Geschiedeniswerkplaats Historisch overzicht 3e ed
- Hoofdstuk 3 - Tijd van monniken en ridders
oefentoetsen & antwoorden
3e ed
Klas 4-5|Havo
Deze toets behandeld de volgende onderwerpen:
De opkomst van de islam
Hofstelsel en horigheid
Het feodale stelsel
Christendom in Europa
Toets Geschiedenis
Geschiedeniswerkplaats Historisch overzicht 3e ed
Online maken
Toets afdrukken
Islamitisch Rijk.Lid van de grootste geloofsrichting binnen de islam.Halfvrije boer. Iemand die voor de eigenaar een landgoed beheert.Vorst of hoge edelman die een gebied laat besturen door een leenman.Hoofd van de rooms-katholieke kerk, bisschop van Rome.Hoogste bisschop in de oosterse kerk.Bekeren tot het christendom. Werkwijze:Je moet hier de gebeurtenissen op een logische volgorde plaatsen. De gebeurtenissen zijn eigenlijk niet te koppelen aan een jaartal. Je zult moeten nadenken over oorzaak-gevolg. Welke stap leidt tot welke vervolgstap? Het is handig om te beginnen met degene waarvan je zeker weet dat ze bij elkaar horen. Of dat je begint met de gebeurtenis die aan het begin of aan het einde hoort. Vaak kan je nog wel punten verdienen als je er één fout hebt. Vandaar dat je moet beginnen met degene die je wel weet. Antwoord: E-D-C-B-A Toelichting: E Koning Clovis overleden (511) D. Begin van de islam (622) C Begin van Moorse verovering van Spanje (711) B. Slag bij Poitiers (732)A Begin Reconquista (1000) Werkwijze:Bedenk welke uitdagingen er zijn voor een overwinnaar als die net een ander volk heeft veroverd. Het kan ook helpen om na te denken over hoeveel christenen er in Spanje zijn en hoeveel moslims in de negende eeuw.Een antwoord hoeft niet altijd lang en ingewikkeld te zijn, als het kort en bondig kan dan moet je dat vooral doen.Antwoord.Het christendom en jodendom werden vaak getolereerd, omdat ze verwant waren aan de islam. De tolerantie moest er ook voor zorgen dat er geen verzet ontstond (onder de oorspronkelijke bevolking) tegen de Arabische overheersing. In Spanje bleven namelijk de christenen in de meerderheid. Werkwijze:Het mooiste is om kort te benoemen wie horigen zijn.Vervolgens kan je aan die informatie koppelen waarom slavernij niet verdweenGa verder met een voorbeeld geven van slavernij in de middeleeuwenAntwoord:Horigen zijn eigenlijk halfvrije boeren, dus ze zijn iets vrijer dan slaven, maar niet zo vrij als gewone boeren en burgers, want ze mochten het land niet zomaar verlaten. Slavernij was verder niet verdwenen. Verslagen strijders en andere leden van overwonnen volken werden nog steeds tot slaaf gemaakt. Germaanse handelaren verkochten vaak Slavische volkeren uit Oost-Europa. Ook was er veel slavernij in Zuid-Europa waar slaven werden verkocht aan kopers uit het Arabische en Byzantijnse Rijk. Werkwijze:Vaak is het zo dat er bij meningsvragen eigenlijk maar een mogelijkheid is om een kant te beargumenteren. In dit geval is er wel degelijk argumentatie mogelijk voor beide kanten.Kies voor de kant waarvan jij de argumenten het beste kan weergeven. Doe dit overzichtelijk zodat je structuur in jouw antwoord brengt. Overigens is dit een lastige vraag, aangezien je het antwoord nergens in jouw boek letterlijk terug kan vinden. Antwoord:Argumenten voor achteruitgang in de middeleeuwen:West-Europa werd weer grotendeels een landbouwsamenleving en veel steden gingen ten onder.Er was minder handel over grote afstanden, want wegen werden niet goed onderhouden door lokale heersers en het was onveilig door struikrovers. Er kwam een vorm van slavernij voor grote delen van de Europese bevolking: het hofstelsel met horigen (halfvrije boeren). Veel kennis over ging verloren (denk aan architectuur, aquaducten, Griekse en Romeinse wetenschap)Een staat was volgens de Germanen het persoonlijk eigendom van een vorst, waarin burgers niets te zeggen