Chemie Overal NaSk2 5e ed/FLEX - Hoofdstuk 8 - Water oefentoetsen & antwoorden

Water wordt veel gebruikt als:KoelmiddelOplosmiddelSpoelmiddelTransportmiddelHydrofiele stoffen lossen wel op in water.Hydrofobe stoffen lossen niet op in water.Een emulgator zorgt ervoor dat een hydrofobe stof toch kan mengen met water. De formule van water is H2O.De aantrekkingskracht tussen de O-atomen en de H-atomen in water is groot. Hierdoor is er veel energie nodig om de moleculen uit elkaar te trekken en dus te laten koken. Het kookpunt is daardoor hoger.Een stof met een kleinere dichtheid drijft op een stof met een hogere dichtheid.IJs heeft een lagere dichtheid dan water en dus drijft het ijs op het water.Water is bij een temperatuur van 4 OC het zwaarst en zakt naar beneden. Het ijs blijft hier bovenop drijven waardoor het van bovenaf alleen bevriest. Suiker lost op in water, dus is het een hydrofiele stof.Als het suiker niet meer oplost, ontstaat er een suspensie. De oplosbaarheid van een stof neemt toe als de temperatuur van het oplosmiddel hoger is. Thee is warmer dan koud water, dus zal je meer suiker in de thee op kunnen lossen. Hieronder staan een aantal voorbeelden van emulsies die je kan noemen. Er zijn nog meer goede antwoorden mogelijk.MayonaiseHuidcrèmeMake-up removerZonnebrandcrèmeVerfVet is een hydrofobe stof. Het zal dus niet in het water oplossen.Zeep is een emulgator dat ervoor zorgt dat het vet wel in het water kan oplossen.Hierdoor worden je handen wel schoon. Het grondwater wordt eerst gefilterd om grotere vaste deeltjes uit het grondwater te halen.Daarna voegt Dennis chemicaliën uit het pakket toe waardoor opgeloste mineralen worden omgezet in vaste stoffen.Deze vaste stoffen laat Dennis bezinken en dan ook filteren.Tenslotte kan Dennis nog met een uv-lamp bacteriën afbreken. Dat wordt hard water genoemd.Duitse Hardheid is een eenheid voor hoeveel calciumdeeltjes er in water zitten. Hoe hoger deze concentratie, hoe harder het water.Gegeven$\rm Hardheid = 13,4 \ dH$$\rm 1\ dH = 7,1\ mg\ calciumdeeltjes\ per\ liter$Gevraagd$\rm  ?\ calciumdeeltjes\ per\ 2\ liter$BerekeningWe gebruiken een verhoudingstabelHardheid (dH)113,4Calciumdeeltjes (mg/L)7,1?Van 1 naar 13,4 is x 13,4 dus we doen ook $\rm 7,1 \times 13,4 = 95,14$Hardheid (dH)113,4Calciumdeeltjes (mg/L)7,195,14Dit is per 1 liter, dus voor 10 liter: $\rm 95,14 \times 10 = 951,4\ mg$ConclusieIn 10 liter water zit 951,4 mg calciumdeeltjes.De kalkaanslag kan Sanne verwijderen door een zure oplossing als azijn te gebruiken.  Vet is hydrofoob. Het mengt dus niet met water. De wasverzachter is blijkbaar ook hydrofiel en daar zal het vet dan ook niet mee mengen.In het wasmiddel zit een emulgator. Dit zorgt ervoor dat het hydrofobe vet kan binden aan de zeep in het wasmiddel. De zeep kan zelf ook goed oplossen in water en neemt de vetdeeltjes zo mee in het spoelwater.U: Hydrofoob.P: Hydrofiel.De vetdeeltjes worden omringd door de zeep in het hydrofobe deel (U in de afbeelding). Hierdoor blijft het in het water zitten. Gegeven$\rm Volume\ water = 600\ liter$$\rm Massa\ citroenzuur = 60\ kg$$1\ kg = 1000\ g$Gevraagd$\rm Concentratie = ? \ g/L$Berekening$\rm 65\ kg = 65 \times 1000 = 65{.}000\ g$We gebruiken een verhoudingstabel:Massa citroenzuur (g)65.000…Volume water (L)6001We willen het per 1 liter water weten, dus $65{.}000 : 600 = 108,3\ g/L$Massa citroenzuur (g)65.000108,3Volume water (L)6001ConclusieDe concentratie citroenzuur is 108,3 g/L.De oplossing is verzadigd als de berekende concentratie groter is dan de oplosbaarheid van citroenzuur in water.De concentratie is 108,3 g/L en de oplosbaarheid is 160 g/L.Deze oplossing is dus niet verzadigd.Gegeven$\rm Oplosbaarheid = 160\ g/L$$\rm Volume \ water = 600\ L$$1\ kg = 1000\ g$Gevraagd$\rm Massa\ citroenzuur  = ? \ kg$BerekeningWe gebruiken een verhoudingstabel:Massa citroenzuur (g)160…Volume water (L)1600We doen onder keer 600, dus boven ook: $160 \times 600 = 96{.}000\ g$Massa citroenzuur (g)160…Volume water (L)1600$\rm 96{.}000\ g : 1000 = 96\ kg$ConclusieEr moet minimaal 96 kg citroenzuur worden toegevoegd om een verzadigde oplossing te krijgen.