Biologie voor Jou MAX 2021 deel B - Thema 6 - Voortplanting bij planten en dieren oefentoetsen & antwoorden

a) De stamper bestaat uit stempel, stijl en vruchtbeginsel. b) Kruisbestuiving vindt vooral plaats door insecten en door de wind. c) Versmelting van deze beide kernen noem je bevruchting. d) Een vruchtbeginsel bevat meestal meerdere zaadbeginsels. e) Een kwal begint zijn leven als poliep. f) Als een plant zich ongeslachtelijk voortplant hebben alle nakomelingen precies dezelfde chromosomen in hun celkern. g) Alleen bij de vorming van geslachtscellen bij geslachtelijke voortplanting komt meiose voor. h) Je spreekt van uitwendige bevruchting als de bevruchting buiten het lichaam van het vrouwtje plaatsvindt. De functie van deze grote gekleurde kroonbladeren is het lokken van insecten. Je kunt zien dat deze bloemen door de wind worden bestoven omdat: ze klein zijn en geen opvallende kroonbladeren hebben de meeldraden buiten de bloemen hangen Als er geen bevruchting plaatsvindt, ontwikkelt zich ook geen zaad. Het zaadbeginsel zal zo blijven of verdwijnen na een tijdje. a) Hij is ontstaan uit 1 vruchtbeginsel. b) Hij is ontstaan uit uit heel veel zaadbeginsels (hopelijk heb je ze niet geteld). Deze plantjes zijn ontstaan door ongeslachtelijke voortplanting De nieuwe plantjes zijn ontstaan uit delen van de moederplant De kalfjes zijn ontstaan door geslachtelijke voortplanting. De kalfjes hebben dus niet precies dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouders. De vachtkleur is wel een eigenschap die hetzelfde is als bij de ouders. Kelkbladeren beschermen de knop tegen kou of uitdroging Het plantje staat dus waarschijnlijk in een koud en/of droog klimaat Een bij zorgt voor de bestuiving en die vliegt van de ene plant naar de andere. Er zal dus waarschijnlijk sprake zijn van kruisbestuiving (hoewel natuurlijk ook altijd bloemen van dezelfde plant door de bij bestoven kunnen worden) In de appel zijn pitten (zaden) aanwezig. Er heeft dus bevruchting plaatsgevonden. Om de eicellen te kunnen bevruchten moeten de stuifmeelkorrels eerst stuifmeelbuizen maken die door de stijl gaan op weg naar de zaadbeginsels. Het antwoord is dus ‘ja’. De kwal plant zich geslachtelijk voort als grote kwal. De kwal plant zich ongeslachtelijk voort als poliep De waterjuffers zijn aan het paren. Bij de paring brengt het mannetje zijn sperma in het vrouwtje. Er is dus inwendige bevruchting.