebben vaak ook een hogere levensverwachting en een hoger bbp, wat wijst op een beter welzijn.Dit komt doordat mensen die kunnen lezen en schrijven meer toegang hebben tot goede banen, gezondheidszorg en informatie.Een lage alfabetiseringsgraad gaat vaak samen met minder welvaart en slechtere levensomstandigheden. Halffabricaat. De stalen rollen zijn bewerkt uit ijzererts (een grondstof), maar zijn nog geen eindproduct. Ze worden pas later verwerkt tot autodeuren.  Verschillende redenen, zoals:Nederland heeft een gunstige ligging, is goed te bereiken en is lid van de EU.Nederland is een betrouwbaar en stabiel land.Nederland is door haar geringe grootte sterk gericht op het buitenland. Toelichting:Ook andere redenen zijn mogelijk, zoals:Nederland heeft een goede infrastructuur (zoals Schiphol en de haven van Rotterdam), waardoor producten en mensen snel vervoerd kunnen worden.Er is een hoogopgeleide beroepsbevolking, wat gunstig is voor hoofdkantoren en dienstverlenende functies.De centrale ligging in Europa maakt het makkelijk om andere markten te bereiken.Nederland biedt een gunstig belastingklimaat, wat aantrekkelijk is voor internationale bedrijven. Mensen met een laag opleidingsniveau vinden minder makkelijk een baan, waardoor hun werkloosheid hoger is.Minder inkomen door werkloosheid of laagbetaalde banen zorgt voor inkomensverschillen tussen groepen.Dit leidt tot sociale ongelijkheid, omdat sommige groepen minder geld, minder kansen en een lagere levensstandaard hebben dan anderen Het verschil tussen rijke en arme wijken wordt groter, zowel in inkomen als leefomstandigheden.Rijke mensen krijgen meer kansen en investeren in hun buurt, arme wijken blijven achter of verslechteren.Hierdoor groeit de sociale en economische kloof binnen de stad, wat betekent dat ongelijkheid toeneemt.