Solutions 3rd edition - Hoofdstuk 9 - Journeys oefentoetsen & antwoorden

ParkeerplaatsHavenHeteluchtballonMetroAankomsthalVertrek gateTreinstation Lost property officeCable carYachtFerryScooterCheck-in desk E / DCD / EAB No longer applicable / in the past and decided / no longer changeable.Past perfectWould (not) have + past participleToelichting:De third conditional gebruik je als iets niet meer mogelijk is, omdat je achteraf praat: If I had won (past perfect) the game, I would have been (would have + voltooid deelwoord) over the moon.Let op, het ‘if-gedeelte’ kan vooraan of achteraan staan. - I would have received an awesome prize if I had won the game. → Zoals je ziet, is de komma nu verdwenen. Die mag er ook niet meer staan! Had trained, would have completedWould have acted, had understoodWould have picked, had calledHad quit, would not have beenHad tried, would have wonWould not have been, had stored I spoke to a girl wearing a red jacket.The children living next door are very noisy.The documents signed by the manager are on your desk.A man injured in the accident was taken to the hospital.The car parked outside the house has disappeared.Students arriving late will not be allowed to enter the classroom.Toelichting:Eerder in het boek hebben we al gesproken over relative clauses. Participle clauses lijken hier heel erg op, maar zijn eigenlijk een soort verkorte vorm.Participle clauses geven extra informatie over een zelfstandig naamwoord en beginnen altijd met een ing-form of een past participle. Als ze een werkwoord vervangen uit een actieve zin wordt het een ing-form, vervangen ze een werkwoord uit een passieve zin dan wordt het een past participle.James is a guy who plays games every day.James is a guy playing games every day.An old sword, which was found by farmer Joe, was taken to auction today.An old sword found by farmer Joe was taken to auction today. Wouldn’t you?Does she?Will she?Did she?Did they?Hadn’t he?Toelichting:Reply questions zijn korte vragen die je kan geven als reactie op een opmerking. Meestal gebruik je ze om interesse of verbazing aan te geven.In principe herhaal je in een reply question gewoon het werkwoord en voeg je daar de juiste persoon aan toe. Alleen bij de present simple en past simple gebruik je in plaats van het genoemde werkwoord de auxiliary to do.She was always late. → Was she?James loves apple pie. → Does he? won’t they?have they?isn’t she?aren’t you?isn’t he?is she?isn’t it?do they?Toelichting:Tags of question tags zijn kleine toevoegingen aan het einde van zinnen, waarmee je de zin vragend maakt. Vaak vraag je om een bevestiging van je opmerking in de hoofdzin.Om de juiste tag toe te voegen kijk je altijd naar drie dingen:In de tag herhaal je altijd het onderwerp, maar altijd in een voornaamwoord. Dus ‘John’ wordt ‘He’, maar ‘She’ blijft ‘She.’Daarnaast kijk je goed naar het werkwoord. Staat er maar 1 werkwoord? Dan wordt dit een vorm van to be of to do. Staan er meerdere werkwoorden? Dan herhaal je het hulpwerkwoord:I know her, don’t I? → 1 werkwoord, wordt vorm van to doJames has seen her, hasn’t he? → 2 werkwoorden, herhaal het hulpwerkwoord (in dit geval have)Als de hoofdzin ontkenning bevat (zoals not of never) dan laat je dat weg in de tag. Heeft de hoofdzin dat niet, dan voeg je die ontkenning juist toe.I have never met her, have I? → Ontkenning in hoofdzin, niet in tag.We have spoken before, haven’t we? → Geen ontkenning in hoofdzin, wel in de tag. SoSuchSoSoSuchSuch Toelichting:So en such worden gebruikt om nadruk te geven. Het is vooral belangrijk dat je duidelijk hebt waarmee je ze moet combineren:So combineer je met een bijvoeglijk naamwoord (adjective):This teacher is so boring.Such combineer je met a/an + (bijvoeglijk naamwoord (adjective)) + zelfstandig naamwoord (noun):He is such a cool teacher.  Hieronder staat een voorbeeldantwoord:Dear Campground The Deer,My name is Alex van Dijk, and I’m a student from Houtwijk Secondary School. I am writing to ask about the possibility of staying at your campsite with my class.We are planning a short school trip and would like to go camping with around 25 students for two nights. Could you please let me know if you have space for a group of this size?We are considering two possible dates: either the weekend of 14–16 June or 21–23 June. Please let us know which one would work better for you.Also, could you tell us if there are any specific rules or guidelines we should know about before booking?We are looking forward to hearing from you and hope to stay at your beautiful campsite soon.Kind regards,Alex van Dijk137 wordsTips:Kijk goed na of je voldoende woorden hebt gebruikt.Vraag een beoordelingsformulier van je docent zodat je een goed beeld hebt van hoe de schrijfopdracht wordt beoordeeld.Het is lastig om je eigen tekst na te kijken. Vraag daarom aan je (bijles-)docent of die je brief voor je wil nakijken.Let op: schrijf I (ik) altijd met een hoofdletter; hetzelfde geldt voor maanden van het jaar en dagen van de week, maar niet voor seizoenenLet goed op het volgende in het voorbeeld:Het omvat alle punten van de opdracht (en hou je strikt aan de opdracht)Vermijd ‘contractions’ zoals: it’s, I’m , I’ve, can’t, you’ll enz.Het gebruik van nette en formele taalEen vriendelijke toonCorrecte lay-out en alinea’s