New Interface LRN-Line deel A+B - Hoofdstuk 1 - Cities oefentoetsen & antwoorden

developsteepsuburbunbelievablestatueattractiondiscountHopefully lovelylandmarkold-fashionedqueueeventcolleaguehurtfurther We need to arrange where to meet at the airport.Please can you confirm your arrival time?Mum and I are going to collect you from the Arrivals Hall.If we miss each other, don't panic!Can I buy the underground tickets here? wash (bevestigend) do not / don’t go (ontkennend)Does she sleep (vragend)Complains (bevestigend, krijgt een -s, omdat het onderwerp ‘he’ is) Toelichting:Present simpleDe present simple wordt gebruikt als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt. Enkele signaalwoorden: always, never, often, usually, regularly, sometimes, hardly ever.Voorbeeld:BevestigendOntkennendVragend I love vegetables.I do not / don’t love vegetables.Do I love vegetables?You love vegetables.You do not / don’t love vegetables.Do you love vegetables?He / She / It loves vegetables.He / she / It does not / doesn’t love vegetables.Does he / she / it love vegetables?We / You / They love vegetables.We / You / They do not / don’t love vegetables. Do we / you / they love vegetables?Opmerking: Bij he / she / it komt er -s achter het werkwoord, waardoor de spelling soms verandert.Voorbeeld:Werkwoorden die eindigen op een sisklank (s, sh, ch, x) → -esto march – he marchesto mix – she mixeswerkwoord eindigt in medeklinker + y → -iesto cry – he criesto copy – she copiesEr zijn ook onregelmatige vormen, zoals:To do – he doesTo go – she goesTo have – it hasTo be – I am / you are / he, she, it is / we, you, they are are / ‘re going to travel (bevestigend)Is … going to pay (vragend)am / ‘m going to study (bevestigend)are not / ‘re not / aren’t going to bake (ontkennend)Toelichting:Future (to be going to)Als je wil aangeven dat iemand iets van plan is of dat iets zeker zal gebeuren, gebruiken we am / are / is + going to + hele werkwoord. Voorbeeld:Bevestigend: I am going to see Danny this Saturday.Ontkennend: I am not going to see Danny this Saturday.Vragend: Am I going to see Danny this Saturday? am not going  Is - going to studyare meeting does not like  play  Are - going to come  am going  does not watch  are taking arrives  Toelichting:Present Simple wordt gebruikt voor gewone handelingen, feiten of schema's (zoals een trein die op een vast tijdstip aankomt). "To be going to" wordt gebruikt voor toekomstige plannen of intenties (zoals een afspraak om iemand te ontmoeten) of voorspellingen die je op basis van wat je ziet of weet maakt. Their (possessive pronoun – hun)Inhabitants of New York (possessive – plaats)Ours (possessive pronoun – die van ons)of mine (possessive pronoun – van mij) Jack’s dad (possessive – persoon, enkelvoud) of ours (possessive pronoun – van ons)Toelichting:Possessive ('s / s' / ... of ...)Als je wil aangeven van wie iets is, gebruik je 's of ' achter het woord. Bij enkelvoud: altijd -'s. Voorbeeld: Dino’s bike is red. Bij meervoud: eindigt het woord op -s → alleen'. Voorbeeld: The boys’ room was dirty.eindigt het woord niet op -s → -'s. Voorbeeld: The women’s team was better.Als je het hebt over dingen, plaatsen of landen, kun je ... of ... gebruiken:Voorbeeld:The screen of the computer.The city of LondonThe people of Belgium.Possessive pronouns Possessive pronouns (bezittelijke voornaamwoorden) kunnen bijvoeglijk of zelfstandig gebruikt worden.Voorbeeld:It is my phone. (mijn)It is mine. (de mijne)That phone of mine. (van mij)Zie boek voor meer possessive pronouns.   onesoneoneonesoneonesoneonesToelichting: Om een zelfstandig naamwoord in een zin te vervangen, kun je one of ones gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan wanneer je het herhaalt of je antwoord geeft op een vraag. One gebruik je bij enkelvoud en ones bij meervoud. isn’t it?don’t you?aren’t they?does she?won’t we?hasn’t he?isn’t it?did you?aren’t they?aren’t I?Toelichting:Een tag bevestigt een zin of vraagt om bevestiging. Wij zeggen vaak: hè? / nietwaar?.De tag is meestal het tegenovergestelde van de werkwoordstijd in de zin:Bevestigend: Als de zin positief is, is de tag negatief (bijv. "You are happy, aren’t you?").Ontkennend: Als de zin negatief is, is de tag positief (bijv. "You don’t like it, do you?").Bij "I am" is de tag altijd "aren’t I" in plaats van "am I", dit is een uitzondering. Let op: Dit is een voorbeelduitwerking. Jouw geschreven stukje kan er dus heel anders uitzien dan onderstaand voorbeeld. Je kunt dit op verschillende manieren schrijven. Dear Jake,I love the idea of you coming to the Netherlands. I will see you in Arrivals about 6.30 am, but I'm not sure which airline you are flying with. You are going to love Amsterdam! The weather is going to be warm. What do you think of sharing my bedroom? I look forward to seeing you!Regards, LiamTips:Het is lastig om je eigen tekst na te kijken. Vraag daarom aan je (bijles-)docent of die je tekst voor je wil nakijken.Let in ieder geval goed op het volgende in de tekst:●      Het omvat alle punten van de opdracht,●      Er zitten geen spelfouten in,●      De stijl van de tekst is informeel en lijkt op spreektaal,●      De toon is licht en vriendelijk,●      Er is veel afwisseling: bijna alle zinnen beginnen anders.●      Let op: Je mag uitroeptekens gebruiken, maar gebruik ze niet te veel.