hadden. In de Griekse stadstaten en de Romeinse republiek was er nog een vorm van democratie. Argumenten tegen achteruitgang in de middeleeuwen:Ondanks dat er kennis verloren ging, werden er in kloosters ook veel kennis vergaard. De eerste universiteiten ontstonden zelfs in deze periode. Er kwamen nieuwe landbouwtechnieken.Monniken bleven de klassieke cultuur van de Romeinen bestuderen en trokken rond om mensen te bekeren. De christelijke bevolking was hoger ontwikkeld dan de Germaanse volken, maar ook zij werden bekeerd. Werkwijze:Het klinkt wellicht als een open deur, maar het is hier zaak om de vraag goed te lezen. Neem een extra moment om te bedenken wat de vraag nu precies is. Je moet eerst uitleggen waarom de geestelijke macht afhankelijk was van de wereldlijke macht voor de verspreiding van het geloof. Daarna ga je aan de slag met de vraag waarom koningen belang hadden bij de verspreiding van het christendom. In principe zou een reden per vraag hier volstaan, maar er zijn meerdere antwoorden mogelijkAntwoord: De paus/kerk (de geestelijke macht) was afhankelijk van de koningen (wereldlijke macht) voor bescherming. Dit zie je bijvoorbeeld terug bij de Reconquista van Spanje en Portugal. Een andere reden van afhankelijkheid is het leger van de koning. Als de kerstening niet goedschiks kon worden voltooid, kon de geestelijke macht door middel van dwang het geloof verspreiden. Hiervoor hadden zij, vrij letterlijk, het zwaard van de wereldlijke macht nodig. De koning (de wereldlijke macht) had belang bij de verspreiding van het christelijke geloof omdat het zorgde voor eenheid binnen het koninkrijk. Toelichting: Als de paus zich achter de wereldlijke leider schaart dan geeft dat een vorm van legitimiteit aan het bewind van de vorst. In ruil daarvoor werden koningen christelijk. Een pragmatische wisselwerking dus. Uit de bron blijkt de onderlinge verdeeldheid/het verraad bij de Visigoten, want de Visigoten bestrijden en bedriegen elkaar ook, waardoor de moslims snel overwinningen kunnen behalen. In de bron staat namelijk; de Visigoten waren alleen meegekomen uit jaloezie en om hem te bedriegen, omdat zij het koningschap zelf ook nastreefden. De feodale verhoudingen is gebaseerd op een wederzijdse afspraak, omdat de leenman (de abt van het klooster St.-Denis) wordt opgeroepen met zijn mannen en wapens naar de oostgrens te trekken en zich voor te bereiden op de oorlog, daartegenover staat dat de leenman voor zijn bijdrage begunstigd wordt door de koning / de koning zijn gunsten in kan trekken als de leenman zijn taak niet uitvoert De feodale verhouding is niet gebaseerd op gelijkwaardigheid, omdat er in de bron sprake is van dwang/dreigement/opdracht van de koning ten aanzien van de leenman; indien de abt nalatig is bij de uitvoering van de opdracht kan de koning zijn gunsten intrekken Werkwijze:Het is belangrijk dat je bij deze vraag naar de bron verwijst. Je moet namelijk aan de hand van wat je ziet een mening vormen over het succes van de kerstening. Je ziet twee verschillende taferelen op de bron staan. Neem beide delen mee in jouw antwoord.Antwoord:Als je kijkt naar het bovenste gedeelte van de bron, dan lijkt de kerstening een succes. Er worden mensen door Bonifatius gedoopt, waarmee zij zich aansluiten bij het christelijke geloof. Dus het doel van de kerstening lijkt behaald. Als we kijken naar het onderste deel van de bron, dan lijkt de kerstening een minder succesvol. Er zijn namelijk mannen die zich tegen Bonifatius keren. Bonifatius wordt in zijn rug gestoken en krijgt een zwaard tegen zijn hoofd. Hieruit kan je concluderen dat niet iedereen even blij was met de komst van het christendom. De kerstening is dus een gematigd succesverhaal waar veel geweld mee gepaard ging.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.